Jan Kappeyne van de Coppello

Johannes (Jan) Kappeyne van de Coppello (Den Haag, 2 oktober 1822 — aldaar, 28 juli 1895) was een energieke, liberale politicus, die in Den Haag een vermaard advocaat was.

Jan Kappeyne van de Coppello
Volledige naamJohannes Kappeyne van de Coppello
GeborenDen Haag, 2 oktober 1822
Overledenaldaar, 28 juli 1895
Partijliberaal (jong-liberaal, maar later als Eerste Kamerlid conservatiever);
Puttiaan (1862-1866)
ReligieHervormd
TitulatuurMr.
Functies
1859-1865lid gemeenteraad van 's-Gravenhage
1862-1866;
1871-1877
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal
okt-nov 1877kabinetsformateur
1877-1879Minister van Binnenlandse Zaken
1877-1879(tijdelijk) Voorzitter van de Ministerraad
1888-1893lid Eerste Kamer der Staten-Generaal
1891-1894voorzitter Staatscommissie-Kappeyne van de Coppello inzake de administratieve rechtspraak
Website
Portaal    Politiek

Familie

Kappeyne van de Coppello was lid van de familie Van de Coppello. Hij was een zoon van rector dr. Johannes Kappeyne van de Coppello (1790-1833) en Cornelia Sara Galle (1792-1855). Hij bleef ongehuwd.

Loopbaan

Kappeyne van de Coppello studeerde rechten in Leiden, waar hij in 1845 promoveerde. Mr. Kappeyne van de Coppello stond bekend om zijn rechtskennis, vaardigheid als gevat debater en werklust. Hoewel hij tot de jongliberalen behoorde, werd hij in 1876 leider van de liberale kamerclub. In 1877 vormde hij na een daverende verkiezingszege het Kabinet-Kappeyne van de Coppello, waarin hijzelf minister van Binnenlandse Zaken werd. Hij bracht de door de confessionelen fel bestreden Wet op het lager onderwijs tot stand. Zijn kabinet viel in 1879 over de Kanalenwet van Tak van Poortvliet, door de tegenstelling tussen progressieve en gematigde liberalen. Na 1879 was hij een 'vergeten' staatsman, al kwam hij in 1888 nog in de Eerste Kamer, hij was toen echter veel conservatiever dan voorheen.

Kappeyne stond, als radicaal-liberaal, in christelijke kring zeer slecht bekend. Op 8 december 1874 sprak hij in de Tweede Kamer van de Staten-Generaal waarbij hij het orthodox christelijk volksdeel van die dagen toebeet dat die minderheid maar moest worden onderdrukt, want dan is zij de vlieg, die de ganse zalf bederft, en heeft zij in deze maatschappij geen recht van bestaan. Door Abraham Kuyper werd hij onmiddellijk weersproken. Sedert die tijd stond hij in christelijke kring bekend als de man van de dode vlieg.

Voorganger:
J. Heemskerk Azn.
Minister van Binnenlandse Zaken
1877-1879
Opvolger:
W. Six
Voorganger:
J. Heemskerk Azn.
Voorzitter van de Ministerraad
1877-1879
Opvolger:
C.T. baron van Lynden van Sandenburg
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.