Negerzoen

Een negerzoen (ook zoen, schuimzoen, choco(lade)zoen of, in Limburg en Vlaanderen, negerinnentet) bestaat uit licht gezoet eiwitschuim (luchtig opgeklopt eiwit) op een wafel, en afgedekt met een dunne laag chocolade.

Negerzoen
Een doorgesneden negerzoen, waarin de vulling van eiwitschuim te zien is
LandDenemarken
Hoofdingrediënt(en)eiwit, chocolade
Typezoetwaren
Portaal    Eten en drinken

Geschiedenis

De voorganger van dit gebak werd ongeveer 200 jaar geleden in Denemarken gecreëerd, waar de lekkernij flødebolle wordt genoemd. Niet veel later werden ze in vele Noord-Europese landen vervaardigd onder namen als Negerkuss in Duitsland, negerzoen in Nederland, Negerkys/Negerbolle in Denemarken, Tête de nègre in Frankrijk, Negerinnentet in Vlaanderen (tet is een dialectwoord voor borst) en in veel andere landen onder een van de vele naamvariaties hierop. In Oostenrijk, Zwitserland en Zuid-Duitsland worden negerzoenen Mohrenkopf of Schwedenbomben ("Zweedse bommen") genoemd.

De moderne variant is ontstaan in de 19e eeuw in banketbakkerijen in Frankrijk en werd gemaakt uit een luchtige schuimmassa die werd overgoten met een laag chocolade. Aan het begin van de 20e eeuw werden ze ook in banketbakkerijen buiten Frankrijk verkocht. Na de Tweede Wereldoorlog is de fabrieksmatige massaproductie van het gebak op gang gekomen in Duitsland en in het midden jaren vijftig van de twintigste eeuw ook in Nederland.

Nederland

De vroegste foto van de bereiding van negerzoenen bij Buys, jaren twintig

In Nederland werd het gebak in 1920 geïntroduceerd door de firma 'Banket en biscuit' van B.P. Buijs in Oudenbosch in Noord-Brabant. De bakker bracht sinds 1890 allerlei verschillende koekjes op de markt.[1] In Nederlandstalige publicaties wordt deze dan ook vaak als 'uitvinder' van de lekkernij aangewezen.

Aanvankelijk maakte Buijs de zoetwaren stuk voor stuk met de hand, maar in 1957 werd de productie in navolging van Duitsland machinaal aangepakt en konden er uiteindelijk tot 350.000 negerzoenen per dag geproduceerd worden.[2] Buijs banket biscuit wijzigde vanwege de export naar het buitenland in Buys en staakte alle andere bakactiviteiten.[3] Nadat de fabriek van 'Buys' in 1997 verkocht werd aan branchegenoot Van der Breggen BV in Tilburg werd de productie in 2003 ook naar Tilburg overgeheveld, waar in 2006 25.900 negerzoenen per uur geproduceerd werden (meer dan honderd miljoen per jaar).

In Nederland zijn ook andere fabrikanten met deze zoetwaren op de markt gekomen, waaronder Dickmann's.

Receptuur

De fabrieksmatige varianten worden gemaakt op een wafeltje, dat lijkt op een wafel waar ijs op wordt geserveerd. Hierop wordt een zoete massa gespoten, die gemaakt wordt van geklopt eiwit met suiker, waar kokende suikersiroop op wordt gegoten (tijdens het kloppen). Door de warmte van de siroop gaart het eiwitmengsel langzaam, dat hierdoor opstijft, vergelijkbaar met de receptuur voor noga. Dit wordt op het wafeltje gespoten. Na enkele uren is dit eiwit zo veel opgesteven, dat het stevig en plakkerig van de suiker is. Dan wordt de negerzoen ondersteboven in de chocolade gedoopt. Zodra deze is afgekoeld, is ze klaar voor consumptie.

Naam

In meerdere talen verwijst de benaming naar het woord neger. Van der Sijs (2002)[4] dateert het woord negerzoen ('met geklopt eiwit gevuld koekje, overtrokken met chocolade') op 1950, zijnde het jaartal van de oudste schriftelijke vindplaats van het woord. In 1921 werd er echter al voor geadverteerd.[5] Meerdere fabrikanten in verschillende landen hebben in de loop der tijd de handelsnaam gewijzigd omdat zulke aanduidingen in sommige talen als discriminerend of racistisch kunnen worden ervaren. Negerküsse werden Schokoküsse of Schaumküsse, Franse Têtes de nègre werden Bisous de Mousse, Engelse Negro kisses werden Angel Kisses en Finse Neekerin suukot werd Brunberg suukot.

In 2005 drong de Stichting Eer en Herstel Betalingen Slachtoffers van Slavernij bij fabrikant Van der Breggen erop aan om de naam te veranderen.[6] Bij de fabrikant was de herkomst van de naam onbekend. Volgens manager Jos Verhoeve is de naam mogelijk ontstaan doordat iemand die een negerzoen eet bruine lippen krijgt en als die een ander een kus geeft, dat een kus van een neger werd genoemd."[7] Van der Breggen deed vervolgens onderzoek naar de gevoeligheid van het woord "negerzoen" en besloot zijn negerzoenen voortaan te verkopen als "Buys Zoenen". De koekfabrikant stelt op zijn website: "Buys Zoenen zijn de opvolgers van onze alom bekende negerzoenen, die al 86 jaar populair zijn bij jong en oud. Na zorgvuldig markt-, merk-, en consumentenonderzoek vonden we het tijd de productnaam te moderniseren. Sommige mensen vinden het jammer dat de naam negerzoenen verdwijnt, omdat ze die al zo lang kennen. Er zijn echter ook mensen die minder enthousiast zijn over de benaming. Daar hebben we alle begrip voor. Buys Zoenen moeten zijn voor iedereen."[8][9]

Later meldde dagblad Trouw dat de rel rond de naamsverandering een actie van de marketingafdeling was.[10] Met ’Buys zoenen’ zou meer te variëren zijn, met themazoenen, zoals de WK-zoen, de zomerzoen en de Valentijnszoen. Dat mensen zich nu minder gekwetst voelen is slechts een bijkomstigheid, zei de woordvoerder. De strategie werkte. De verkoop van de zoenen piekte rond de naamswijziging en de themazoenen zijn bestsellers.

Varianten

Van links naar rechts: Partyzoen, Negerzoen, Paaszoen, Mini- en Super Dickmanns en Melo Cake of Mallo.

De zoetwaren zijn tegenwoordig in verschillende varianten verkrijgbaar, onder andere als:

Een iets meer afwijkend product is in de Verenigde Staten van Amerika bekend als mallomar. Variaties hierop worden in Nederland onder andere verkocht als Melo Cakes (van Milka) en Mallo's (van Confibel). Deze hebben een steviger en kruimiger koekje of biscuitje als basis (in plaats van een wafeltje) met daarop een wat taaier schuim dat meer richting marshmallow gaat.

Trivia

Galerij

Zie de categorie Schokokuss van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Beluister (info)
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.