Kraakbeendrieklauw

De kraakbeendrieklauw[2] (Amyda cartilaginea) is een schildpad uit de familie weekschildpadden (Trionychidae).[3] De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Pieter Boddaert in 1770. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Testudo cartilaginea gebruikt.

Kraakbeendrieklauw
IUCN-status: Kwetsbaar[1] (2000)
Zwart-witfoto
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Testudines (Schildpadden)
Onderorde:Cryptodira (Halsbergers)
Superfamilie:Trionychoidea
Familie:Trionychidae (Weekschildpadden)
Geslacht:Amyda
Soort
Amyda cartilaginea
(Boddaert, 1770)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Kraakbeendrieklauw op Wikispecies
Portaal    Biologie
Herpetologie

Indeling

Het was lange tijd de enige soort uit het geslacht Amyda, aangezien de status van de enige andere voormalige soort uit dit geslacht nogal omstreden is. Vermoed wordt dat de kraakbeendrieklauw vrij sterk verwant is aan de Birmese drieklauw (Nilssonia formosa), maar hier is nog veel onduidelijkheid over. Vroeger werd de soort onder andere bij de geslachten Trionyx en Testudo ingedeeld.

Uiterlijke kenmerken

De kraakbeendrieklauw wordt behoorlijk groot en kan een schildlengte van maximaal 83 centimeter bereiken. Slechts enkele soorten weekschildpadden worden nog groter. Het schild lijkt meer op een pannenkoek dat op de schildpad is gelegd; het schild is zeer plat en zacht, aan de achterzijde buigt het wat naar onderen en bedekt de achterpoten.
De kop en poten zijn vrij groot, de poten met name door de grote zwemvliezen, de neuspunt is spits. Juveniele dieren hebben een veel ronder schild dat een soort kiel op het midden heeft, ook hebben ze vele kleine lichte en ronde vlekjes op de kop, poten en schild, die bij oudere dieren langzaam vervagen.
De schildkleur van jongere dieren is groen, van oudere dieren neigt het meer naar bruin. Mannetjes zijn van vrouwtjes te onderscheiden door een dikkere en langere staart, ook is het buikschild van mannetjes wit van kleur, dat van vrouwtjes is meer grijs.[4]

Algemeen

De kraakbeendrieklauw komt voor in Azië, in Cambodja, Indonesië (op Borneo, Java, Sumatra), Laos, Maleisië, Myanmar, Thailand en Vietnam. De habitat bestaat uit modderige en langzaamstromende wateren als rivieren, moerassen en meren. De schildpad is schuw en komt niet aan land om te zonnen, wel wordt bij drogere periodes het land betreden om zich in te graven in de modder, met alleen de snuitpunt die er boven uitsteekt. Ook onder water kan de schildpad ingegraven onder de modder worden aangetroffen, waarschijnlijk is de soort schemer- of nachtactief.
Het voedsel bestaat voornamelijk uit vlees, de schildpad jaagt actief op vissen, amfibieën, kreeftachtigen en andere in het water levende dieren, maar er is ook wel een exemplaar beschreven met zaden van palmen in de maag.

Bronvermelding

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.