achteren
Nederlands
Woordafbreking
- ach·te·ren
Bijwoord
achteren
- van ~ aan de achterzijde, vanaf de achterzijde
- Het huis is van achteren opnieuw geverfd.
- De agent werd van achteren aangevallen.
- naar ~ in achterwaartse richting
- Zij kamde haar haar naar achteren.
- van voren tot achteren: geheel en al
- Het schip werd van voren tot achteren overspoeld door de plotselinge golf.
- (verouderd) ten ~: achterlijk, achterlopend
- Deze klok loopt ten achteren.
- Gij zijt ten achtren, Roen! Schud af die malle droomen![1]
Gangbaarheid
- Het woord achteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'achteren' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Nicolaas Beets: in het gedicht Nog ten achteren
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.