Nederlandse elektriciteitsmarkt

Op de elektriciteitsmarkt in Nederland zijn verschillende soorten spelers actief. Dit zijn producenten van elektriciteit, leveranciers van elektriciteit, (groot)handelaren in elektriciteit, en de netbeheerders en meetbedrijven. De netbeheerder is als nutsbedrijf verantwoordelijk voor het fysieke transport van elektriciteit. In Nederland is hij in zijn regio monopolist. Hij moet een door de overheid gereguleerd tarief hanteren, het capaciteitstarief. Hoewel de meeste consumenten alleen elektriciteit afnemen, zijn er ook bedrijven en consumenten die elektriciteit produceren en terugleveren.

Keten

Tijdlijn van de fusies en splitsingen van de verschillende provinciale, regionale en gemeentelijke energiebedrijven, elektriciteit én gas, in Nederland, 1986–2018

De waardeketen van de Nederlandse elektriciteitsmarkt bestaat uit verschillende partijen:

  • De producenten van elektriciteit. Zij wekken stroom op.
  • TenneT, de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet voor spanningen van 110 kV en hoger, aandelen voor 100% in handen van overheid.
  • De regionale netbeheerders. Zij beheren hoogspanningsdistributienetten (10 t/m 110 kV) en het lichtnet.
  • De programmaverantwoordelijke (PV-Partij). Zij kopen de stroom in voor de leverancier en hebben een leveringsplicht.
  • De meetbedrijven (MV-meetverantwoordelijken). Zij meten het daadwerkelijke verbruik conform de Meetcode.
  • De leveranciers. Zij leveren stroom aan de klanten, zowel particulieren als bedrijven.

De Directie Energie van de Autoriteit Consument en Markt (ACM), houdt toezicht op de markt.

Producenten

Elektriciteit wordt opgewekt door middel van elektriciteitscentrales. De grootste producenten in Nederland zijn Vattenfall, Essent, Engie, CCI, Delta, EDF, Eneco en E.ON. In 2008 werd in Nederland 104 terawattuur (TWh) aan elektriciteit opgewekt, waarvan 91.5 TWh door centrales die fossiele (met name steenkool en gas) brandstoffen verstookten en bijna 4 TWh door de kerncentrale bij Borssele. Ten slotte kwam 9 TWh voort uit duurzame energiebronnen zoals wind en biomassa.[1]

In 2013 werd in Nederland 11,8 TWh groene stroom geproduceerd, wat ongeveer 10,1% van het totale elektriciteitsverbruik in Nederland was. Dit is een afname van de productie van groene stroom ten opzichte van 2012 (toen 12,5 TWh) en komt voornamelijk doordat er minder bij- en mee-stook van biomassa in kolencentrales plaatsvond. De productie van energie uit water, zon en wind nam echter wel toe.[2]

Inkoop

De "programmaverantwoordelijke" of PV-partij is verantwoordelijk voor het in balans houden van de in- en verkoopvolumes van de elektriciteit.

De PV-partij kan elektriciteit op verschillende wijzen in- of verkopen:

  1. De elektriciteitsbeurs. Nederland heeft twee officiële elektriciteitsbeurzen, de Endex en de APX. Op de Endex worden futures gecleared. Dit zijn contracten met een vaste termijn voor langere tijd. De APX is een spotmarkt: er wordt gehandeld in uur-prijzen. Voor elke dag wordt voor elk uur van de dag een aparte prijs vastgesteld.
  2. Onderling. Handelaren in elektriciteit kunnen hun elektriciteit ook onderling verhandelen, buiten de markt om. Dit kunnen zij direct met de tegenpartij doen, of via een broker. Dit wordt over-the-counter (OTC) genoemd. Een broker is een bedrijf dat handelaren bij elkaar brengt. Tegenwoordig gaat de handel via brokers altijd via computersystemen. De handelaar betaalt geld om van dit systeem gebruik te kunnen maken. De handelaar kan op een computerscherm aanbod en vraag volgen, en kan zo handelen op de markt.
  3. Centrales. Sommige elektriciteitsleveranciers zijn tevens eigenaar van een elektriciteitscentrale. Zij kunnen hun elektriciteit dus intern inkopen. Wel komen er steeds meer commerciële producenten op de markt.
  4. Buitenland. Het Nederlandse elektriciteitsnet staat in verbinding met België, Duitsland, Engeland en Noorwegen. Via deze netten staat het in verbinding met de rest van het Europese elektriciteitsnet. Deze verbindingen hebben slechts een beperkte capaciteit, grenscapaciteit. Deze grenscapaciteit wordt elke dag geveild. Omdat elektriciteitsprijzen grote verschillen kennen in Europa, kan het winstgevend zijn om elektriciteit in te kopen in het buitenland, ondanks de extra kosten van de grenscapaciteit.

De drie markten, Nederland, België en Frankrijk zijn sinds januari 2007 op de APX aan elkaar gekoppeld, de koppeling met het Duitse net heeft vertraging.[3]

TenneT

TenneT is de landelijke netbeheerder oftewel de Nederlandse Transmission System Operator TSO. Vanaf 1 januari 2008 beheert TenneT het Nederlandse hoogspanningsnet vanaf 110 kV en hoger. Ze stelt het net op onpartijdige wijze beschikbaar voor elektriciteitstransporten en waarborgt de noodzakelijke balans tussen vraag en aanbod in Nederland.

PV-partij

Tussen de netbeheerder en de leverancier staat de programmaverantwoordelijke (of "PV-partij"). Deze partij is verantwoordelijk voor de inkoop van elektriciteit. De PV-partij draagt al het prijsrisico.[4] Het verbruik van de consument moet op elk moment gelijkstaan aan het ingekochte verbruik. Mocht er een verschil tussen verbruik (en/of verkoop) en productie (en/of inkoop) ontstaan, dan ontstaat er een situatie van onbalans. De Nederlandse landelijke netbeheerder TenneT verrekent elke onbalans financieel. In feite heeft elke aansluiting onbalans doordat het individuele verbruik niet te voorspellen is. Maar als groep hebben alle Nederlandse consumenten een vrij voorspelbaar verbruik.

De PV-partij valt niet noodzakelijkerwijs onder dezelfde groep als de leverancier. Bij de grote leveranciers is dit wel het geval, maar bij de kleinere over het algemeen niet. Zo is bijvoorbeeld PVNED een PV-partij waar meerdere leveranciers gebruik van maken, en die niet 100% eigendom is van een van zijn klanten (leveranciers).

Leverancier

De leverancier levert uiteindelijk de elektriciteit aan de consument, en is verantwoordelijk voor de inkoop van deze elektriciteit. Hij is ook verantwoordelijk voor service naar de klant. De leverancier koopt zijn elektriciteit altijd in bij een programmaverantwoordelijke (PV-partij). Bij de grote energieleveranciers (Essent, Vattenfall, Eneco) zijn de leverancier en de PV-partij eigendom van dezelfde groep. In Nederland hebben zowel bedrijven als particulieren keuze tussen verschillende leveranciers voorbeelden hiervan zijn oxxio, greenchoice, UnitedConsumers. De leverancier bepaalt zelf welke PV-partij hij inschakelt. Hier heeft de consument dus geen keuze.

De leverancier verdient geld doordat hij de elektriciteit duurder verkoopt dan inkoopt. De leverancier loopt in principe geen prijsrisico omdat zijn inkoopprijs en verkoopprijs vast staan.

Contracten

Leveranciers kunnen verschillende contractvormen aanbieden:

  1. Ten eerste is er de vaste prijs voor een bepaalde termijn.
  2. Ten tweede is er een klik-contract. De leverancier spreekt geen prijs af met de consument, maar biedt de mogelijkheid om de elektriciteit op een bepaald moment vast te klikken, tegen de dan geldende marktprijs, met een "opslag" om de kosten en de winst van de leverancier te dekken.
  3. Ten derde is er het APX-contract. Hierbij heeft de klant een tarief dat per uur verschilt. Uiteindelijk wordt hier ten behoeve van de facturering een gemiddelde van gemaakt.

Verder bieden leveranciers ook combinaties tussen deze contracten aan. Sommige leveranciers bieden ook allerlei andere exotische opties aan.

In 2008 zouden contracten voor duurzame energie voorrang krijgen[5]

Berichtenverkeer

Netbeheerder, leverancier, meetbedrijf en programma verantwoordelijken (PV-partijen) moeten constant gegevens uit hun bestanden synchroniseren. Tussen de partijen moet bijvoorbeeld overeenstemming bestaan wiens klant iemand is. Dit is nodig om onbalans te voorkomen. Onbalans kan ontstaan doordat meerdere producenten energie produceren voor één klant (afnemer) of omdat niemand energie produceert voor een klant. Als een klant (afnemer) een contract met een nieuwe leverancier afsluit, verstuurt de nieuwe leverancier een geautomatiseerd bericht naar de netbeheerder, de PV-partij en de oude leverancier. Ook andere gegevens zoals meetdata en stamdata moeten onderling gecommuniceerd worden.

Dit "berichtenverkeer" gaat op basis van het unieke 18 cijferige nummer van de aansluiting, de EAN-code.[6] Synchronisatie van gegevens gaat na het Stroomopwaarts-programma met berichten in open XML: Edine. Doordat de databestanden gestandaardiseerd zijn, kan het vergelijken grotendeels automatisch gaan. De uitwisseling van deze bestanden verloopt voor alle marktpartijen via Energie Data Service Nederland (EDSN). EDSN is een organisatie die in opdracht van de regionale netbeheerders, TenneT en GTS werkt op het gebied van de centrale marktfacilitering voor de energiesector. Marktfacilitering omvat met name het uitwisselen en beheren van gegevens en het onderhouden van relevante afgesproken standaarden in de Nederlandse energiemarkt.

Meetbedrijf

Een meetbedrijf registreert het daadwerkelijk afgenomen energieverbruik. Grootverbruikers moeten conform de meetcode een Meetbedrijf aanwijzen dat namens hen meet. Grootverbruikers mogen zelf bepalen welk meetbedrijf namens hen meet. Het meetbedrijf registreert en valideert per locatie (per EAN) het verbruik en geeft dit door aan de netbeheerder. De netbeheerder gebruikt deze informatie voor haar afrekening met de eindgebruiker en levert de informatie door aan de energieleverancier. Deze stelt haar facturen eveneens op basis van deze informatiestroom op. Kleinverbruikers hebben geen keuzevrijheid: de meetinrichting valt bij hen altijd onder verantwoordelijkheid van de netbeheerder.

Registersynchronisatie

Naast het normale berichtenverkeer vergelijken partijen eens in de maand hun volledige klantenbestand, genaamd "registersynchronisatie". Dit is noodzakelijk omdat het berichtenverkeer alleen mutaties synchroniseert, en niet ongewijzigde data. De partijen sturen elkaar de databestanden via een formaat genaamd Datastorm, uploaden het in hun computersysteem en kunnen binnen seconden zien over welke klanten geen overeenstemming bestaat. Mocht bij het synchroniseren blijken dat er geen overeenstemming is, dan moeten de partijen onderling onderhandelen wiens klant iemand is. Dit is een bijzonder tijdsintensief proces, omdat het per geval opgelost moet worden. Normaliter gaat dit door het vergelijken van de contracten met de partijen. Tegelijkertijd kunnen de kosten van fouten in een klantenbestand bijzonder groot zijn als het gaat om een grote afnemer.

Terugleververgoeding

Bedrijven en particulieren kunnen ook een terugleververgoeding krijgen voor de energie die zij terugleveren. Zij dienen deze te verkopen aan een PV-partij, via een leverancier. Bedrijven en particulieren kunnen energie opwekken op verschillende manieren. Onder andere door zonnepanelen, het verbranden van biomassa (bijvoorbeeld bij fokkerijen) en een Warmte-Kracht-Koppeling (WKK). De grootste teruglevering in Nederland vindt plaats door de glastuinbouw. Meestal is het patroon van teruglevering zeer onregelmatig, omdat de consument ook een deel consumeert. Dit maakt het moeilijk om teruglevering te verkopen tegen een goede prijs. Sommige leveranciers staan alleen teruglevering toe als de teruglevering plaatsvindt op een aparte aansluiting. Bij een kleinverbruikersaansluiting (max. 3 x 80A) is de terugleververgoeding wettelijk gelijk aan de prijs die betaald moet worden voor de verbruikte elektriciteit; dit heet salderen. Dit geldt tot maximaal het eigen verbruik (in 2008 was dat nog 3000 kWh). Salderen is geregeld in de elektriciteitswet.

Im- en export van elektriciteit

In Nederland wordt minder elektriciteit opgewekt dan verbruikt. Sinds oktober 2009 was Nederland korte tijd netto elektriciteitsexporteur door een sterke daling van de import. Vanaf 2011 nam het importsaldo echter weer sterk toe. Volgens de gegevens van TenneT, de landelijke netbeheerder, werd in 2015 zo'n 30,7 TWh geïmporteerd en 22,0 TWh geëxporteerd. In 2017 was de internationale handel meer in evenwicht en was de import 20,6 TWh en de export 18,9 TWh.[7]

Het Nederlandse elektriciteitsnet is aangesloten op de netwerken van de buurlanden. Naar België wordt, met uitzondering van 2011, meer elektriciteit uitgevoerd dan ingevoerd.[8] De verbinding met Engeland is sinds het tweede kwartaal 2011 operationeel en sindsdien is de export naar Engeland hoger dan de import.[8] Vanuit Duitsland wordt elk jaar meer ingevoerd dan uitgevoerd. De handel met Noorwegen vindt plaats sinds 2008 en sindsdien is de import vanuit Noorwegen bijna altijd hoger dan de export naar dat land.[8]

Landverbindingen

Nederland heeft zes verbindingen over het land met de buurlanden. Met Duitsland zijn er vier: bij Doetinchem, Meeden, Hengelo en Maasbracht. Via twee hoogspanningslijnen bij Maasbracht en Borsele is er aansluiting met het Belgische net. De nieuwste, vierde verbinding met Duitsland heeft TenneT eind 2018 in gebruik genomen. Deze verbinding loopt tussen Doetinchem en het Duitse Wesel.

Zeeverbindingen

Er is een elektriciteitsverbinding aangelegd tussen Nederland en Noorwegen, de NorNed-kabel. Deze kabel is een gelijkstroomverbinding met een vermogen van 700 MW en is in mei 2008 in gebruik genomen. De zeekabel heeft grote voordelen voor de Nederlandse elektriciteitsmarkt, omdat de elektriciteitsprijzen in Noorwegen normaal gesproken lager zijn dan in Nederland. Met name tijdens de nachturen kan de prijs in Noorwegen ook hoger liggen dan in Nederland. Dit is een gevolg van de vele waterkrachtcentrales met reservoirs die Noorwegen telt. Hierdoor is het prijsverschil tussen dag - en nachturen in Noorwegen veel lager dan in Nederland. De NorNed-kabel maakt dus een efficiëntere inzet van elektriciteitscentrales mogelijk. Daarnaast verhoogt de kabel de leveringszekerheid.

Aan een verbinding met Groot-Brittannië (BritNed-kabel, 1000 MW) werd sinds eind 2008 gewerkt, en deze is 1 april 2011 in gebruik genomen.

In september 2014 viel het besluit een derde zeekabel aan te leggen, deze met Denemarken (COBRA-kabel, 700 MW), en in februari 2016 werd de bouwopdracht verstrekt. Januari 2017 begon de aanleg van de verbinding met het slaan van de eerste paal voor het Nederlandse omzettingsstation in de Eemshaven. De verbinding zal naar verwachting begin 2019 gereed zijn.[9][10]

Vanaf september 2019 is de zogenoemde 'groene kabel' tussen Nederland en Denemarken beschikbaar voor de elektriciteitsmarkt. [11]

Toezichthouder

Het toezicht was een taak van de Energiekamer van de NMa. Vanaf 1 april 2013 valt het toezicht op de energiesector onder de Autoriteit Consument en Markt (ACM).

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.