Anne Frank

Annelies Marie (Anne) Frank (Frankfurt am Main, 12 juni 1929Bergen-Belsen,1 februari 1945[1]) was een uit Duitsland afkomstig Joods meisje dat bekend is geworden door het dagboek dat ze schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ze ondergedoken zat in Amsterdam. Zij stierf vermoedelijk in februari 1945 aan vlektyfus[2] in het concentratiekamp Bergen-Belsen. Haar officiële sterfdatum is echter door de Nederlandse autoriteiten vastgesteld op 31 maart 1945. Haar dagboek is postuum gepubliceerd en een van de meest gelezen boeken ter wereld. Anne Frank is opgenomen in de Canon van Nederland als een van de vijftig thema's van de Nederlandse geschiedenis.

Anne Frank
Anne Frank (6e Montessorischool Amsterdam, 1940)
(collectie Anne Frank Stichting)
Algemene informatie
Volledige naamAnnelies Marie Frank
Geboren12 juni 1929
GeboorteplaatsFrankfurt am Main, Duitsland
Overledenwaarschijnlijk februari 1945
OverlijdensplaatsBergen-Belsen, Duitsland
Landstaatloos
Handtekening
Werk
Genreautobiografisch
Bekende werkenHet Achterhuis
Dbnl-profiel
Portaal    Literatuur
Tweede Wereldoorlog

Leven

Huis op het Merwedeplein (2004)

Van Duitsland naar Amsterdam

Annes vader Otto verhuisde in juli 1933 van het Duitse Frankfurt am Main, waar Anne was geboren, naar Amsterdam om aan vervolging door de nazi's te ontkomen. Annes moeder Edith Frank en haar oudere zus Margot arriveerden eind 1933 in Amsterdam, en Anne zelf volgde in februari 1934. Het gezin ging wonen aan het Merwedeplein, in een Amsterdamse nieuwbouwwijk. Margot zat op school in de Jekerschool, Anne ging naar de Montessorischool, waar ze begon in de kleuterklas. Anne had, net als haar zus, al snel een kring van vrienden en vriendinnen, onder wie bijvoorbeeld Hanneli Goslar en Sanne Ledermann, die net als Anne Frank met hun familie vanuit Duitsland naar Nederland gevlucht waren. Anne Frank groeide op in een liberaal-joods gezin. De Franks hechtten waarde aan joodse tradities en feestdagen, maar volgden niet alle relegieuze voorschriften.

Nederland bezet

De Anne Frankboom (2006)

Nadat in mei 1940 het Duitse leger Nederland had bezet, volgde de een na de andere anti-Joodse maatregel. Zo mochten vanaf januari 1941 de door de nazi's als als Joden aangemerkte personen bijvoorbeeld geen bioscopen meer bezoeken. Na de zomervakantie van 1941 stroomde Anne van de lagere school door naar de eerste klas van het Joods Lyceum. Vanaf dat moment was het voor Joden verboden om naar niet-Joodse scholen te gaan. Ook haar zus kwam daardoor op het Joods Lyceum terecht.

Op 12 juni 1942 werd Anne Frank dertien jaar. Haar mooiste verjaardagscadeau was een rood geruit dagboek, waar ze dezelfde dag haar eerste zinnen in schreef. Drie weken later, op 6 juli 1942 dook ze met haar familie onder in Het Achterhuis achter het bedrijf Opekta van haar vader Otto Frank aan de Prinsengracht 263. De deur tussen voorhuis en achterhuis zat verstopt achter een boekenkast. In het voorhuis en in het magazijn werkte personeel, waarvan enkelen op de hoogte waren van de onderduikers: de vier helpers, Miep Gies, Bep Voskuijl, Johannes Kleiman, Victor Kugler en de vader van Bep Voskuijl die de boekenkast had gemaakt.

Duitse vluchtelingen, onder wie ook Anne Frank en haar familie, werd op 25 november 1941 met de inwerkingtreding van het nieuwe Reichsbürgergesetz hun nationaliteit ontnomen. De familie werd op dat moment staatloos. De Nederlandse nationaliteit is haar nooit verleend, daar die alleen aan levende personen wordt toegekend. Haar vader weigerde na de oorlog de Duitse nationaliteit en naturaliseerde in 1949 tot Nederlander.

Ondergedoken in het Achterhuis

Replica van de strafbarak in Kamp Westerbork waarin Anne Frank verbleef (2004)

De schuilplaats aan de achterzijde van het grachtenpand in hartje Amsterdam werd naar haar ligging "Het Achterhuis" genoemd, wat later ook de titel zou worden van haar postuum gepubliceerd dagboek. Anne Frank schuilde daar met haar ouders en zus van 6 juli 1942 tot 4 augustus 1944. Daar zaten in totaal acht mensen ondergedoken: de familie Frank, Hermann, Auguste en hun zoon Peter van Pels (die model stonden voor de familie Van Daan in het dagboek) en naderhand ook Fritz Pfeffer, een Joodse tandarts (die model stond voor het dagboekpersonage Dussel).

In deze jaren hield Anne een dagboek bij, waarin ze onder andere schreef over het dagelijks leven in het achterhuis, de angst om ontdekt te worden tijdens het onderduiken, haar ontluikende gevoelens voor Peter, de ruzies met haar ouders en haar ambities om schrijver te worden. Het enige stukje natuur dat het hoofdpersonage in het boek kon zien vanaf de zolderkamer was de top van een paardenkastanje. Decennia later zou deze boom de Anne Frankboom genoemd worden. Anne schreef een aantal schriften vol. Na een oproep op Radio Oranje in Londen op 28 maart 1944 om dagboeken te verzamelen die na de oorlog konden worden gepubliceerd, herschreef ze een groot gedeelte. In tien weken schreef ze 324 vellen vol, maar ze kon het boek niet meer voltooien.

Het Achterhuis hoort tot de Nederlandse literatuur en is een bewerking van de werkelijkheid. Zo komen in het boek gebeurtenissen voor die de schrijfster niet zelf kan hebben meegemaakt, zoals razzia's op de Prinsengracht.

Ontdekking

Na meer dan twee jaar werden de onderduikers ontdekt. Ze werden op 4 augustus 1944 door de Grüne Polizei en Nederlandse politieagenten gearresteerd. Lange tijd werd gedacht dat de onderduikers verraden waren, al was niet bekend door wie. In 2016 publiceerde de Anne Frank Stichting de resultaten van een nieuw onderzoek, waaruit blijkt dat de onderduikers misschien bij toeval werden ontdekt.[3]

Het dagboek werd na de arrestatie gevonden op de vloer van het achterhuis door twee personeelsleden die tot de helpers van de onderduikers behoorden: Miep Gies en Bep Voskuijl (die model stond voor Elly Vossen in het dagboek).

Nadat zij waren gearresteerd werden de onderduikers en twee andere helpers, Victor Kugler en Johannes Kleiman, naar het hoofdkwartier van de Gestapo in Amsterdam-Zuid gereden. Na enige tijd in een kamer met andere gevangenen te hebben gezeten, werden Kugler en Kleiman naar een andere cel gebracht. Het was de laatste keer dat de onderduikers hun vrienden zagen.

Deportatie

Symbolische grafsteen voor Anne en Margot Frank in Bergen-Belsen (2003). In werkelijkheid liggen hun lichamen in een van de massagraven aldaar.

De volgende dag werden de onderduikers naar de gevangenis aan het Kleine-Gartmanplantsoen gebracht, waar zij twee dagen verbleven. Op 8 augustus 1944 werden ze naar het Centraal Station van Amsterdam gebracht en in een trein opgesloten. 's Middags kwam de trein op zijn bestemming aan in kamp Westerbork.

Omdat ze zich niet vrijwillig voor 'tewerkstelling in Duitsland' (in werkelijkheid: voor massavernietiging) hadden gemeld maar waren ondergedoken werden ze in de strafbarak gezet. Gevangenen in de strafbarak kregen minder eten en moesten harder werken dan andere gevangenen. Hun werk bestond uit de demontage van afgedankte batterijen in de werkbarakken.

Zondagochtend 3 september 1944 werden ongeveer duizend mensen per trein naar het oosten gebracht. Een selectieleider kwam de avond tevoren naar de strafbarak, waar hij de namen op zijn lijst voorlas. Ook de onderduikers uit het achterhuis hoorden daarbij. Het was de laatste trein die vanuit Westerbork naar Auschwitz zou vertrekken.

Op 5 september arriveerde de trein in het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau. De acht onderduikers doorstonden de beruchte selectie voor de gaskamers. Vervolgens werden de mannen van de vrouwen gescheiden. Otto Frank, Hermann van Pels, Peter van Pels en Fritz Pfeffer werden naar het nabijgelegen kamp Auschwitz I weggevoerd. Anne, Margot, moeder Edith en Auguste van Pels bleven achter in het vrouwenkamp van Birkenau. Na enige tijd kreeg Anne schurft. Ze werd in het zogenaamde Krätzeblock (schurftblok) ondergebracht dat door een hoge muur gescheiden was van de rest van het kamp. Margot ging met haar mee.

Dood

6e Openbare Montessori Basisschool Anne Frank in Amsterdam (2010)

Op 28 oktober 1944 vertrok een transport met 1308 vrouwen uit Birkenau naar het concentratiekamp Bergen-Belsen. Waarschijnlijk maakten ook Anne en Margot daar onderdeel van uit. Edith bleef achter en stierf op 6 januari 1945. In februari of maart 1945 overleed Margot. Enkele dagen later overleed ook Anne, waarschijnlijk aan de gevolgen van vlektyfus. In die periode lieten naar schatting 17.000 gevangenen het leven in Bergen-Belsen. Van een kamp-administratie was toen geen sprake meer, zodat de exacte overlijdensdata van Anne en Margot niet meer te achterhalen zijn. Het Rode Kruis nam destijds aan dat het 'ergens tussen 1 en 31 maart' geweest moest zijn. De officiële overlijdensakte vermeldt 31 maart 1945 als overlijdensdatum. Later onderzoek wees uit dat een sterfdatum in februari waarschijnlijker is.[1] Van de acht onderduikers in het achterhuis overleefde alleen Otto Frank de oorlog.

Werk

Voorin het dagboek: Ik zal hoop ik aan jou alles kunnen toevertrouwen, zoals ik het nog aan niemand gekund heb en ik hoop dat je een grote steun voor me zult zijn. Anne Frank 12 juni 1942

Dagboek: Het Achterhuis

Anne Frank schreef haar dagboek in de vorm van brieven aan een fictieve vriendin Kitty. Ze schreef: 'Ik zal hoop ik aan jou alles kunnen toevertrouwen, zoals ik het nog aan niemand gekund heb, en ik hoop dat je een grote steun voor me zult zijn.'

Nadat de schrijfster en haar familie verraden waren en gedeporteerd, heeft helpster Miep Gies de dagboekpapieren bewaard. Alleen Annes vader Otto overleefde het vernietigingskamp. Gies gaf het dagboek na de oorlog aan de vader van de schrijfster. Otto Frank redigeerde de tekst en/of liet dat door anderen doen, en publiceerde het boek in 1947 onder de titel Het Achterhuis. Het is sindsdien een van de meest gelezen boeken ter wereld geworden.[4][5]

Ander literair werk

Anne Frank schreef naast Het Achterhuis ook een aantal andere werken.

In 2004 verscheen het Mooie-zinnenboek. Op aanraden van haar vader had Anne (in een kasboek) fragmenten overgeschreven uit de vele boeken die zij op haar onderduikadres las. Het gaat om fragmenten en versjes die haar bijzonder troffen. In de meeste gevallen betreft het volwassenenliteratuur in het Nederlands, Duits en Engels. Het boek bevat facsimilia van Annes originele handschrift met daarnaast de gedrukte tekst. Het manuscript werd al tentoongesteld in het Anne Frank Huis en in het buitenland, maar verscheen niet eerder in druk.

Verspreid zijn enkele gedichten van Anne verschenen die niet zijn gebundeld. Verder staat op haar naam het boek Verhaaltjes, en gebeurtenissen uit het achterhuis.

Herinneringscentra

De herinnering aan Anne Frank wordt levend gehouden door verschillende stichtingen en musea. In Nederland beheert de Anne Frank Stichting het Anne Frank Huis. Sinds enige tijd werkt deze stichting samen met het Anne Frank Zentrum in Berlijn. In 1963 richtte Otto Frank het Anne Frank Fonds op, gevestigd in Bazel. Het fonds beheert de auteursrechten van de geschriften van Anne Frank en houdt zich bezig met de uitgave van het dagboek in diverse talen. Het fonds ondersteunt wereldwijd projecten op het gebied van mensenrechten, racisme, discriminatie en antisemitisme en is betrokken bij de Bildungsstätte Anne Frank in Frankfurt am Main. In de Verenigde Staten is het Anne Frank Center for Mutual Respect actief, dat zijn hoofdkantoor in New York heeft.

Monumenten

Gedenkplaat voor Anne Frank in Aken (2007)

In 1960 werd een beeld van Anne Frank op het Janskerkhof in Utrecht onthuld. In 1977 is een ander beeld van haar op de Westermarkt in Amsterdam geplaatst, vlak bij het onderduikadres. Op 9 juli 2005 werd op het Merwedeplein in Amsterdam, waar de familie Frank van 1933 tot 1942 woonde, nog een ander beeld onthuld ter nagedachtenis aan haar noodgedwongen vertrek.

In mei 2009 werd besloten voor Anne Frank, haar zuster Margot en haar moeder Edith elk een monumentje op te richten in Aken in Duitsland, de laatste woonplaats voor hun komst naar Nederland. De Keulse kunstenaar Gunter Demnig zou drie messing herinneringsplaatjes wijden in het trottoir voor de woning waar de drie in 1933 bij Ediths moeder woonden, voor hun vlucht naar Nederland. Eerder liet Demnig her en der in de Bondsrepubliek, en in Nederland, al zo'n 17.000 plaatjes, zogenoemde Stolpersteine (struikelstenen), plaatsen als kleine monumenten voor de slachtoffers van de nazi's.[6]

Sinds februari 2015 liggen er ook Stolpersteine op de stoep voor het Amsterdamse woonadres van de familie Frank, Merwedeplein 37 II.

In de vroegere Jodenbuurt is een straat naar Anne Frank genoemd. Ook de Montessorischool, waar Anne Frank in 1941 moest vertrekken omdat ze Joods was, draagt haar naam.

Nominatie grootste Nederlander

In 2004 werd Anne Frank genomineerd voor het televisieprogramma De grootste Nederlander. Voor de organiserende omroep KRO was dit aanleiding om voor te stellen Anne Frank postuum te naturaliseren. Dit voorstel werd door een aantal Tweede Kamerleden gesteund. Volgens de Nederlandse wet komen echter alleen levende personen in aanmerking voor naturalisatie. Naar de mening van de Anne Frank Stichting, die onder meer het huis beheert waar Anne Frank ondergedoken heeft gezeten, wordt Anne Frank allang als Nederlands staatsburger beschouwd omdat ze in Nederland opgroeide en in Nederland haar literaire werk schreef.

De KRO besloot daarop de nominatie van de formeel staatloze Anne Frank in stand te houden, te meer omdat het bezit van de Nederlandse nationaliteit bij de verkiezing van De grootste Nederlander er niet echt toe zou doen. Ze eindigde op de 8ste plaats in de slotverkiezing.

Bij een soortgelijk televisieprogramma in Duitsland (Unsere Besten voor de verkiezing van de grootste Duitser) werd Anne Frank eveneens genomineerd. Zij eindigde hier op de 134ste plaats.

Toneel en film

Er zijn diverse films en toneelstukken op Anne en haar dagboek gebaseerd. Het eerste toneelstuk kwam uit in 1955, onder de titel The Diary of Anne Frank. Dit toneelstuk won een Pulitzerprijs. In 1959 verscheen de gelijknamige verfilming, die op haar beurt drie Oscars won. Een Nederlandse versie van het toneelstuk ging in november 1956 in première in het bijzijn van koningin Juliana als Het Dagboek van Anne Frank. Een nieuwe versie van het toneelstuk kwam in 1984 uit in Nederland, onder regie van Jeroen Krabbé. In 1997 verscheen een nieuwe versie op Broadway met Natalie Portman in de hoofdrol. In 1995 kwam de documentaire Anne Frank Remembered uit en in 2001 de film Anne Frank: The Whole Story.

Van november 2010 tot februari 2011 was een muzikale bewerking van het dagboek in de Nederlandse en Belgische theaters te zien. Het muziektheaterstuk Je Anne, met in de hoofdrollen Thom Hoffman en Abke Bruins, werd geproduceerd door Mark Vijn.

In het Theater Amsterdam werd van 8 mei 2014 tot januari 2016 het toneelstuk Anne opgevoerd dat geschreven werd door Leon de Winter en Jessica Durlacher. In 2016 ging de Duitse film Das Tagebuch der Anne Frank in première.

Filmoverzicht

Verder is er nog de YouTube-serie Anne Frank videodagboek uit 2020.

Literatuur

  • Anne Frank - Het Achterhuis. Dagboekbrieven 14 juni 1942 - 1 augustus 1944. Amsterdam, 1947. (ISBN 978-90-446-1617-0) Online versie
  • Anne Frank - Verhaaltjes, en gebeurtenissen uit het Achterhuis. Amsterdam, 1982. (ISBN 3-596-12096-9)
    • Gedeeltelijk eerder verschenen in Weet je nog? Verhalen en sprookjes (1949) en Verhalen rondom het Achterhuis (1960).[7]
  • Anne Frank - Mooie-zinnenboek. Amsterdam, 2004. (ISBN 90-351-2647-5)
  • Anne Frank - Verzameld werk. Amsterdam, 2013. (ISBN 978-90-446-2376-5)

Secundaire literatuur

  • David Barnouw & Gerrold van der Stroom - Wie verraadde Anne Frank? Amsterdam, 2003. (ISBN 90-5352-932-2)
  • Mies Bouhuys - Anne Frank is niet van gisteren. Amsterdam, 1982. (ISBN 90-6019-825-5)
  • Denise de Costa - Anne Frank & Etty Hillesum. Spiritualiteit, schrijverschap, seksualiteit. Amsterdam, 1996. (ISBN 90-5018-315-8)
  • Nathan Englander - Waar we het over hebben wanneer we het over Anne Frank hebben. Ambo|Anthos, Amsterdam, 2012. (ISBN 90-414-209-40)
  • Robert Faurisson - Het dagboek van Anne Frank: een vervalsing. Antwerpen, 1985. (ISBN 90-900091-2-4)
  • Bart Funnekotter - Anne Frank in een Notendop. Bert Bakker, Amsterdam, 2011. (ISBN 97-8903-513-6052)
  • Miep Gies & Alison Leslie Gold - Herinneringen aan Anne Frank. Het verhaal van Miep Gies, de steun en toeverlaat van de familie Frank in het Achterhuis. Amsterdam, 1987. (ISBN 90-351-0492-7)
  • Alison Leslie Gold - Anne Frank, mijn beste vriendin. Het verhaal van Hanneli Goslar. Heerhugowaard, 1999. (ISBN 90-206-2099-1)
  • Jeannette den Hartogh & Ruud van der Rol - Over Anne Frank. Den Haag, 1982. (ISBN 90-6252-935-6)
  • Dick Houwaart - Anne in 't voorbijgaan. Emoties, gedachten en verwachtingen rondom het huis en het dagboek van Anne Frank. Amsterdam, 1982. (ISBN 90-6083-338-4)
  • Robert M.W. Kempner - Twee uit honderdduizend: Anne Frank en Edith Stein. Onthullingen over de nazimisdaden in Nederland voor het gerechtshof te München. Bilthoven, 1969.
  • Carol Ann Lee - Anne Frank 1929-1945: pluk rozen op aarde en vergeet mij niet. Amsterdam, 1998. (ISBN 90-5018-532-0)
  • Carol Ann Lee - De wereld van Anne Frank. Amsterdam, 2000. (ISBN 90-245-4010-0)
  • Willy Lindwer - De laatste zeven maanden. Vrouwen in het spoor van Anne Frank. Hilversum, 1988. (ISBN 90-304-0464-7)
  • Jacqueline van Maarsen - Anne en Jopie. Leven met Anne Frank. Amsterdam, 1990. (ISBN 90-5018-110-4)
  • Jacqueline van Maarsen - Ik heet Anne, zei ze. Anne Frank. Herinneringen van Jacqueline van Maarsen.. Amsterdam, 2003. (ISBN 90-5936-021-4)
  • Jacqueline van Maarsen - 'Je Beste Vriendin Anne'. Herinneringen aan de oorlog en een bijzondere vriendschap. Querido, Amsterdam, 2011. (ISBN 9789045111551)
  • Cynthia Mercati - De kracht van onze geest. De visie van Anne Frank. Alkmaar, 1998.
  • Berthe Meijer - Leven na Anne Frank. Bezige Bij, Amsterdam, 2010. (ISBN 90-234-546-42)
  • Melissa Müller - Anne Frank, de biografie. Amsterdam, 1998. (ISBN 90-351-1989-4)
  • Bert Peene - Anne Frank, het Achterhuis. Laren, 1993. (ISBN 90-6675-553-9)
  • Bob Polak - Naar buiten, lucht en lachen! Een literaire wandeling door het Amsterdam van Anne Frank. Amsterdam, 2006. (ISBN 90-5937-124-0)
  • Mirjam Pressler - Daar verlang ik zo naar. Het levensverhaal van Anne Frank. Amsterdam, 1993. (ISBN 90-351-1290-3)
  • Wim Ramaker - Dag Anne Frank. Een groet in woorden. Den Haag, 1982. (ISBN 90-6207-066-3)
  • Ruud van der Rol & Rian Verhoeven - Anne Frank. Amsterdam, 1992. (ISBN 90-384-0329-1)
  • Edith Schreuder - Anne Frank. Groningen, 2003. (ISBN 90-01-13287-1)
  • Anna G. Steenmeijer - Weerklank van Anne Frank. Amsterdam, 1970.
  • Anne Frank Stichting - Anne Frank, een geschiedenis voor vandaag. Amsterdam, 1996. (ISBN 90-72972-21-X)
  • Anne Frank Stichting - Anne Frank Huis, een museum met een verhaal. Amsterdam, 1992. (ISBN 90-12-06601-8)
  • Gerrold van der Stroom - De vele gezichten van Anne Frank. Visies op een fenomeen. Amsterdam, 2003. (ISBN 90-6801-896-5)
  • Hans Ulrich - Wie was Anne Frank?. Haar leven, het Achterhuis en haar dood. Een beknopte biografie voor jong en oud. Verbum, Laren, 2010 (ISBN 90-742-745-28)
  • Hedwig Verleyen - Omtrent Anne Frank. Brugge, 1993.
  • Herman Vuijsje & Jos van der Lans - Het Anne Frank Huis: Een Biografie. Boom, Amsterdam, 2010. (ISBN 97-890-850-69393)
  • Cara Wilson - Liefs, Otto. Utrecht, 1995. (ISBN 90-229-8277-7)
  • Nanda van der Zee - De kamergenoot van Anne Frank. Amsterdam, 1990. (ISBN 90-73299-06-3)
  • Jeroen de Bruyn & Joop van Wijk - Bep Voskuijl, het zwijgen voorbij - een biografie van de jongste helpster van het Achterhuis, 2015
  • Jeroen De Bruyn & Joop Van Wijk - Anne Frank, the untold story - the hidden truth about Elli Vossen, the youngest helper of the Secret Annex, 2018
Anne Frank op een van de Stolpersteine
Biografie
Stichting
Overige
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.