Belgisch provinciaal voetbal

Tot 2015-16 bestaat elke reeks uit 16 clubs. Het normale seizoen beslaat dus 30 speeldagen, die meestal op zondag worden afgewerkt. De negen winnaars van het normale seizoen promoveren naar Bevordering, net als de tweede geplaatsten uit de drie meest actieve provincies van het voorbije seizoen (dit zijn de provincies met het grootst aantal actieve clubs in alle nationale en provinciale reeksen). Deze twaalf clubs vervangen de drie laatst geëindigde teams uit elk van de vier reeksen in Derde amateur. De zes andere tweede geplaatste clubs mogen aantreden op de tweede speeldag van een eindronde met enkele ploegen uit derde amateur.

Aangezien elk team dat degradeert uit derde amateur in de provinciale reeks van zijn eigen provincie moet terechtkomen, kan het aantal ploegen dat hierdoor terechtkomt in een bepaalde Eerste Provinciale reeks variëren. Om dit op te vangen kan het gebeuren dat meer teams dan gewoonlijk degraderen van Eerste naar Tweede provinciale, zodat het totaal aantal teams in een reeks constant blijft.

In elke provincie kan men zelf beslissen hoe men een degradatie- en promotie-eindronde met eerste- en tweedeprovincialers organiseert, er moeten wel minstens twee teams rechtstreeks degraderen naar Tweede Provinciale.

De eindronde tussen derde amateur en Eerste Provinciale wordt tot 2015-16 gespeeld met de op drie na laatste (13de) geëindigde ploegen uit derde amateur uit elk van de vier reeksen in Derde amateur en de zes eersteprovincialers die tweede eindigden en zich niet rechtstreeks plaatsten voor promotie. De eindronde wordt in drie speeldagen afgewerkt. Op de eerste speeldag worden de vier ploegen uit derde amateur twee-aan-twee uitgeloot en komen zo tegen elkaar uit. De twee teams die hun duel winnen mogen in Derde amateur blijven spelen. De twee verliezende teams moeten verdergaan naar de tweede speeldag. Op de tweede speeldag worden de twee verliezende ploegen uit derde amateur samen met zes eersteprovincialers (van elke provincie één, behalve voor de drie provincies die de meeste ploegen telt over alle nationale en provinciale reeksen en die daarvoor drie rechtstreekse stijgers kent)over vier wedstrijden verdeeld. De ploegen uit derde amateur kunnen niet tegen elkaar uitkomen. Op de derde speeldag spelen de winnaars van deze vier wedstrijden twee finales, maar opnieuw komen de ploegen uit derde amateur niet tegen elkaar uit. De winnaars promoveren naar derde amateur (of kunnen zo het behoud verzekeren indien de club al in derde amateur zat).