Begraafplaats Nabij de Kapel in 't Zand

De Begraafplaats Nabij de Kapel in 't Zand is een begraafplaats in de Nederlandse stad Roermond. In plaats van deze officiële benaming voor de begraafplaats aan de Kapellerlaan spreekt men in Roermond kortweg over het "oude kerkhof", of op zijn Roermonds: "den aje kirkhaof". Deze begraafplaats is onder andere uniek te noemen door de natuur (flora en fauna), de verscheidenheid aan graven en grafsoorten en de 47 grafkelders.

De Oude Joodse begraafplaats, het oudste deel van Begraafplaats Nabij de Kapel in 't Zand
De nieuwe Joodse begraafplaats
Het Lijkenhuisje (vóór de renovatie)
De bisschopskapel
De crypte van de bisschopskapel met de graven van de hulpbisschoppen
De crypte van de bisschopskapel met de graven van de bisschoppen
Graf met de handjes, grafmonument van kolonel van Gorcum.
Graf met de handjes, grafmonument van jonkvrouwe van Aefferden.
Familiegraf van Aefferden.
De "IJskast"
In "de IJskast"
De Zouaaf
Militaire graven
Graf van Leendert Willem de Leeuw

De begraafplaats zelf is een monument, maar ook de muren en verschillende grafmonumenten op zich staan op de monumentenlijst. Er vindt scherpe controle plaats op vandalisme.

Geschiedenis

Begraafplaats Nabij de Kapel in 't Zand is een van Nederlands oudste dodenakkers. Haar geschiedenis begint in het jaar 1785, nadat bij keizerlijk edict (De Zuidelijke Nederlanden, waartoe Roermond hoorde, stonden onder het gezag van de keizer Jozef II) werd verboden mensen binnen kerkgebouwen of zelfs binnen de stadsmuren te begraven. Op een plek waar zich reeds een oude joodse begraafplaats bevond, vond men de ideale plaats om aan wet en regelgeving te voldoen. De oude Joodse begraafplaats lag immers buiten de muren van de stad. Volgens Joodse wetten is een begraafplaats (ofschoon gewijd) onrein. Binnen de muren van de stad kan geen plaats zijn voor iets wat onrein is. Dit is ook de reden waarom joodse begraafplaatsen zich vaak een eind buiten de bebouwde kom bevinden.

Op de Begraafplaats Nabij de Kapel in 't Zand werd begraven tot 1948 (uitgezonderd op het nieuwe Joodse deel). In 2009 werd bekend dat de begraafplaats weer ter beschikking wordt gesteld voor nieuwe begrafenissen. Vanaf 1 januari 2010 mag men zich weer laten begraven op de Begraafplaats Nabij de Kapel in 't Zand.[1]

De vijf gedeelten

Begraafplaats Nabij de Kapel in 't Zand kent vijf verschillende gedeelten:

  1. Het katholieke deel
  2. Het Nederlands-hervormde deel
  3. Het oude joodse deel
  4. Het nieuwe joodse deel
  5. Het verloren Kerkhof

Deze indeling naar persoonlijke levensovertuiging is niet geheel strikt genomen. Zie het kopje Militaire graven.

Het katholieke deel

Het katholieke deel is verreweg het grootst. De graven zijn gerangschikt in klassen. De eerste klasse zijn graven met eeuwigdurend grafrecht. Zij bevinden zich langs het breedste pad. Iets meer naar links en naar rechts bevinden zich de graven van de tweede en derde klasse en helemaal aan de buitenkant, langs de muren, bevinden zich de graven van de vierde klasse. Onder de eerste klasse bevindt zich de elite. Prachtige grafmonumenten, heiligenbeelden (enkele van massief brons) en grafkelders van personen van naam en faam bevinden zich hier. Onder de vierde klasse bevinden zich de mensen van de straat: zij die niet eens geld hadden voor brood, laat staan hun eigen begrafenis en die op kosten van de gemeente werden begraven.

Het protestantse deel

Het protestantse deel (of beter gezegd: het Nederlands-hervormde deel) is het op één na grootste deel en bevindt zich aan de linkerzijde van de begraafplaats. Ook hier vele oude en markante graven en grafkelders.

Het oude joodse deel

Zoals reeds gezegd bestond dit deel al vóór 1785. Het ligt ingesloten tussen muren en het is te bereiken via een kleine doorgang op het protestantse deel. Anno 2008 zijn er nog maar 6 grafzerken zichtbaar, waarvan er vier zijn omgevallen. Echter: als men dit deel van de begraafplaats betreedt, merkt men dat de grond flink omhoog gaat. Vermoedelijk is er hier begraven in twee lagen. Op Joodse graven zit standaard eeuwigdurend grafrecht: uit principe worden Joodse graven niet geruimd, omdat de doden in hun graf de jongste dag afwachten. Alleen onder rabbinaal toezicht kunnen doden worden herbegraven (zoals in Sittard het geval was). Was dit niet mogelijk of als de begraafplaats op een gegeven moment vol was, dan strooide men extra zand uit en begroef men een tweede laag personen boven op de eerste laag. Hoeveel personen er precies begraven zijn op dit deel is onduidelijk, maar wellicht enkele honderden.

Op dit moment zijn er nog zes grafstenen te zien, alle volledig in het Hebreeuws geschreven, met overlijdensdata rond 1850.

Noot: In haar artikel "Stilte en Lofzang" (zie bronvermelding) geeft A. Drint aan dat de oude Joodse begraafplaats van Roermond ligt aan de Weerterweg in Linne. Dat is onjuist. Er zijn wel aanwijzingen[2] dat er in Linne een joodse begraafplaats is geweest aan de Weerterweg, maar daar zijn anno 2008 geen tekenen of bewijzen voor.

Het nieuwe joodse deel

Het nieuwe joodse deel bevindt zich helemaal achterin op de begraafplaats en is toegankelijk via een kleine doorgang in de muur met het katholieke deel. Voor rouwstoeten is er tevens een aparte toegangspoort, zodat men vanaf de straat meteen op de joodse begraafplaats kan komen, zonder eerst over het katholieke deel te hoeven gaan. Dit deel van Begraafplaats Nabij de Kapel in 't Zand is anno 2008 nog in gebruik. Dat wil zeggen dat er nog mensen kunnen worden begraven, al begint de ruimte beperkt te raken. Er zijn zo'n 100 graven, waarvan de laatste zijn gedolven in 2003.

Het Verloren kerkhof

Dit kleine akkertje bevindt zich eveneens helemaal achterin en wordt niet apart door muren afgesloten. Hier liggen de personen begraven die geen gezindte toebehoorden, zelfmoord pleegden of werden aangespoeld door de Maas.

Bij het Verloren Kerkhof is ook een heg waaronder de ongedoopte kinderen werden begraven. Eigenlijk zouden deze (volgens de toenmalige kerkelijke wetten) zelfs achter de heg moeten worden begraven, in ongewijde aarde. Om het verdriet van de ouders niet nog groter te maken, werd gekozen voor het begraven onder de heg. Immers: alleen de aarde binnen de grenzen was gewijd, de grenzen (lees: de heg) zelf niet.

Het Lijkenhuisje

Het Lijkenhuisje bevindt zich ook achter in het terrein, nabij het nieuwe Joodse deel en het Verloren Kerkhof. Hier werden de lichamen bewaard van hen die nog begraven moesten worden en werd ook sectie verricht. Het Lijkenhuisje is in 2012 volledig gerestaureerd. Bij rondleidingen door de Stichting Oude Kerkhof kan het Lijkenhuisje bezichtigd worden.

Enkele markante graven

Ieder graf is een monument op zich met een eigen verhaal. Maar enkele graven verdienen een nadere uitleg.

De bisschopskapel

De bisschopskapel (1887) is ontworpen door Pierre Cuypers. In deze kapel zijn bijna alle overleden bisschoppen van Roermond van na 1853 (Herstel van de bisschoppelijke hiërarchie) bijgezet in de crypte. Zij zijn niet begraven, maar de kisten met hun stoffelijk overschot zijn in nissen geplaatst.

Bijgezet zijn (in alfabetische volgorde):

  1. Franciscus Boermans, bisschop
  2. Alphons Castermans, hulpbisschop
  3. Josephus Drehmanns, bisschop
  4. Frans Jozef Feron, vicaris-generaal (geen bisschop)
  5. Antonius Hanssen, bisschop
  6. Guillaume Lemmens, bisschop
  7. Joannes Paredis, bisschop
  8. Laurentius Schrijnen, bisschop

De bisschoppen Petrus Moors en Joannes Gijsen, alsmede hulpbisschop Edmond Beel zijn niet in deze grafkapel bijgezet. Hun lichamen rusten respectievelijk in Tungelroy, Sittard en Bemelen. Wel zijn er epitafen van deze bisschoppen. Eenmaal per jaar is de crypte van de bisschopskapel geopend, namelijk op 2 november (Allerzielen). Er is dan ook een eucharistieviering. In totaal zijn er in de crypte drie muren met elk plaats voor twaalf kisten (dus 36 plaatsen). In de ruim 150 jaar dat het 'nieuwe' bisdom Roermond bestaat zijn er pas tien plaatsen bezet geraakt.

Dit bijzetten in grafkelders, in plaats van begraven, is vrij uniek in Nederland.

Het graf met de handjes

Het graf met de handjes is breed bekend. De protestante Kolonel der Cavalerie, J.W.C. van Gorkum huwde met de katholieke jonkvrouwe J.C.P.H. van Aefferden. Dit gemengde huwelijk moet in die tijd (negentiende eeuw) het nodige gedonder hebben gegeven. Toen de kolonel overleed, op 29 augustus 1880, wilde zijn vrouw naast haar man worden begraven, maar het verschil in gezindte stond dit niet toe. Er werd een plan bedacht: de kolonel werd op het protestante deel begraven, tegen de scheidingsmuur met het katholieke deel. Toen ook de jonkvrouwe stierf, op 29 november 1888, werd zij niet begraven in het nabijgelegen familiegraf van de Van Aefferden, maar tegenover het graf van haar man, op het katholieke deel. De grafmonumenten rijzen boven de scheidingsmuur uit en uit de monumenten steken een mannenhand en een vrouwenhand die elkaar tot in de eeuwigheid zullen vasthouden.

Ook de hekwerken bij de beide grafmonumenten zijn apart: bij kolonel van Gorkum zien we een strak, rechthoekig hekwerk, met scherpe punten die doen denken aan een bajonet. Jonkvrouwe van Aefferdens hekwerk is afgerond en heeft zachte punten in de vorm van een leliekruis.

Op de nieuwe joodse begraafplaats is een grafsteen te zien waarop ook twee handen elkaar vasthouden. Het betreft het graf van Isaac Beretz en Henriëtte Marx (dit grafmonument staat naast het Lijkenhuis). Het porseleinen ornament van de verstrengelde handen op dit graf is vernield.

Pierre Cuypers

P.J.H. Cuypers heeft de hele begraafplaats ingericht. Hierbij liet hij zich inspireren door begraafplaats van Robermont in Luik. Cuypers was ook verantwoordelijk voor de bouw van de Bisschopskapel. Toen zijn eigen grafmonument in 2006 werd gerestaureerd, mocht zijn lichaam tijdelijk rusten in de Bisschopskapel.

De IJskast

In de volksmond wordt hiermee de grafkelder bedoeld van de Roermondse notarissenfamilie Linssen. De toegang tot de grafkelder wordt afgedekt met een roestvrijstalen deur, die met enige fantasie in verband kan worden gebracht met een Amerikaanse koelkast.

De zoeaaf

Een Pauselijk Zoeaaf was een vrijwilliger in het leger dat de Paus bijeen had geroepen om de Kerkelijke Staat te verdedigen tegen het streven naar Italiaanse eenwording. Als zoeaaf was men, na te hebben afgezwaaid, stateloos en kreeg men geen uitkering van de staat waardoor dit soort graven behoorlijk zeldzaam zijn. Hoogstwaarschijnlijk beschikte mevrouw over voldoende middelen om het grafmonument te bekostigen waarvoor beiden (al dan niet apart van elkaar) hebben geposeerd. De Roermondse zoeaaf is Joh. Jac. Küpper (14-02-1848 - 04-05-1916), die samen met zijn (latere) vrouw Cath. Joh. Kirchner (29-04-1854 - 03-04-1931) is begraven op het katholieke deel. De zoeaaf wijst met zijn hand richting Rome, terwijl zijn vrouw geknield en met gesloten ogen biddend aan zijn rechterzijde zit met in haar linkerhand hand een rozenkrans.

Militaire graven

Op het katholieke deel bevinden zich ook een aantal oorlogsgraven van gesneuvelde militairen. Opmerkelijk is de aanwezigheid van een joods graf. Flying Officer K. Holme (navigator of the Royal Air Force), overleden op 31-08-1943 op 31-jarige leeftijd, rust hier naast zijn christelijke kameraden. Op militaire begraafplaatsen wordt geen onderscheid gemaakt in persoonlijke levensovertuiging, vandaar dat hier acht militairen van verschillende gezindte samen zijn begraven.

Het NSB-graf

Het graf van Leendert Willem de Leeuw (Raamsdonk 27-11-1890 - Roermond 24-01-1943), op het Verloren Kerkhof. De Leeuw was lid van de NSB. Dit soort graven zijn zeldzaam; in Nederland zijn er maar ongeveer 50 bekend. Veel NSB'ers lieten zich anoniem begraven of hun grafmonumenten werden vernield.

Overzicht monumenten

De volgende elementen zijn opgenomen in het Rijksmonumentenregister:

Zie ook

Zie de categorie Oude Begraafplaats Roermond van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.