Werkgroep Caraïbische Letteren

De Werkgroep Caraïbische Letteren is een zelfstandige werkgemeenschap binnen de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.

Werkzaamheid

De Werkgroep werd opgericht op 22 juli 2006, daar de al sinds 1986 bestaande Werkgroep Indische Letteren zich uitsluitend bezighoudt met de Nederlands-Indische literatuur. De Werkgroep Caraïbische Letteren heeft zich als doel gesteld zich in te zetten voor de studie en promotie van de literatuur en cultuur van Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba. De Werkgroep wil activiteiten ter bevordering van de Caraïbische Letteren, zowel in gedrukte als gesproken vorm, initiëren en ondersteunen. Daarbij kan het gaan om alle talen die literair gehanteerd worden in het (voormalig) Nederlands-Caraïbisch gebied: Nederlands, Surinaams-Nederlands, Sranan, Papiaments, Engels, Sarnami enz. De oprichting van de Werkgroep is voortgekomen uit de wetenschap dat de literatuur van het gebied floreert en groeit, dat de belangstelling ervoor toeneemt en dat er ook al literatuurgeschiedenissen van Suriname en de Nederlandse Antillen verschenen zijn. De vele publicaties die het Nederlands-Caraïbisch gebied tot onderwerp hebben zijn voor de Werkgroep reden om bijeenkomsten te organiseren om hier aandacht aan te schenken. De werkgroep wil fungeren als een breed platform van literaire uitwisseling, niet slechts tussen het Caraïbisch gebied en Europa, maar ook binnen Nederland. Eerste voorzitter van de werkgroep was Lilian Gonçalves-Ho Kang You; zij werd opgevolgd door Peter Meel, die weer werd opgevolgd door Michiel van Kempen.

Activiteiten

Letterendagen

Naar buiten toe werd de Werkgroep Caraïbische Letteren gelanceerd met de Eerste Caraïbische Letterendag, binnen het kader van het Black Magic Women-festival op zondag 11 november 2007 in de nieuwe Openbare Bibliotheek Amsterdam. Spreker waren onder anderen mevrouw drs. Igma van Putte-de Windt namens de Werkgroep, de hoogleraren Michiel van Kempen (Universiteit van Amsterdam) en Wim Rutgers (Universiteit van de Nederlandse Antillen) over de Nederlands-Caraïbische literatuur en de Arubaans-Nederlandse schrijver Denis Henriquez met een voordracht over de 4 "grote" Antilliaanse schrijvers Debrot, Van Leeuwen, Marugg en Arion. De Surinaams-Nederlandse dichter Antoine de Kom droeg zijn lange gedicht De . (De punt) voor. De Curaçaose schrijfster Diana Lebacs besloot het programma met een Antilliaanse legende. Bij deze gelegenheid verscheen een bibliofiele editie van een gedicht van Bernardo Ashetu, getiteld Indiaans.

Op de Tweede Caraïbische Letterendag op 5 september 2009 stond de vraag centraal wat de Grote Voorlopers kunnen betekenen voor jonge schrijvers. Het werk van Edgar Cairo werd in de schijnwerpers gezet met een groot programma, met onder meer een theatrale bewerking van Cairo's teksten door Michiel van Kempen, Voor de harten van het licht, waarin Edgar Cairo gespeeld werd door Felix Burleson en de andere rollen werden neergezet door vier hoogleraren: Ena Jansen, Michiel van Kempen, Bert Paasman en Pamela Pattynama. Vervolgens spraken Arthur en Jetty Cairo (broer en zus van de schrijver), Eva Essed-Fruin en Lydia Emanuels over Cairo. Aan het slotdebat onder leiding van Noraly Beyer namen Abdelkader Benali, Maarten van Hinte, Ellen Ombre, Rappa en Michael Tedja deel.[1]

De Derde Caraïbische Letterendag werd gehouden in het Amsterdamse Bijlmer Parktheater op zaterdag 25 september 2010 en was geheel gewijd aan het Caraïbisch theater. Sharda Ganga en Maarten van Hinte zorgden voor persoonlijke columns en een uitgelezen gezelschap aan acteurs speelde scènes van Thea Doelwijt, Astrid Roemer, Julien Ignacio en Norman de Palm. Aan de debatten namen deel: John Leerdam, Jenny Mijnhijmer, Sharda Ganga, Thea Doelwijt, Noraly Beyer, Maarten van Hinte, Julien Ignacio en Norman de Palm. Tot de acteurs behoorden Paulette Smit en Felix Burleson.[2]

Lezingen

Behalve literaire bijeenkomsten organiseert de Werkgroep ook twee reeksen lezingen: de Rudie van Lier-lezingen in Leiden met een sterker historisch-cultureel georiënteerde spreker, en de Cola Debrot-lezingen in Amsterdam. Lezingen binnen beide reeksen zullen elkaar om het jaar gaan afwisselen.

Rudolf van Lier-lezing

Rudie van Lier

Op vrijdag 8 februari 2008 beet prof. Ruben Gowricharn het spits af in Leiden met een lezing over etniciteit, de geschiedenis van de Surinaamse hindostanen en de wijze waarop zij in een model van vreedzame co-existentie met andere bevolkingsgroepen een succesvolle maatschappelijke opgang hebben gemaakt. Referent was prof. Gert Oostindie.

Op vrijdag 26 februari 2010 hield antropoloog dr. Francio Guadeloupe een pleidooi tegen het gebruik van geografische herkomstaanduidingen (Antilliaanse, Surinaams, Marokkaans) als het gaat om onderzoek naar groepen binnen de Nederlandse samenleving. Referent was dr. Aspha Bijnaar. Latere lezingen waren van dr. Valika Smeulders (2019, Muzik di zumbi: Caribische stemmen in Nederlandse musea), Leo Balai (2016, Roots en Reparations; Over de verwerking van het slavernijverleden), Aminata Cairo (2014, Krioro dansi: Dansen om de Afro-Surinaamse identiteit te verkennen) en Hugo Fernandes Mendes (2012, Kenmerken politieke cultuur en leiderschap in Suriname).

Cola Debrot-lezing

Nobelprijswinnaar Derek Walcott (rechts) luisterend naar dichter Antoine de Kom in de aula van de Universiteit van Amsterdam, 20 mei 2008; in het midden voorzitter Joyce Goggin. Foto: Bert Nienhuis

Op uitnodiging van de Werkgroep gaf Derek Walcott, dichter en toneelschrijver van Saint Lucia en winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur in 1992, de eerste Cola Debrot-lezing in de aula van de Universiteit van Amsterdam op 20 mei 2008. Daags ervoor had hij een masterclass gegeven in Academisch Cultureel Centrum Spui25 in Amsterdam, voor studenten/docenten post-koloniale literatuur, en voor schrijvers en dichters (onder meer Karin Amatmoekrim, Abdelkader Benali, Jana Beranová, Noraly Beyer, Aart Broek, Ernestine Comvalius, Emma Crebolder, Tom van Deel, Giselle Ecury, Henna Goudzand Nahar, Carel de Haseth, Denis Henriquez, Isabel Hoving, John Jansen van Galen, Antoine de Kom, Diana Lebacs, Joan Leslie, Ken Mangroelal, Marijke van Mil, Raj Mohan, Herman Hennink Monkau, Quito Nicolaas, Olga Orman, Christine Otten, Walter Palm, Guus Pengel, Guillaume Pool, Rob Schouten, Paulette Smit, Annette de Vries, Joanna Werners, Tommy Wieringa, Erich Zielinski).

Zowel in zijn masterclass als in zijn lezing ging Walcott in op een groot aantal kwesties die samenhangen met de Caraïbische literatuur: engagement, de taalkeuze, maatschappelijke impact, de positie tussen verschillende culturen, de bronnen van zijn werk Omeros, zijn mening over V.S. Naipaul, enz.

Latere Cola Debrot-lezingen werden gegeven door de Cubaans-Amerikaanse schrijfster Ana Menéndez (2011), de Surinaams-Nederlandse dichter Antoine de Kom (2013), de Surinaams-Nederlandse romanschrijfster Karin Amatmoekrim (2015) en de Nederlandse schrijver en columnist Stephan Sanders (2018).[3]

Kleinere evenementen

Kleinere bijeenkomsten organiseerde de Werkgroep rond en met onder meer Henry Habibe, Joe Fortin, Denis Henriquez, Michiel van Kempen, Myra Römer, Erich Zielinski, Jacques Thönissen, Karel de Vey Mestdagh.

Zie ook

Voetnoten

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.