Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel

De Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel (Frans: Académie Royale des Beaux-Arts) is een Franstalige kunsthogeschool in Brussel.

Gebouw van de Academie in de Zuidstraat (1935)

Geschiedenis

Voorgeschiedenis

Vanaf 1711 werden er toegepaste en beeldende kunsten onderwezen in het stadhuis van Brussel. De dekens van de schilders, beeldhouwers, tapissiers en andere kunstgilden kregen van het stadsbestuur de beschikking over enkele vertrekken en maakten er gebruik van om er tekenonderricht te geven.

Oprichting en beginfase

In 1737 kreeg de academie haar eerste reglement. De stad nam enkele kosten op zich, waaronder deze voor de modellen. Enkele decennia later brak er onenigheid uit. De lessen verhuisden naar herberg 't Gulden Hoofd en werden zelfs enige tijd opgeschort. Het was de Brugse schilder Bernard Verschoot die de academie met harde hand terug op de sporen zette. Hertog Karel van Lotharingen stelde de school onder zijn hoge bescherming (1762).

De school werd heropgericht als Académie de Peinture, Sculpture et Architecture, gefinancierd door openbare inschrijving (1768). Inspiratie vond men in het Franse model. De architectuurafdeling stond onder leiding van Barnabé Guimard.

Tijdens de revolutionaire periode kreeg de school het moeilijk. Ze werd zelfs even gesloten, maar heropende in 1800.

Herlancering

Opstand van de Academie (Jamaer, 1876)

Met de Belgische onafhankelijkheid kwam er een nieuwe directeur, François-Joseph Navez, die gestalte moest geven aan de hervonden ambities. Zijn hervorming van het programma (1835-36) werd bekroond met de toekenning van het predicaat koninklijke.

In 1876 betrok de academie het voormalige bogaardenklooster in de Zuidstraat. Architect Pierre-Victor Jamaer integreerde diverse gebouwen achter zijn eclectische façade.

In deze periode bestond er felle concurrentie tussen de academie en een andere kunstschool uit de hoofdstad, Sint-Lucas. Onder Charles Van der Stappen kregen ook literatuur en fotografie er hun plaats. Onder impuls van burgemeester Karel Buls kwam er in 1886 een École des Arts décoratifs met Jean Baes aan het hoofd. Dit was een poort langs waar de invloed van de Arts & Crafts zich in België deed gelden.

In 1927 werd Victor Horta directeur. Hij stelde een systeem van ateliers in en versterkte de architectuuropleiding. Deze zou pas in 1977 zelfstandigheid verwerven met de creatie van het Institut supérieur d'Architecture Victor Horta.

Universitaire opleiding

In de jaren 2000 wordt de Academie een universitaire kunstopleiding. Dit wordt gereflecteerd in de nieuwe benaming Académie royale des Beaux-Arts de la ville de Bruxelles - École Supérieure des Arts (ARBA-ESA).

Locaties

Gebouw

Het huidige academiegebouw bevat de voornaamste restanten van het rijke kloosterverleden in Brussel, dat voor de rest verzwonden is in de revolutiejaren rond 1800. Vanop de Zuidstraat is het voormalige kerkkoor van de bogaarden te zien. Belangrijker is de vierkante kloostergang erachter, met bakstenen kruisgewelven. Ernaast ligt een tweede, groter binnenplein waarvan de zuidelijke tuingevel ook nog een overblijfsel is van het klooster.

Directeuren

Bekende oud-studenten

Tentoonstellingen

  • Academie Royale des Beaux-arts et École des Arts decoratifs de Bruxelles. Exposition centennale 1800–1900
  • 1987: Académie Royale des Beaux-Arts de Bruxelles, 275 ans d'enseignement
  • 2007: Art, anatomie trois siècles d'évolution des représentations du corps

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.