Osteoporose

Osteoporose is het gevolg van afgenomen bot-massa en verstoring van de bot-matrix, hierdoor is de botdichtheid verlaagd. Dit leidt tot een afname van de sterkte van de botten en een verhoogd risico op botbreuken, van met name de wervelkolom, heup, pols, bovenarm en bekken. Het risico op breuken neemt toe met de leeftijd; het betreft met name personen die ouder dan 75 jaar zijn. Een op de twee vrouwen en een op de vijf mannen van 50 jaar of ouder zal ten minste een botbreuk ten gevolge van osteoporose oplopen. De kosten voor de gezondheidszorg zijn enorm: voor heel Europa zo’n 30 miljard euro.

Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Botontkalking
Osteoporose
Coderingen
ICD-10M80-M82
ICD-9733.0
OMIM166710
DiseasesDB9385
MedlinePlus000360
eMedicinemed/1693
NHG-standaardFractuurpreventie/samenvatting
Portaal    Geneeskunde

Oorzaken

Tussen het twintigste en dertigste levensjaar bereiken de botten hun maximale massa (piek-bot-massa). Voor een goede botopbouw zijn hoogwaardige voeding (niet te veel vet en suiker) met voldoende vitamine D, magnesium en calcium, lichaamsbeweging/sport en bij voorkeur ten minste een kwartier per dag blootstelling aan zonlicht van belang. Tussen het veertigste en zestigste levensjaar begint de botmassa af te nemen. Dit is het gevolg van toegenomen afbraak van bot door osteoclasten en verminderde botvorming door osteoblasten. Leeftijdsgebonden veranderingen van de botten zijn de belangrijkste oorzaak van osteoporose. De afgenomen hoeveelheid oestrogenen na de menopauze verhoogt het risico op botverlies bij vrouwen. Botverlies bij mannen treedt vooral op vanaf het zeventigste levensjaar, en komt vaker voor bij mannen met tekorten in de productie van testosteron en oestrogeen. Een tekort aan vitamine D en hyperparathyreoïdie komen relatief veel voor bij ouderen en kunnen bijdragen aan de ziekte. Andere zaken die kunnen bijdragen zijn verminderde lichaamsbeweging, roken, meer dan drie glazen alcoholhoudende drank per dag, langdurig gebruik van orale (via de mond ingenomen) glucocorticoïden (bijvoorbeeld prednison, hydrocortison) en een afgenomen productie van IGF-1 (insuline-like growth factor).

Een van de belangrijkste oorzaken is gebrek aan belasting: bot groeit tegen de verdrukking in. Astronauten hebben na langer verblijf in de ruimte allemaal last van osteoporose. De eerste therapie is belasten, trainen met gewichten.

Wie loopt risico?

Kleinere piek-bot-massa, versterkt botverlies vanaf de menopauze en een hogere gemiddelde leeftijd, leiden ertoe dat vrouwen een verhoogd risico op osteoporose hebben. Glucocorticoïden worden door hen die 75 jaar of ouder zijn 2,5 maal zoveel gebruikt als gemiddeld, en zijn een bekende oorzaak van osteoporose. Er bestaan (internationale) richtlijnen voor de preventie en behandeling van osteoporose die door orale glucocorticoïden wordt veroorzaakt.

Risicofactoren voor osteoporose.
Onafhankelijk van de botdichtheid
Immobiliteit
Leeftijd
Botbreuk na het 50ste levensjaar
Moeder met gebroken heup (erfelijke aanleg)
Behandeling met orale glucocorticoïden
Roken
Alcohol, meer dan 3 eenheden per dag
Reumatoïde artritis
BMI ≤ 19
Vallen
Onvoldoende calcium en vitamine D in de voeding
Afhankelijk van de botdichtheid
Onbehandeld hypogonadisme
Malabsorptie
Ziekte van het endocrien systeem
Chronische nierziekte
Chronische leverziekten
COPD
Immobiliteit
Geneesmiddelen (aromataseremmers, androgeen deprivatie therapie, antidepressiva van het type selectieve serotonine-heropnameremmer[1])

Diagnose

De WHO definieert osteoporose op basis van botmineraaldichtheid (bone mineral density, BMD) van het bot van de wervelkolom en bovenste deel van het dijbeen. Deze wordt gemeten met röntgenabsorptie (Dual Energy X-ray Absorptiometry of DEXA meting, ook als DXA afgekort). Als een BMD wordt gemeten die 2.5 standaardafwijkingen lager is dan een normale piek-bot-massa, classificeert men dit als osteoporose. Ultrageluid en een perifere DEXA kunnen gebruikt worden om in te schatten of er wellicht sprake is van de aandoening, en om te beoordelen of een volledige DEXA aangewezen is.

Onderzoek om secundaire oorzaak osteoporose uit te sluiten
Bepaling van het aantal witte bloedcellen (leukocyten), rode bloedcellen (erytrocyten) en bloedplaatjes (trombocyten)
Lever– en nierfunctie tests
Botfunctie tests (calcium, fosfaat en alkalische fosfatase)
Serum immunoglobulines en paraproteïne, Bence Jones eiwit in de urine
Schildklierfunctie tests

Behandeling

Niet-medicamenteus

Vallen draagt in belangrijke mate mee aan het veroorzaken van breuken, met name bij verzwakte, oudere personen. Verschillende maatregelen kunnen het vallen verminderen. Bijvoorbeeld door vermindering van het gebruik van slaapmiddelen en kalmeringsmiddellen (benzodiazepines). Zorg voor voldoende vitamine D, calcium en magnesium in de voeding, eventueel als supplement. Sporten c.q. het doen van oefeningen dient men aan te moedigen en roken en alcohol misbruik dient men af te raden. Fysiotherapie en verlichting van pijn zijn aanvullende behandelvormen. Hulpmiddelen zijn er in de vorm van een rollator of heupbeschermers. Men kan de woonomgeving analyseren, om ervoor te zorgen dat het risico in huis te struikelen minimaal is.

Medicamenteus

Bij hoog fractuurrisico en behandeling met bisfosfonaat:

bij geen inname van zuivelproducten: 1000 mg extra calcium/dag in tabletvorm; bij 1 tot 3 porties zuivelproducten/dag: 500 mg extra calcium/dag in tabletvorm; bij ≥ 4 porties zuivelproducten: geen extra calcium.

Bij matig en hoog fractuurrisico: adviseer 800 IE (20 μg) vitamine D per dag; bij indicatie voor vitamine D en calcium: geef een combinatiepreparaat met 500 mg calcium en 880 of 800 IE vitamine D. Een combinatiepreparaat is beschikbaar in een bruisgranulaat(calciumcitraat) en in tabletvorm(calciumcarbonaat).

Bij hoog fractuurrisico: geef een bisfosfonaat oraal.

Verschillende soorten geneesmiddelen kunnen worden gebruikt. Bisfosfonaten, raloxifeen en hormoonsuppletie gaan de botafbraak tegen. Strontiumranelaat remt botafbraak en stimuleert botvorming, en bijschildklier hormoon (anabool).

Geneesmiddelen bij osteoporose
MiddelDoseringToedieningsweg
alendroninezuur (Fosamax)70 mg eenmaal per week of 5-10 mg per dagoraal (via de mond)
etidroninezuur/calciumcarbonaat (Didrokit)400 mg per dag gedurende 2 weken, dit elke 3 maanden herhalenoraal
ibandroninezuur (Bondronat, Bonviva)150 mg eenmaal per maand tablet, 3 mg eenmaal per 3 maanden injectieoraal of injectie
risedroninezuur (Actonel)35 mg eenmaal per week of 5 mg per dagoraal
raloxifeen (Evista)60 mg per dagoraal
strontiumranelaat (Protelos)2 g per dagoraal
teriparatide (Forsteo)20 mg per dagonderhuidse injectie
parathyreoïdhormoon (Preotact)100 μg eenmaal per dagonderhuidse injectie

Bovenstaande middelen (behalve etidroninezuur en parathyreoïdhormoon) worden als de meest effectieve voor de behandeling van osteoporose beschouwd. Sommige auteurs beschouwen alendroninezuur en risedroninezuur, mede op basis van hun effectiviteit, als middelen van eerste keuze.

In de Verenigde Staten wordt de fabrikant van Fosamax, Merck, aangeklaagd door gebruikers, wegens paradoxale dijbeenbreuken.[2] Deze breuken zijn zeer zeldzaam, maar vragen desondanks om verder onderzoek aangezien de oorzaak onbekend is. Vermoed wordt dat een deel van het antwoord erin ligt dat de osteoblasten het nieuwe bot op het oude bot plaatsen (dat door Fosamax minder wordt afgebroken), waardoor de kwaliteit van het bot niet optimaal is.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.