Tuinkamperfoelie

Tuinkamperfoelie of gewone kamperfoelie (Lonicera caprifolium) is een klimplant die behoort tot de kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae) en als sierplant wordt gebruikt in tuinen en parken, maar komt ook verwilderd voor in bossen en in heggen. Het is een stinsenplant. Tuinkamperfoelie komt van nature voor in Zuidoost-Europa en West-Azië en heeft zich van daaruit verspreid door geheel Europa, de Kaukasus, Klein-Azië en de Zuid-Amerikaanse Andes. De wortels hebben een schaduwrijke, vochtige bodem nodig.

Tuinkamperfoelie
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Campanuliden
Orde:Dipsacales
Familie:Caprifoliaceae (Kamperfoeliefamilie)
Geslacht:Lonicera
Soort
Lonicera caprifolium
L. (1753)
Vruchten
Afbeeldingen Tuinkamperfoelie op Wikimedia Commons
Tuinkamperfoelie op Wikispecies
Portaal    Biologie

Beschrijving

Tuinkamperfoelie is een rechtswindende, zomergroene, verhoutende klimplant, die zonder klimmateriaal tot twee meter hoog kan groeien. Met behulp van klimmateriaal kan de plant 6 tot 10 meter omhoog en tot 3 meter in de breedte groeien. De jonge, holle twijgen hebben afstaande haren, die later verdwijnen. De bast is witachtig berijpt. De groene, 4 tot 8 centimeter lange bladeren zijn eirond tot omgekeerd-eirond. De bovenste bladeren hebben geen bladsteel en zijn paarsgewijs vergroeid.

Tuinkamperfoelie bloeit van mei tot juli met zoet geurende bloemen. In de schijnkransen en in een zittend hoofdje kunnen tot 12 bloemen zitten. De hoogtebladeren zijn paarsgewijs vergroeid. De tweeslachtige, vijftallige, trompetvormige bloemen zijn geel tot wit en vaak rood aangelopen. Na het openspringen van de rode buizen komen de stempels vrij. De bloem heeft vijf meeldraden. De bestuiving gebeurt door insecten.

Bloeiwijze

Aan het eind van de zomer verschijnen de knalrode, 8 mm grote, licht giftige bessen. De verspreiding gebeurt door vogels.

Oecologie

De nectarrijke bloemen worden bezocht door onder andere nachtvlinders, pijlstaarten.

Hoewel de plant niet parasiteert, 'wurgt' de plant wel zijn drager doordat deze zijn gewicht moet dragen en minder bladruimte en licht heeft.

Belangrijke inhoudstoffen

Saponine, cyanogeen glycoside, alkaloïden (xylosteïne, xylostosidine), flavonoïde, fenolische verbindingen.[1]

Vroeger gebruik

Een aftreksel van de wortels werd vroeger gebruikt als blauwe kleurstof.

Zie de categorie Lonicera caprifolium van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.