Defensie van Nederland

De Nederlandse defensieorganisatie (kortweg: Defensie) wordt gevormd door het Ministerie van Defensie. Het ministerie bestaat uit het departement, de krijgsmacht, bijzondere organisatie-eenheden en ondersteunende organisaties. De minister van Defensie heeft de politieke leiding over Defensie. De secretaris-generaal (SG) heeft de ambtelijke leiding. De militaire leiding van de krijgsmacht berust bij de Commandant der Strijdkrachten. De regering heeft het opperbevel over de krijgsmacht.

Defensie van Nederland
Instanties

Ministerie van Defensie
Nederlandse Krijgsmacht
Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Krijgsmachtdelen

Koninklijke Landmacht
Koninklijke Luchtmacht
Koninklijke Marine
Koninklijke Marechaussee

Interservice-organisaties

Defensie Ondersteuningscommando
Defensie Materieel Organisatie

Functies

Minister van Defensie
Commandant der Strijdkrachten
Inspecteur-generaal der Krijgsmacht

Organisatie

Het departement

Het departement is het feitelijke ministerie. Naast de minister van Defensie en de staatssecretaris, omvat het departement de Bestuursstaf. Deze wordt geleid door de secretaris-generaal. Onder de bestuursstaf ressorteren verschillende (hoofd)directies, de Commandant der Strijdkrachten met de Defensiestaf en de volgende bijzondere organisatie-eenheden:

De krijgsmacht

De Nederlandse krijgsmacht is de militaire organisatie van het Koninkrijk der Nederlanden. Het bestaan, de taken van en het gezag over de krijgsmacht zijn vastgelegd in Artikel 97 van de Nederlandse Grondwet:[1]

1. Ten behoeve van de verdediging en ter bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede ten behoeve van de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde, is er een krijgsmacht. 2. De regering heeft het oppergezag over de krijgsmacht.

De krijgsmacht bestaat uit de Koninklijke Marine (KM), de Koninklijke Landmacht (KL), de Koninklijke Luchtmacht (KLu) en de Koninklijke Marechaussee (KMar). Sinds september 2005 zijn dit geen zelfstandige krijgsmachtdelen met een eigen bevelhebber meer. De krijgsmacht is nu als onderdeel van Defensie georganiseerd in drie operationele commando's die direct onder de Commandant der Strijdkrachten vallen, en de marechaussee die onder de secretaris-generaal valt:

Ondersteunende diensten

De ondersteunende uitvoeringsorganisaties van Defensie zijn ondergebracht in twee defensieonderdelen:

Dienstplicht

Het bestaan van militaire dienstplicht is vastgelegd in Artikel 98 van de Nederlandse Grondwet.[1] Momenteel is de oproeping in werkelijke dienst opgeschort en de krijgsmacht bestaat daardoor thans geheel uit beroepspersoneel. Naar schatting zijn ruim 2,8 miljoen mannen en 2,7 miljoen vrouwen geschikt voor militaire dienst.

Uitgaven

De inzetbaarheid van de Nederlandse krijgsmacht hangt onder meer af van het beschikbare defensiebudget.

De begrote uitgaven voor defensie bedroegen in 2007 ca. € 7,9117 miljard en voor 2008 werd dit bedrag verhoogd naar 8,195 miljard euro. Dit komt neer op ongeveer 1,66% van het bbp.[2] In 2012 werd hier echter 1 miljard euro op gekort, waardoor het budget in 2014 op € 7.602.033.000[3] (1,17% van het bbp[4]) uitkwam.

Het defensiebudget voor 2018 is € 9.203.953.000[5], ofwel 1,19% van het bbp.[6]

Defensiesamenwerking

Door deelname aan de NAVO verzekerde Nederland zich na de Tweede Wereldoorlog van bondgenoten. Hierbij verklaarde het zich akkoord om, zoals alle leden van de NAVO, 2% van hun bruto nationaal product aan defensie uit te geven. Nederland houdt zich hier evenals veel andere leden echter al jaren niet aan.[7] Dat leverde veel kritiek op van lidstaten die wel aan de NAVO-norm voldoen.

Daarnaast richt Nederland zich voor defensiesamenwerking op de Europese Unie en de Verenigde Naties.[8] In dat verband is Nederland lidstaat van de OVSE.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.