Kasteel van Bouillon


Het Kasteel of de Burcht van Bouillon is een hoogteburcht van middeleeuwse oorsprong die het Belgische stadje Bouillon, in de provincie Luxemburg domineert. De burcht is strategisch gelegen op een lange rotskam in een lus van de rivier de Semois, die er aan twee kanten langs stroomt. De vesting bestaat uit drie delen die door bruggen met elkaar verbonden zijn tot één aaneengesloten geheel. De oorsprong van de burcht is terug te voeren naar de vroege Middeleeuwen. Het kasteel behoorde aan Godfried van Bouillon die het in 1096 verpande om zijn Eerste Kruistocht te financieren. De burcht had tot na de Belgische Revolutie in 1830 steeds een militaire functie en werd meermaals grondig verbouwd om te voldoen aan de vereisten van de wijzigende krijgsvoering en om weerstand te bieden aan krachtiger wapens sinds de opkomst en ontwikkeling van de artillerie. Toch zijn veel oorspronkelijke elementen bewaard en bleef de sfeer van een middeleeuwse ridderburcht aanwezig.

Kasteel van Bouillon
Het kasteel aan de Semois
LocatieBouillon,  België
Coördinaten49° 48 NB, 5° 4 OL
Algemeen
KasteeltypeVersterkte burcht
Huidige functietoeristisch
Gebouwd in11de eeuw
Monumentale statusBeschermd
Monumentnummer84010-CLT-0001-01, 84010-PEX-0001-02
Bijzonderhedenkan bezocht worden
Detailkaart

Portaal    België

Geschiedenis

Een eerdere versterking, mogelijk ontstaan in de tijd van Kelten, lag iets zuidwestelijk van de huidige burcht op een hoogte La Ramonette genoemd. In de 11de eeuw behoorde die versterkte wachtoren aan de Hertog van Lotharingen Gozelo I van Lotharingen. In de periode tussen 1050-1067 bouwde zijn kleinzoon Godfried II met de Baard een burcht op de huidige plaats. Dat was een grote donjon, een versterkte slottoren van 26 meter bij 13 m bestaande uit 3 verdiepingen. Dat bouwwerk bleef bestaan tot het bij een verbouwing in 1824 werd gesloopt om plaats te maken voor kazernegebouwen. De burcht in Bouillon was nooit een kasteel met prinselijke allure maar was steeds een militaire versterking, gelegen langs de weg van Reims via Luik naar Aken en van strategisch belang om het zuidelijke gedeelte van het Prinsbisdom Luik te beschermen. Doordat de zoon van Godfried II geen kinderen had, kwam de burcht in handen van diens neef Godfried van Bouillon[1], die er woonde van 1077 tot 1095. In 1096 gaf die de burcht en de heerlijkheid Bouillon als onderpand bij de Prins-bischop van Luik om zijn Eerste Kruistocht te financieren. Doordat Godfried van Bouillon niet levend terug keerde van de Kruistocht en hij noch zijn broers mannelijke nakomelingen had, kwam Bouillon in handen van de Prins-bischoppen van Luik. Bouillon bleef 5 eeuwen in het bezit van de Prins-bischoppen maar niet onbetwist. Reinoud I van Bar beweerde in 1129 rechten te hebben op Bouillon wegens verwantschap met de hertogen van Neder-Lotharingen en veroverde de burcht in 1134. Bisschop Alberon II van Namen kon het kasteel in 1141 weer heroveren.

In de 15de en 16de eeuw was de burcht en het graafschap Bouillon een twistpunt tussen de Prins-bischop van Luik en het geslacht de la Marck. In 1482 slaagde Willem I van der Marck erin het kasteel en de heerschappij over Bouillon over te nemen.

In de tijd van rivaliteit tussen de Franse koning Frans I en de Habsburgse Keizer Karel V viel Robrecht III van der Marck, voor rekening van de Franse koning,[2] Luxemburg aan, dat eigendom was van Karel V. Daarop vielen in 1521 5000 mannen van de keizer met 1500 paarden het gebied van de la Marck binnen. Als represaille werden alle eigendommen van de La Marck vernietigd. De burcht van Bouillon werd verwoest en Karel V gaf de heerschappij over Bouillon en de burcht terug aan het Prins-bisdom. De burcht werd opnieuw opgebouwd onder Prins-bisschop Joris van Oostenrijk. De donjon werd behouden als residentie en werd vergroot en het geheel werd verbouwd. Er kwamen meer platformen om kanonnen op te stellen. Uit die tijd stamt de 'Oostenrijkse toren' uit 1551 die het kasteel nog steeds domineert. Het eigendom wisselde nog tussen de de la Marck's en de Prins-bischoppen.

In 1676 veroverde Frankrijk Bouillon opnieuw. Bouillon kreeg zelfstandigheid als hertogdom [3] maar viel in feite onder Frans protectoraat onder Lodewijk XIV van Frankrijk. Voor de versterking van de grenzen van Frankrijk liet Lodewijk XIV verdedigingsgordels bouwen onder leiding van de militaire architect, ingenieur en fortenbouwer Sébastien Le Prestre de Vauban. Aan de noordgrens zorgde Vauban voor een een dubbele verdedigingslinie waarvoor hij nieuwe forten liet bouwen en steden en oude vestingen versterken. De burcht van Bouillon werd door Vauban versterkt tot een fort dat ook moderne artillerie kon weerstaan door een extra omwalling opgevuld met aarde en versterkt met 9 bastions waarvan er 3 bewaard bleven.

De laatste verbouwing tot een kazerne werden uitgevoerd onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden tussen 1815 en 1830. Onder meer de middeleeuwse donjon werd gesloopt en er kwamen barakken om troepen te huisvesten.

Na de Belgische revolutie in 1830 werd Bouillon toegewezen aan België en verminderde de militaire betekenis van de burcht tot hij in verval raakte. In 1853 kreeg de verlaten burcht een toeristische bestemming.

Na de Slag bij Sedan in 1870 werden sommige delen van het kasteel gebruikt als ziekenhuis door het Pruisische leger.

In 1892-1893 werden bouwwerken uit de Hollandse periode, die men niet meer vond passen bij de burcht, weer afgebroken.

Uitzicht

Boven een rotsmassa van 340 m x 40 m torent de burcht 50 meter boven de Semois. De gebouwen uit de 11de eeuw zoals de slottoren (donjon) en twee bijhorende torens zijn verdwenen. Uit dat tijdperk zijn er nog onderaardse gangen. Er is een uit de 13de eeuw stammende Godfried van Bouillon-zaal die is uitgehakt in de rotsen. En er is een 65 m diepe waterput waardoor er tijdens belegeringen steeds drinkwater was. De burcht veranderde meermaals van uitzicht door extra vestigingswerken en transformaties, onder meer op het einde van de middeleeuwen en in de 16e en 17 eeuw. De gebouwen die momenteel zichtbaar zijn, zijn daarom allemaal van in en na de 16de eeuw. De dominante Oostenrijkse toren stamt uit 1551.

Trivia

De film Redbad (2018) werd gedeeltelijk opgenomen in het kasteel in Bouillon.

Zie ook


Zie de categorie Kasteel van Bouillon van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.