Lijst van heersers van Lotharingen

Dit is een lijst van heersers van het koninkrijk en later hertogdom Lotharingen, dat in 977 splitste in Opper-Lotharingen (ook het hertogdom van de Moezel genoemd) en Neder-Lotharingen (ook wel Lothrijk genoemd).

Koningen van Lotharingen

Periode Naam Opmerkingen
843 - 855 Lotharius I Keizer over het Karolingische rijk
855 - 869 Lotharius II
869 - 876 In het oosten:
Lodewijk II, de Duitser
In het westen:
869-877 Karel de Kale
Splitsing van Lotharingen 870 bij het Verdrag van Meerssen
876 - 882 Lodewijk III de Jonge 877-879 Lodewijk II de Stamelaar Hereniging 880 bij het Verdrag van Ribemont
882 - 887 Karel III de Dikke
887 - 895 Arnulf van Karinthië
895 - 900 Zwentibold

Hertogen van Lotharingen

Koning van het Roomse rijk Periode Hertog Paltsgraaf
Lodewijk het Kind
van Oost-Francië
900-903
903 - 910 Gebhard van Franconië, graaf in de Rijngouw
910 - 911 Reinier I van Henegouwen, graaf van Henegouwen
Karel de Eenvoudige
koning van West-Francië
911 - 915 Markgraaf Reinier I van Henegouwen, graaf van Henegouwen + Maasgouw, Huis der Reiniers
915 - ? Wigerik, graaf in de Bitgouw + Ardennengouw, stamvader van het Huis Ardennen
? - 923 Godfried van Gulik, huis der Matfrieden
Hendrik de Vogelaar
koning van Oost-Francië
923 - 926
926 - 928 Everhard III van Franken, broer van wijlen koning Koenraad I van Franken (911-918)
928 - 936 Giselbert II van de Maasgouw, zoon van Reinier I van Henegouwen
Keizer Otto I
van het Heilige Roomse Rijk
936 - 939
939 - 940 Hendrik I van Beieren, broer van keizer Otto I
940 - 944 Otto I, graaf van Verdun, voogd van Hendrik, de zoon van Giselbert II van de Maasgouw
944 - 953 Koenraad de Rode, graaf van Nahegouw, Speyergouw en Wormsgouw, neef van Everhard III van Franken
953 - 959 Bruno de Grote, aartsbisschop van Keulen, broer van keizer Otto I
959 - 973 Vanaf 959 hertogen van Opper-Lotharingen, zie onder
Keizer Otto II 973 -983 Vanaf 977 hertogen van Neder-Lotharingen, zie onder
Keizer Otto III (983-1002) 985 - 996 Herman van Lotharingen
Keizer Hendrik II de Heilige (1002-1024) 1020 - 1034 Ezzo van Lotharingen, zoon, stamvader Huis Ezzonen
Keizer Koenraad II (1024-1039) 1035 - 1045 Otto II van Zwaben, zoon
Keizer Hendrik III (1039-1056) 1045 - 1060 Hendrik I van Lotharingen, neef van Otto II
Keizer Hendrik IV (1056-1106) 1061 - 1085 Herman II van Lotharingen, zoon
1085 - 1087 Hendrik van Laach, 2de huwelijk van Adelheid van Orlamünde-Weimar, weduwe van Herman II
Met het aantreden van Hendrik van Laach ging het Paltsgraafschap Lotharingen over in het Paltsgraafschap aan de Rijn

Hertogen van Opper-Lotharingen

Keizer Otto I en zijn broer Bruno de Grote splitsten in 959 het hertogdom Lotharingen op in een zuidelijk deel ('Hertogdom van de Moezel' ofwel Opper-Lotharingen) en een noordelijk deel ('Lotharingen' ofwel Neder-Lotharingen) met Frederik I als markgraaf van Opper-Lotharingen en Godfried van Metz als markgraaf van Neder-Lotharingen.

Periode Naam Opmerkingen
Huis Ardennen
959 - 978Frederik IZoon van paltsgraaf Wigerik
978 - 1027Diederik IZoon
1027 - 1033Frederik IIIKleinzoon, zoon van Frederik II; stierf jong
1033 - 1044Gozelo IAchterkleinzoon van Wigerik
1044 - 1047Godfried II met de BaardZoon
Huis Châtenois
Godfried met de Baard kwam in 1046 in opstand tegen keizer Hendrik III, maar werd verslagen. De keizer ontnam hem zijn titels en benoemde Adalbert tot hertog van Opper-Lotharingen.
1047 - 1048AdalbertZoon van Gerard III van Metz, afstammeling van paltsgraaf Godfried van Gulik
1048 - 1070GerardBroer
1070 - 1115Diederik IIZoon
1115 - 1139Simon IZoon
1139 - 1179Mattheus IZoon
1179 - 1206Simon IIZoon
1205 - 1206Ferry I van BitcheBroer
1205 - 1213Ferry IIZoon
1213 - 1220Thiebaut IZoon
1220 - 1251Mattheus IIBroer
1251 - 1303Ferry IIIZoon
1303 - 1312Thiebaut IIZoon
1312 - 1329Ferry IVZoon
1329 - 1346RudolfZoon
1346 - 1390Jan IZoon
1390 - 1431Karel IIZoon
1431 - 1453IsabellaDochter, trouwde met René I van Anjou
Huis Valois
Doordat Isabella trouwde met René I, regeerden ze samen over het hertogdom. In 1453 nam René I afstand ten gunste van zijn zoon Jan.
1431 - 1453René I
1454 - 1470Jan IIZoon
1470 - 1473Nicolaas IZoon
1473YolandeDochter van Isabella en René.
Huis Vaudémont
Na het huwelijk van Yolanda met Ferry II van Vaudémont werd haar zoon René II hertog.
1473 - 1508René IIZoon
1508 - 1544AntonZoon
1544 - 1545Frans IZoon
1545 - 1608Karel IIIZoon, bijgenaamd de Grote
1608 - 1624Hendrik IIZoon, bijgenaamd de Goede
1624 - 1625NicolaDochter, werd afgezet
1625Frans IIZoon van Karel III, deed afstand ten gunste van Karel IV
1625 - 1634Karel IVZoon, huwde met Nicola
1634 - 1635Nicolaas IIBroer
1635 - 1659Franse bezetting
1659 - 1670Karel IVOpnieuw
1670 - 1697Franse bezetting
1675 - 1690Karel VZoon van Nicolaas II
1690 - 1729LeopoldZoon
1729 - 1737Frans IIIZoon, trouwde met erfprinses van Habsburg, Maria Theresia van Oostenrijk, ruilde (Opper-) Lotharingen voor Toscane
Huis Leszcyński
In het kader van de Tweede Poolse Successieoorlog verloor Frans III het voorvaderlijke Lotharingen aan de Fransen, die het gewest nog enige tijd in leen gaven aan de onfortuinlijke Franse pretendent voor de Poolse troon Stanislaus Leszczyński, die schoonvader was van de Franse koning.
1737 - 1766Stanislaus IEx-koning van Polen, schoonvader van Lodewijk XV van Frankrijk
1766Unie met Frankrijk

Hertogen van Neder-Lotharingen

Periode Naam Opmerkingen
959 - 964 Godfried van Neder-Lotharingen benoemd door Bruno de Grote, laatste hertog van Lotharingen, zoon van Godfried van Gulik paltsgraaf van Lotharingen
964 - 977 Opengehouden voor de oudste zoon van Godfried[1] Toen zijn vader Godfried I overleed was Godfried II te jong om hertog te worden. Totdat keizer Otto II in 977 het hertogdom plotseling nodig had voor zijn volle neef Karel, de jongere broer van de Franse koning. Als schadeloosstelling kreeg Godfried de prefectuur aan de benedenloop van Rijn en Waal en Teisterbant.
977 - 991 Karel Huis Karolingen, benoemd door keizer Otto II
991 - 1012 Otto II zoon, laatste lid van het huis Karolingen
1012 - 1023 Godfried I Achterkleinzoon van Wigerik, beleend door keizer Hendrik II, bijgenaamd Godfried de Kinderloze, huis Ardennen
1023 - 1044 Gozelo I broer, tevens hertog van Opper-Lotharingen 1033-1044
1044 - 1046 Gozelo II zoon; zwakzinnig[2] ; militair gezag uitgeoefend door paltsgraaf Otto II van Zwaben en de rijksbisschoppen van Keulen, Trier, Utrecht en Kamerijk
1046 - 1065 Frederik van Luxemburg Achterkleinzoon van Wigerik
1065 - 1069 Godfried II zoon van Gozelo I, broer van Gozelo II, in conflict met keizer Hendrik III, benoemd door keizer Hendrik IV,

voormalig hertog van Opper-Lotharingen 1044-1047, bijgenaamd Godfried met de Baard

1069 - 1076 Godfried III zoon, bijgenaamd Godfried met de Bult
1076 - 1087 Koenraad van Franken zoon van keizer Hendrik IV, wegens minderjarigheid, vicehertog Albert III van Namen
1088 - 1100 Godfried van Bouillon kleinzoon van Godfried II, geen kinderen
1100 - 1106 Hendrik I van Limburg achter-achterkleinzoon van Diederik I van Lotharingen kleinzoon van Frederik van Luxemburg
1106 - 1128 Godfried I van Leuven benoemd door keizer Hendrik V, bijgenaamd met den baard, achterkleinzoon van markgraaf Reinier III van Henegouwen, geslacht der Reiniers. Godfried was de grondlegger van het latere hertogdom Brabant
1128 - 1139 Walram Paganus van Limburg zoon van Hendrik I, benoemd door keizer Lotharius III
1139 - 1142 Godfried II van Leuven zoon van Godfried I, bijgenaamd de Jonge
1142 - 1190 Godfried III van Leuven zoon, bijgenaamd de Moedige

Op de Landdag van Schwäbisch Hall in 1190 na de dood van Godfried III werd de titel "Hertog van Neder-Lotharingen" gezagsloos verklaard, de erfopvolger Hendrik I van Brabant, als eerste titel verkregen van hertog van Brabant sinds 1183, mocht het hertogelijk gezag slechts uitoefenen binnen zijn eigen gebieden en rijkslenen. De titel bleef evenwel tot op het einde van het ancien régime in het oorkondelijk protocol van de hertogen van Brabant en hun opvolgers bewaard.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.