Passiebloem

Het geslacht passiebloem (Passiflora) is een geslacht van meest overblijvende en meestal klimmende planten met ranken in de familie Passifloraceae. De enig bekende eenjarige soort is Passiflora gracilis. Ook zijn er bomen en struiken onder de passiebloemen. Er zijn ruim 500 soorten bekend.

Passiebloem
Passiflora kermesina
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Malpighiales
Familie:Passifloraceae
geslacht
Passiflora
L. (1753)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Passiebloem op Wikispecies
Portaal    Biologie

Het natuurlijke verspreidingsgebied van de passiebloemen ligt in Noord-Amerika, op de Cariben en in Midden- en Zuid-Amerika. In Zuid-Amerika komen ze voor van de Andes tot in tropisch laagland. Australië heeft drie soorten die daar van oorsprong voorkomen. Ook in Oceanië en Azië komen van oorsprong passiebloemen voor. Afrika heeft geen passiebloemen die daar van oorsprong voorkomen, hier ligt wel het natuurlijke verspreidingsgebied van het verwante geslacht Adenia.

Volgens de overlevering gebruikten Spaanse missionarissen passiebloemen ter illustratie om het kruisigingverhaal van Jezus Christus over te brengen. Toen zij passiebloemen in Amerika ontdekten, zagen zij in de vijf kelk- en de vijf kroonbladeren een verwijzing naar tien van de twaalf apostelen: Petrus en Judas zijn uitgezonderd. De drie stampers leken op de spijkers waarmee Jezus Christus aan het kruis werd genageld. De corona leek op de doornenkroon van Christus. De kronkelige ranken leken op een zweep. De drie schutbladeren stelden de drie Maria's (Jezus' moeder, Maria van Bethanië en Maria Magdalena) bij het kruis voor. Het blauw van de bloem verwees naar de hemel of naar het blauwe kleed van Maria.

Aangezien de passiebloemen pas in de 16e eeuw in Zuid-Amerika ontdekt zijn, moet de legende dat de plant zich om het kruis van Christus heeft gewonden als onzin worden afgedaan. Het verhaal is waarschijnlijk ook aangepast om het kloppend te maken met de beschrijving van Passiflora caerulea. omdat deze soort waarschijnlijk als eerste passiebloem in Europa is geïntroduceerd.

Gebruik

Alle delen van de passiebloem Passiflora incarnata kunnen in de fytotherapie als kalmeringsmiddel en als slaapmiddel worden gebruikt. Ze bevatten MAO-remmers als harmine en kunnen ook als drug gebruikt worden. De effecten zijn in hoge dosis te vergelijken met die van Cannabis sativa. De passievruchten van een aantal soorten zijn eetbaar.

Verdediging

Blauwe passiebloem in detail (klik driemaal om extreem te vergroten)

De passiebloemen zijn de waardplanten voor de rupsen van heliconiusvlinders zoals de zebravlinder (Heliconius charitonius) en Heliconius erato. De passiebloemen beschikken over een bijzondere vorm van mimicry om zich tegen de bladaantasting door de rupsen van deze vlinders te beschermen. Om kannibalisme te voorkomen onderzoeken deze vlinders voor het afzetten van de eieren de bladeren eerst op de aanwezigheid van eitjes van soortgenoten, wat de kansen van de rupsen op overleving verkleint. De eieren zijn geel van kleur en rond van vorm. De passiebloemen die door deze rupsen gegeten worden produceren kleine, ronde gele bolletjes op de stengels of bladeren die dienen als nep-eitjes om de vlinders zo te misleiden.

Taxonomie van passiebloemen

Tot voor kort werd de indeling van Ellsworth Paine Killip gevolgd, die Passiflora onderverdeelde in 24 ondergeslachten. In 2003 stelden John MacDougal en Christian Feuillet een nieuwe indeling voor, waarbij zij het aantal ondergeslachten terugbrachten tot vier: Astrophea, Deidamioides, Decaloba en Passiflora. Deze ondergeslachten verdeelden zij weer in eventuele supersecties, secties en reeksen (series). Een volledig overzicht van deze indeling vindt men hier. Deze indeling wordt ook op wikipedia gevolgd.

De volgende soorten zijn hier beschreven

De vruchten van de twee vormen van Passiflora edulis: links f. flavicarpa en rechts f. edulis

Naast de natuurlijk voorkomende soorten zijn er ook veel gekweekte hybriden en andere cultivars:

  • Passiflora caerulea 'Constance Elliott' (mutant van Passiflora caerulea)
  • Passiflora 'Incense' (Passiflora cincinatta × Passiflora incarnata)
  • Passiflora ×kewensis 'Amethyst' (Passiflora caerulea × Passiflora kermesina, vroeger ook bekend als Passiflora 'Amethyst', Passiflora 'Lavender Lady' en Passiflora 'Star of Mikan')
  • Passiflora 'Sunburst' ( Passiflora gilbertiana × Passiflora jorrulensis)
  • Passiflora 'Violaceae', ( Passiflora caerulea × Passiflora racemosa)

Naast deze al langer bestaande hybriden zijn er de laatste jaren door het in cultuur komen van soorten als Passiflora gritensis, Passiflora loefgrenii, Passiflora kermesina en Passiflora insignis bijzondere hybriden gekweekt. Voor het eerst is er een passiflora met "gevulde bloemen" (Passiflora 'Wilgen K. Verhoeff').

  • Passiflora 'Wilgen K. Verhoeff' (Passiflora insignis × Passiflora mixta)
  • Passiflora 'Purple Pendullum' ( Passiflora caerulea × Passiflora loefgrenii)
  • Passiflora 'Anastasia' (Passiflora gritensis × Passiflora caerulea)
  • Passiflora 'Alexia' (Passiflora gritensis × Passiflora kermesina)
  • Passiflora 'Ariane' (Passiflora gritenis × Passiflora loefgrenii)

Passiebloemen in Nederland

In Nederland zijn passiebloemen ook te zien. Passiflora caerulea is in Europa algemeen verkrijgbaar. Dit geldt ook voor de vruchten van Passiflora edulis f. edulis. De Botanische Tuin TU Delft heeft Passiflora edulis f. edulis en Passiflora edulis f. flavicarpa in zijn collectie. In de Botanische Tuin Fort Hoofddijk op het universiteitscomplex De Uithof te Utrecht zijn onder andere Passiflora coriacea, Passiflora foetida, Passiflora rufostipulata en Passiflora trifasciata te zien. In de tropische vlinderkas van Diergaarde Blijdorp is ook Passiflora foetida te zien. In de Burgers' Bush (Burgers' Zoo in Arnhem) is Passiflora serratodigitata te zien. In de Hortus botanicus Leiden is een imposante Passiflora racemosa te bezichtigen. De grootste collectie is te zien bij de Passiflorahoeve in Harskamp die de Nationale Plantencollectie Passiflora beheert.

Bibliografie

  • The American species of Passifloraceae part 1, 1938, Ellsworth Paine Killip, Field Museum of Natural History Publications, online versie
  • The American species of Passifloraceae part 2, 1938, Ellsworth Paine Killip, Field Museum of Natural History Publications, online versie
  • Passiebloemen, 1996, John Vanderplank, Nederlandse vertaling: Nationale Collectie Passiflora, 1996, ISBN 90-9009722-8
  • Passion Flowers, 3rd edition, John Vanderplank, 2000, ISBN 0262720353
  • Passionsblumen, Blütenzauber für Jedermann, 1994, Bettina Kickuth & Torsten Ulmer, Druck- & Verlagscooperative´85, ISBN 3-925713-20-4
  • Passionsblumen: Eine faszinierende Gattung, 1997, Bettina & Torsten Ulmer, Formosa Verlag, ISBN 3-00-000684-2
  • Faszinierende Pflanzenwelt: Passionsblumen, 1999, Bettina & Torsten Ulmer, Formosa Verlag, ISBN 3-934733-01-8
  • Passiflora: Passionflowers of the World, 2004, Torsten Ulmer & John M. MacDougal with drawings by Bettina Ulmer, Timber Press, ISBN 0881926485
  • Passiflora: Exotische verrassingen in de Lage Landen, Klaas Kingma en Piet moerman, 2001, Terra Lannoo, ISBN 90-5897-038-8
  • Farbatlas Passionsblumen/Colour Atlas Passionflowers (tweetalig), 2005, Bettina & Torsten Ulmer, Formosa Verlag, ISBN 3-934733-04-2
  • Passiflora xishuangbannaensis (Passifloraceae): A New Chinese Endemic, Shawn E. Krosnick, in Novon 15: 160–163. 2005., online versie
  • Passiflora tarminiana, a new cultivated species of Passiflora subgenus Tacsonia, Geo Coppens d'Eeckenbrugge, Victoria E. Barney, Peter Møller Jørgensen, John M. MacDougal, in Novon 11(1): 8–15. 2001, online versie
Zie de categorie Passiflora van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.