Opekta

De Nederlandsche Opekta Maatschappij N.V. (later Opekta Beheer B.V.) was een in 1933 opgericht filiaal van het Duitse Opekta GmbH uit Keulen. Het bedrijf werd twintig jaar geleid door Otto Frank.

Geschiedenis

Hoofdgebouw van Opekta in Keulen (1931)

Het bedrijf handelde in pectine, een vruchtenpoeder dat vooral door huisvrouwen gebruikt werd om zelf jam te maken. Het bedrijf was actief in Keulen, maar vanwege de situatie in nazi-Duitsland verhuisde Otto Frank in 1933 naar Amsterdam om daar de Nederlandse vestiging op te zetten. Hij werd daarbij geholpen door zijn zwager Erich Elias, die in Bazel woonde.

De Nederlandsche Opekta Maatschappij N.V. in oprichting, te Amsterdam, gevestigd aan de Nieuwezijds Voorburgwal 120 werd op 15 september 1933 in het handelsregister van Koophandel en Fabrieken, te Amsterdam, met als enige eigenaar Otto Heinrich Frank ingeschreven. Onder de rubriek "soort van bedrijf, dat wordt uitgeoefend", werd "de fabricatie en handel in vruchtproducten, in het bijzonder van pectine" vermeld. Bij de definitieve inschrijving in juli 1934 werd alleen nog de pectine genoemd

Vanwege de concurrentiestrijd op de Nederlandse markt en de seizoen- en weerafhankelijkheid van de pectineverkoop viel de omzet tegen en moest er een tweede bedrijfstak worden gevonden. Op 1 juni 1938 stichtte Johannes Kleiman een bedrijf voor de handel met specerijen en kruiden onder de naam Handelsmaatschappij Pectacon N.V. in oprichting, die eind 1938 definitief in het handelsregister werd ingeschreven. Het bestuur bestond uit Otto Frank als directeur en Johannes Kleiman als commissaris. Hermann van Pels kwam in dienst als kruidenspecialist. Het adres van de nieuwe onderneming werd Singel 400, een pand dat Opekta al vier jaar eerder had betrokken.Per 1 december 1940 verhuisden beide bedrijven naar de Prinsengracht 263.

Tijdens de oorlog

Vanaf 1 december 1940 bevond Opekta zich zowel in het voorhuis als op de begane grond van het pand aan de Prinsengracht 263. Vanwege de jodenvervolging, besloot Otto Frank met zijn gezin in juli 1942 onder te duiken in het achterhuis van het bedrijfspand. Otto was inmiddels afgetreden als directeur van Opekta. Zijn andere bedrijf Pectalon (Opekta) veranderde in de bezettingstijd van naam, het werd toen N.V. Handelsvereeniging Gies & Co, genaamd naar Miep Gies. De producten van deze firma werden onder de naam Cisco verhandeld. De bovenverdiepingen van het achterhuis werden ingericht als schuilplaats voor het gezin en vier anderen. De geschiedenis daarvan is wereldberoemd geworden door het dagboek dat de dochter Anne Frank schreef. Otto Frank overleefde als enige van zijn gezin de oorlog.

Na de oorlog

Na de oorlog leidde Otto Frank het bedrijf tot aan zijn pensioen in 1953. Hierna nam Franks boekhouder Johannes Kleiman de leiding van het bedrijf over tot aan zijn dood in 1959. In deze tijd verhuisde het bedrijf naar de Van Slingelandstraat, terwijl het pand aan de Prinsengracht leeg bleef staan.

Met de komst van geleisuiker in 1965 raakte Opekta een groot deel van de markt kwijt. In 1982 werd het bedrijf verkocht en na diverse overnames kwam het in 1994 in bezit van Dr. August Oetker KG. In 1995 hield Opekta Beheer op te bestaan. De merknaam is nog altijd in bezit van Oetker, maar wordt niet gebruikt.


Zie de categorie Opekta Nederland van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.