Ridderroman

Ridderroman is de naam voor ieder van de berijmde verhalen uit de verzameling middeleeuwse ridderavonturen. Het genre ontstond in de Oudfranse literatuur en kreeg snel navolging bij Engelse auteurs.

Ridderroman met een afbeelding van Perceval à la Recluserie

Ridderromans waren geen "romans" in de moderne zin van het woord, maar lange, berijmde gedichten in de volkstaal. Vaak is de stof internationaal: vertaald en bewerkt uit het Frans of het Engels. De romans gaan over noeste strijders, over de toewijding tot verheven dames, over de klassieke oudheid of over het oosten. De verhalen werden veelal voorgedragen aan de hoven van de adel. Later tegen het einde van de vijftiende eeuw ontstaan op het Iberische schiereiland de eerste echte ridderromans in de moderne zin van het woord, waarvan Tirant lo Blanc (1499) en nog later de befaamde parodie Don Quichot (1605) de bekendste zijn.

Mogelijke indelingen

De ridderromans zijn naar hun thematiek in vier groepen te verdelen:

Een verouderde indeling[1] is die in de voorhoofse en de hoofse ridderromans. De voorhoofse romans zouden het oudste genre vormen (ontstond eind 11e eeuw). Kenmerken zijn trouw aan God en trouw aan de leenheer, moed en kracht en een geringe aanzien van de vrouw. In de nieuwere hoofse verhalen (vanaf ca. 1150) zou de vrouw meer in haar waarde worden gelaten dan in de voorhoofse. Daarnaast zouden de hoofse minne een voorname rol spelen, zouden list en sluwheid belangrijker zijn dan brute kracht en moed en zouden er vaak sprookjesachtige elementen voorkomen, zoals draken of de tovenaar Merlijn.

Ridderromans in het Nederlandse taalgebied

Floris ende Blancefloer, houtsnede uit ca 1517
Karel ende Elegast

In het Nederlandse taalgebied verschenen voor het eerst ridderromans in het Maasland, in de 13e eeuw gevolgd door Vlaanderen. Bekende voorbeelden zijn de Trierse Floyris, de Limburgse Aiol en de Nederfrankische Tristan. Hoewel het graafschap Vlaanderen op alle vlakken ver vooruit was op de andere streken van de latere Nederlanden, ontstond hier toch pas een volkstalige ridderroman in de 13e eeuw. Voor de hand liggende reden hiervoor is dat het graafschap Vlaanderen een leenheerlijkheid was van de Franse koning, en de voertaal aan de hoven derhalve Frans was. In de dertiende eeuw ontstaat echter ook hier (aan diezelfde Franstalige hoven) Nederlandstalige literatuur. Enkele redenen hiervoor kunnen worden belicht. Een eerste mogelijkheid is dat er naast het Frans ook nog plaats was voor het Nederlands, dat door sommige edellieden gesproken werd. Zo kennen we Diederik van Assenede, klerk van de Vlaamse Graaf tussen 1260 en 1280, die zelf zegt te schrijven voor hen die geen Walsch en konnen (geen Frans kunnen). Een andere piste wijst op de groeiende rol van de steden, waar omstreeks deze tijd een rijke elite van patriciërs ontstaat, die misschien ook behoefte had aan literatuur. Argumenten hiervoor zijn ook voorhanden; zo wordt in de ridderromans vaak meer stilgestaan bij stedelijke scènes dan in hun Franse origineel, en groeit de volkstaal in deze tijd ook, als voertaal van de ambtenarij. Als laatste is vermeldenswaard dat het graafschap Vlaanderen juist in de 13e eeuw overhoop ligt met Frankrijk, en daardoor, ter bevestiging van zijn identiteit, behoefte heeft aan literatuur in de eigen taal.

Karelepiek

De heerschappij van Karel de Grote en zijn broer Karloman gaven de middeleeuwers aanleiding tot het schrijven van vele verhalen. Kenmerkend voor de Karelromans is dat zij steeds weer aanspraak maken op 'de waarheid' (Vraye historie ende al waer). Ook halen de meeste verhalen hun grondstructuur rechtstreeks uit volkssprookjes uit de orale verteltraditie. Het centrale personage wordt doorgaans op een avontuur gestuurd, dat zal leiden tot inzicht en wijsheid. In onze literatuur is in dit verband vooral Karel ende Elegast een bekend verhaal. Bij ridderromans doet zich vaak epische verdichting voor, het toeschrijven van diverse avonturen aan een (algemeen bekende) persoonlijkheid zoals Sir Lancelot of Karel de Grote.

Over het algemeen verdeelt men de Karelepiek grofweg in twee stromingen:

  • Cycles du roi: Karel speelt de hoofdrol
  • Roelantslied: verhalen waarin Karel als tiran wordt afgeschilderd

De meeste Karelverhalen uit onze literatuur zijn vertaald uit het Frans, maar laten steeds weer ruimte voor herinterpretatie. Zo wordt voor de toehoorder uit de Nederlanden een goede dosis kolder, toverij, humor en spanning toegevoegd die in de drogere Franse verhalen minder naar boven komt.

Arthurromans

De populaire Arthurverhalen, die vaak in hedendaagse bewerkingen opduiken (wie kent geen film met koning Arthur), vinden hun oorsprong in de middeleeuwen. De vroegste afbeelding van een Arthurverhaal is gevonden in steen op de kathedraal van Modena, Italië. Wie Arthur nu werkelijk was blijft een raadsel, maar zeker is dat er in Wales een gelijknamige krijgsheer heeft geleefd die lang verzet bood tegen de Saksen. Hoe dan ook, de verhalen werden in heel Europa opgepikt in de literatuur en veroorzaakten zo het ontstaan van een heus nieuw genre. Ook in de Lage Landen werden vele Arthurverhalen geschreven. Beroemd op dit vlak is de Haagse Lancelotcompilatie, een reusachtig werk waarin verschillende Arthurromans werden verzameld, en waarin men zorgde voor een algemeen, doorlopend verhaal. Een voorbeeld van een Arthurverhaal uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis is Walewein en het Schaakbord, een verhaal dat origineel in de Nederlanden werd bedacht en geschreven, en dat een groot succes kende. Er zijn vertalingen teruggevonden tot in Scandinavië. Weer is kenmerkend dat het verhaal spannender en grappiger is dan andere verhalen uit de periode, en dit is misschien meteen een van de redenen waarom het zulke grote successen oogstte. Met de Arthurverhalen worden verschillende vaste personages in verband gebracht, alsook het steeds wederkerende thema van de Heilige Graal.

Andere romangenres

Andere vermeldenswaardige romangenres zijn de Limborghroman en de Trojeroman.

Wikibooks heeft meer over dit onderwerp: Ridderromans.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.