Northern Line (Londen)

De Northern Line is een lijn van de Londense metro. Bij de opening in 1890 was dit de eerste elektrische metrolijn ter wereld. De lijn doorkruist Groot-Londen van noord naar zuid, heeft een totale lengte van 58 km, en bedient 50 stations, waarvan er 36 ondergronds liggen. Met 206 miljoen reizigers per jaar is de Northern Line de drukste lijn van het net. In het centrum van Londen zijn er twee parallelle routes, waardoor de lijn een wat gecompliceerde structuur heeft (→ kaart). De Northern Line is een "deep-level"-lijn, wat wil zeggen dat hij gebruikmaakt van diepgelegen geboorde tunnels. De lijn wordt op metrokaarten aangegeven met de kleur zwart.

Totale lengte58,0 km
Aantal stations50
Geopend1890
Baanvaksnelheid72 km/h
MaterieelType 1995
Treindienst door Metro van Londen

Geschiedenis

Historische ontwikkeling van de lijn
Uitbreiding naar de Northern Heights
Waarom de Londense metro tube (buis) genoemd wordt is goed te zien bij deze trein van de Northern Line nabij station Hendon Central
Perron van de Northern Line in station Bank
Interieur van een trein van de Northern Line

Ontstaan van de Northern Line

Trein van de City & South London Line in 1890

De Northern Line ontstond door samenvoeging van twee lijnen die eerder zelfstandig werden geëxploiteerd. Op 18 december 1890 opende de City & South London Railway (C&SLR), de eerste deep-level-lijn van Londen en de eerste geëlektrificeerde metrolijn ter wereld. De tunnel werd gebouwd onder supervisie van James Henry Greathead, die eerder verantwoordelijk was geweest voor de aanleg van de Tower Subway. De lijn verbond de zuidoever van de Theems met de City en liep van Stockwell naar King William Street. De eerste uitbreidingen van de lijn volgden tien jaar na de opening: in het noorden tot Moorgate (25 februari 1900) en in het zuiden naar Clapham Common (3 juni 1900). Het krappe en ongunstig gelegen station King William Street werd hierbij gesloten en vervangen door station Bank. Op 17 november 1901 werd de lijn met één station verlengd van Moorgate naar Angel en op 12 mei 1907 werd station Euston bereikt.

Op 22 juni 1907 werd de Charing Cross, Euston & Hampstead Railway (CCE&HR) (ook Hampstead Tube genoemd) in gebruik genomen. De lijn liep van station Strand (nu Charing Cross) naar Camden Town, waar hij zich splitste in een tak naar Golders Green en een tak naar Highgate (nu Archway). Op 6 april 1914 werd de CCE&HR in het zuiden met één station verlengd naar Embankment (toen nog Charing Cross geheten), waar op de District Line kon worden overgestapt.

In 1913 kwamen beide lijnen in eigendom van dezelfde maatschappij, waardoor ze met elkaar verbonden konden worden. Tussen 1922 en 1924 werden de tunnels van de C&SLR aangepast aan het standaard dwarsprofiel, waarvoor de lijn geheel stilgelegd moest worden. Ondertussen werd de CCE&HR op 19 november 1923 in het noorden verlengd naar Hendon Central. Op 20 april 1924 werden de lijnen uiteindelijk aan elkaar gekoppeld met de openstelling van het tracé Euston - Camden Town. Vervolgens werd de noordwestelijke tak op 18 augustus 1924 voltooid met de verlenging van Hendon Central naar Edgware. In het zuiden kwam op 13 september 1926 een nieuw traject in dienst tussen Embankment en Kennington, waardoor de takken aan beide zijden met elkaar verbonden waren; tegelijkertijd werd de lijn verlengd van Clapham Common naar Morden, het huidige zuidelijke eindpunt. De lijn die nu was ontstaan kreeg de naam Morden–Edgware Line, hoewel men ook, naar het voorbeeld van de Bakerloo Line, samentrekkingen als Edgmorden en Medgware overwoog. Sinds 1937 wordt de naam Northern Line gebruikt.

Na de nationalisering van de spoorwegen in 1933 werd ook de Northern City Line, tussen Moorgate en Finsbury Park, deel van de Northern Line, hoewel beide lijnen niet met elkaar verbonden waren.

New Works Programme: verlenging naar de Northern Heights

In juni 1935 kwam het Londense vervoerbedrijf met een ambitieus uitbreidingsplan voor de Northern Line. Het behelste de integratie in het metronet van een bestaande spoorlijn van de London and North Eastern Railway (LNER) over de Northern Heights. Deze lijn uit de jaren 1860-1870 liep van Finsbury Park via Highgate naar Edgware, met takken naar Alexandra Palace en High Barnet, en werd bereden door stoomtreinen. Na elektrificatie zou de lijn op drie punten met de Northern Line verbonden worden: tussen de Northern City Line en het bovengrondse station Finsbury Park, tussen Highgate en East Finchley door een diepe tunnel en met een kleine omlegging van het spoor nabij station Edgware. Daarnaast zou de lijn naar het noorden verlengd worden tot Bushey Heath.

De bouwwerkzaamheden startten aan het eind van de jaren dertig, maar moesten vanwege de Tweede Wereldoorlog stilgelegd worden. De tunnel naar East Finchley en de tak naar High Barnet waren al zo ver gereed dat het werk hier door mocht gaan en het tracé in twee stappen in 1939 en 1940 in gebruik kon worden genomen. Ten westen van Finchley Central werd in 1941 één spoor geëlektrificeerd tot Mill Hill East, om de kazerne aldaar te bedienen. Van verdere uitbreiding zou het niet meer komen. Na de oorlog was het gebied ten noorden van Edgware onderdeel van de "groene gordel" om Londen geworden, waardoor de verlenging tot Bushy Heath geen zin meer had.

In 1954 werd de oude LNER-lijn van Finsbury Park naar Alexandra Palace gesloten. Langs het tracé ligt nu een wandel- en fietsroute, maar lokale inwoners zetten zich in voor heropening van de lijn als lightrail. De stations op de tak naar High Barnet verraden door hun bouwstijl nog altijd hun voorgeschiedenis als deel van het voorstadsnetwerk.

Latere ontwikkelingen

In 1975 werd de Northern City Line, inmiddels Highbury Branch geheten, weer onderdeel van het hoofdnet van de spoorwegen; de lijn wordt nu geëxploiteerd door wagn. De Northern Line had in de jaren tachtig en negentig een slechte reputatie, onder andere door het oude materieel dat er dienstdeed, waardoor de lijn wel "Misery Line" werd genoemd. Tussen januari 2003 en mei 2010 werd de Northern Line geëxploiteerd door middel van publiek-private samenwerking (PPS). De infrastructuur en de treinen werden beheerd door het bedrijf Tube Lines, terwijl de reizigersdienst door Transport for London (TfL) werden uitgevoerd. Inmiddels worden beide diensten verzorgd door TfL.[1]

Toekomstige ontwikkelingen

Nieuwe tak naar Battersea

Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe tak van de Northern Line naar Battersea. Vanaf Kennington worden twee parallelle 3,22 km lange tunnels in westelijke richting geboord. Er komen twee stations aan deze tak, Nine Elms en Battersea Power Station, met de mogelijkheid om de lijn in de toekomst te verlengen naar Clapham Junction. Deze uitbreiding zou eind 2020 gereed zijn, maar is uitgesteld naar september 2021 (en valt dan samen met de opening van het vernieuwde station Bank). De dienstuitvoering wordt dan waarschijnlijk als volgt: treinen vanaf Battersea Power Station rijden via Charing Cross naar Edgware. De City-tak van de Northern Line wordt dan bereden door treinen van Morden naar High Barnet/Mill Hill East. Mogelijk blijven daarnaast nog treinen van Morden via Charing Cross naar het noorden rijden.

Nieuwe tunnel voor station Bank

Station Bank kan de grote drukte niet meer aan. Daarom wordt dit station flink uitgebreid, en gaat het een geheel vormen met station Monument. Momenteel wordt het southbound perron van de Northern Line veel gebruikt door reizigers als loopverbinding tussen deze stations, terwijl het perron al vrij smal is. Een deel van de werkzaamheden behelst het boren van een nieuwe tunnel voor de Northern Line (southbound) van 570 meter lang om de bestaande perrontunnel heen met een nieuw, breed perron. Op de plaats van het oude perron en het spoor komt extra loopruimte voor de reizigers. Om dit werk uit te voeren zal in het voorjaar van 2020 de City-tak van de Northern Line gedurende 17 weken gesloten zijn. Station Bank krijgt meer liften en roltrappen, een loopband en een nieuwe stationsingang in Cannon Street. Het werk is in 2021 gereed.

Dienstuitvoering

De structuur van de Northern Line is complex. In het stadscentrum heeft de lijn twee routes, de City branch (via London Bridge en Bank) en de Charing Cross branch (via Waterloo en Charing Cross), die aan beide zijden weer bij elkaar komen, en in het noorden splitst de lijn zich in drie takken. Dit brengt een ingewikkeld dienstenpatroon met zich mee, dat bovendien verschilt per dagdeel. Een veelvoorkomend patroon is het volgende:

  • Alle treinen via de City branch rijden in het zuiden van en naar Morden, de helft van de treinen via de Charing Cross branch heeft Kennington als eindpunt.
  • Buiten de spits gaan treinen van de Charing Cross branch in het noorden naar Mill Hill East en Edgware, de treinen van de City branch naar High Barnet en Colindale.
  • In de spitsuren rijden de treinen op beide centrale routes afwisselend naar alle eindpunten.

Daarnaast bestaan er nog enkele diensten die slechts een deel van de lijn berijden. Per tak wordt een frequentie van ongeveer 1 trein per 5 minuten onderhouden, station Mill Hill East wordt iedere 10 tot 15 minuten bediend. Ten zuiden van station Camden Town bevindt zich een wisselcomplex waar de twee centrale takken samenkomen, om zich vervolgens direct weer te splitsen.

Materieel

Modern materieel in station Mornington Crescent

De dienst op de Northern Line wordt uitgevoerd met treinen van het Type 1995, momenteel het op 2 na modernste materieel van de Londense metro.[2] Tussen 1998 en 2001 zijn er in totaal 106 zesrijtuigtreinen afgeleverd, ter vervanging van het ruim 35 jaar oude Type 1959 en Type 1962-materieel en het minder oude Type 1972. De nieuwe treinen werden in Birmingham gebouwd door Alstom.

De treinen bieden plaats aan 914 passagiers. In totaal 200 zitplaatsen bevinden zich tegenover elkaar langs de wanden, waardoor er veel ruimte is om te staan. Elk rijtuig is 17,77 m lang en beschikt over twee dubbele deuren in het midden en twee enkele deuren aan de uiteinden, met uitzondering van de koprijtuigen, die slechts één enkele deur hebben. Er zijn aparte plaatsen gereserveerd voor rolstoelgebruikers. Elk rijtuig is voorzien van een aantal elektronische informatieschermen en de stations worden automatisch omgeroepen. Tussen de rijtuigen bestaat er geen doorgangsmogelijkheid.

Voor onderhoud en stalling zijn depots aanwezig bij de stations Golders Green, Morden, Highgate en Edgware.

Stations

Van noord naar zuid:

Tak naar Edgware
Tak naar High Barnet
Tak naar Mill Hill East


Samenkomst noordelijke takken


Via Charing Cross
Via Bank


Gemeenschappelijk traject naar Morden
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.