Johanna van Castilië

Johanna van Castilië (Toledo, 6 november 1479Tordesillas, 12 april 1555), bijgenaamd de Waanzinnige (Spaans: Juana la Loca), was de eerste koningin die heerste over zowel het koninkrijk Castilië (1504-1555) als het koninkrijk Aragón (1516-1555), een unie die zou uitgroeien tot hedendaags Spanje. Naast de Spaanse koninkrijken regeerde ze ook over de koninkrijken Sardinië, Sicilië en Napels in Italië, een uitgestrekt koloniaal rijk in Amerika en de Filipijnen, en de welvarende Bourgondische Nederlanden, waardoor er Spaanse interesse begon te komen voor de Nederlanden. Zij was de laatste monarch van het Huis Trastámara en door haar huwelijk met Filips de Schone begon de heerschappij van het Huis Habsburg in Spanje. Zij was echter gedurende haar lange heerschappij onder het regentschap van haar man, vader, inquisiteur of zoon en ze werd voor lange tijd opgesloten in een convent voor een psychische aandoening.

Johanna I 'de Waanzinnige'
1479 - 1555
Koningin van Castilië en Léon
Periode1504 - 1555 (in naam)
1504 - 1506 (regent: Filips de Schone)
1506 - 1516 (regent: Ferdinand II van Aragon)
1516 - 1555 (regent: Karel V)
VoorgangerIsabella I
OpvolgerKarel I[1]
Hertogin-gemalin van Luxemburg
Hertogin-gemalin van Brabant
Gravin van Vlaanderen
Periode1496 - 1506
VoorgangerMaximiliaan I van Oostenrijk
OpvolgerIsabella van Portugal
VaderFerdinand II van Aragon
MoederIsabella I van Castilië

Biografie

Johanna huwde op 20 oktober 1496 met Filips de Schone in de Sint-Gummaruskerk in Lier. Na de dood van een aantal familieleden, haar enige broer Johan, haar oudste zus koningin Isabella van Portugal en diens zoon Miguel da Paz, werd zij in 1502 door de Cortes erkend als troonopvolgster van de Spaanse koninkrijken Castilië en Aragón. Na haar moeders dood in november 1504 werd ze koningin van Castilië maar bleek ongeschikt om te regeren. Deze taak werd waargenomen door haar vader Ferdinand en daarna voor korte tijd door haar man Filips.

Johanna met de lijkkist van haar man

De Waanzinnige

Reeds tijdens haar verblijf in de Nederlanden, toen zij haar echtgenoot Filips achterna gereisd was, vertoonde Johanna tekenen van onevenwichtig gedrag. Toen Filips in september 1506 stierf raakte zij verder verward. Zijn lijk werd gebalsemd en in een loden kist gelegd die Johanna in haar slaapkamer liet plaatsen. Elke ochtend liet ze de kist openen in de hoop dat Filips tot leven zou zijn gekomen. Ook als zij op reis ging nam ze het lijk van haar echtgenoot met zich mee. Haar vader, Ferdinand, wist haar ervan te overtuigen dat Filips moest worden begraven. Uiteindelijk werd Johanna krankzinnig verklaard en opgesloten in een kasteel te Tordesillas waar zij ook verbleef tijdens het bewind van haar zoon Karel V (in Spanje Karel I). Haar reactie op het overlijden van Miguel da Paz, het kind van haar oudere zus Isabella van Asturië, versterkte de vermoedens over haar geestesziekte.[2]

Hoe ernstig haar “waanzin” werkelijk is geweest valt niet meer vast te stellen. Gezegd moet worden dat de ambitieuze mannen in haar omgeving, haar vader, haar man en later haar zoon, belang hadden bij deze verklaring. Het maakte voor hen de weg vrij naar de Spaanse troon, die haar als opvolgster van haar moeder Isabella toekwam. Tijdens de Opstand van de comunidades in Castilië in 1520 werd zij even door de steden als koningin erkend, maar toen de opstand nog hetzelfde jaar werd onderdrukt, bleef zij voorgoed in dezelfde vesting opgesloten. Zij leefde in totale afzondering tot zij er in 1555 overleed. Officieel is ze steeds koningin van Castilië gebleven.

Het praalgraf en de lijkkisten van Johanna en haar man bevinden zich in de Koninklijke Kapel naast de Kathedraal van Granada.

Beeld van Johanna in Tordesillas

Huwelijk van Johanna van Castilië en Filips de Schone in 1496

Haar huwelijk vond plaats in 1496 in Lier.[3] Daarbij werd de basis gelegd voor een meer dan tweehonderd jaar durende verbintenis tussen de Nederlanden en Spanje. Het huwelijk was een gebeurtenis op zich. Het was nog nooit gebeurd dat vanuit Spanje een bruid werd uitgestuurd, vergezeld van 20.000 individuen en 130 schepen onder andere bestaande uit kamerheren, hofdames, pages, kamervrouwen, lijfknechten, thesauriers, grootmeesteressen en bedienend personeel. De vloot vertrok uit Laredo op 30 juli 1496 met bestemming Zeeland. Niemand hoefde onderweg honger te lijden. Aan boord waren 85.000 pond gerookt vlees meegenomen, 50.000 haringen, 1000 kippen, 6000 eieren en 400 vaten wijn. Tijdens de twee maanden durende reis gingen er een paar schepen verloren tijdens stormweer. In Antwerpen wachtte haar een grandioze ontvangst en een officiële plechtigheid. Op 19 oktober nam Johanna haar intrek in Lier. De volgende dag arriveerde Filips, die de dagen ervoor met zijn vader in Tirol op jacht was geweest.[4]

Amper hadden de toekomstige echtelingen één blik uitgewisseld, of de vonk sloeg over. Tegen elke hofetiquette in liep het koppel zwijgend - ze spraken immers elkaars taal niet - de deur uit en lieten de verstijfde hovelingen achter voor wat ze waren. Ze gingen samen op zoek naar een priester. Toen ze die vonden, beval Johanna hem om hen ter plekke in de echt te verbinden, zomaar midden op een Lierse straat. Zonder op hun gevolg te letten begaven de jongelui zich op een drafje naar de voor hen voorziene woning en draaiden de deur achter zich dicht. De volgende dag kwamen zij buiten en werden zij tijdens een luisterrijke plechtigheid voor een tweede keer in de echt verbonden. Het huwelijk werd gevolgd door een hofbal, volksfeesten en een gigantisch banket. Er werd 1200 liter wijn geconsumeerd. Het gedrom van de toeschouwers was zo intens dat op zeker ogenblik een brug over de Nete instortte door overbelasting met als gevolg tal van doden en gewonden.

Nageslacht

Johanna en Filips de Schone hadden zes kinderen:

Wapen van Johanna van Castilië

Johanna de Waanzinnige moet niet verward worden met Johanna van Castilië (1462-1530), in Spanje gekend als Juana la Beltraneja, een prinses van Castilië die door haar huwelijk met Alfons V van Portugal (1432-1481) koningin van Portugal was van 1475 tot 1481.

Trivia

Het tragische leven van Johanna werd beschreven door de bekende hispanoloog Johan Brouwer in Johanna de Waanzinnige (Meulenhoff, Amsterdam 1940). In 2001 was het onderwerp van de film Juana la Loca van de Spaanse regisseur Vicente Aranda. Pilar López de Ayala ontving een Goya Award voor haar rol van Johanna. De zanger en dichter Joaquín Sabina bezong het leven van Johanna in zijn lied Juana la Loca (op het album Ruleta rusa uit 1984).

Voorouders

Voorouders van Johanna van Castilië
Overgrootouders Ferdinand I van Aragon
(1380-1416)
∞ 1393
Eleonora Urraca van Castilië
(1374-14255)
Fadrique Enríquez
(1390-1473)
∞ 1426
Maria Diez de Córdoba y Ayala
(1385-1431)
Hendrik III van Castilië
(1479–1406)

Catharina van Lancaster
(1373–1418)
Johan van Portugal
(–)

Isabella van Bragança
(–)
Grootouders Johan II van Aragón
(1397-1479)
∞ 1496
Johanna Enríquez
(1425-1468)
Johan II van Castilië
(1405-1454)

Isabella van Portugal
(1428-1496)
Ouders Ferdinand II van Aragon (1452–1516)

Isabella I van Castilië (1451–1504)
Johanna van Castilië (1479–1555)

Literatuur

  • Louis-Prosper Gachard, "Jeanne la Folle", in: id., Études et notices historiques concernant l'histoire des Pays-Bas, vol. II, 1890, p. 213-334
  • Johan Brouwer, Johanna de Waanzinnige. Een tragisch leven in een bewogen tijd, 1940
  • Bethany Aram, Juana the Mad. Sovereignty & dynasty in Renaissance Europe, 2005, ISBN 9780801880728
  • Julia Fox, Sister Queens. The Noble, Tragic Lives of Katherine of Aragon and Juana, Queen of Castile, 2011, ISBN 9780345516046

Historische fictie

  • Jan V.L. Brans, De gevangene van Tordesillas, 1962
Zie de categorie Joanna of Castile van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.