Baia Mare

Baia Mare (Hongaars: Nagybánya; Duits: Frauenbach) is een industrie- en mijnbouwstad in het noorden van Roemenië. Het is de hoofdstad van de provincie Maramureș en regio Maramureș, gewest Zevenburgen en ligt aan de Săsarrivier, die dwars door Baia Mare stroomt.

Baia Mare
Nagybánya
Plaats in Roemenië

Situering
StatusDistrictshoofdstad
District (județ)Maramureș
Historische regioMaramureș
Coördinaten47° 39 NB, 23° 35 OL
Algemeen
Oppervlakte235,73 km²
Inwoners (2011)114.925
(5133 inw./km²)
Politiek
BurgemeesterCătălin Cherecheș
Overig
Websitewww.baiamarecity.ro
Foto's
Portaal    Roemenië

Baia Mare heeft een eigen vliegveld voor binnenlandse luchtvaart. Vanaf april 2008 wordt de luchthaven ook met die van Wenen verbonden door Austrian Airlines. Ook zijn er treinverbindingen met Satu Mare en Boekarest. Directe wegverbindingen zijn er met de steden Sighet, Satu Mare.

Baia Mare bezit tevens een oude stad, met Piața Libertății als centraal punt. Aan de noordkant bevindt zich een groot park, waar men zicht heeft op de groene heuvels die het natuurlijke decor van de stad vormen.

In 2000 stroomde giftig cyanide de Lăpuș in ten gevolge van een ongeluk in een goudmijn bij Baia Mare, waardoor de Someș en vooral de rivier de Tisza werden vervuild (zie Dambreuk bij Baia Mare).

Geschiedenis

De winning van ertsen en mineralen in de bergen heeft Baia Mare en het nabijgelegen Baia Sprie grootgemaakt: het is bekend dat deze bodemschatten al in de Middeleeuwen werden geëxploiteerd. De hoofdstad van Maramureș beleefde in de 19e eeuw een opbloei door de ertswinning en het is nog altijd een stad van mijnwerkers. Baia Mare was in de 14e eeuw tijdelijk een vrijstad, maar later deden de Servische en met name de Hongaarse koningen er hun macht gelden. Opstanden van arbeiders en boeren waren er vooral in de economisch slechte tijden.

In 1918 - bij het einde van de Eerste Wereldoorlog - ging de stad van Oostenrijk-Hongaarse in Roemeense handen over.

Bevolkingssamenstelling

Baia Mare had in 2002 137.921 inwoners. De Hongaren, zijn de grootste minderheid in de stad.

Blijkens de volkstelling van 2011 had Baia Mare 123.738 inwoners en was de etnische verdeling als volgt:

Hongaarse gemeenschap

De Hongaarse gemeenschap van de stad heeft eigen instellingen en organisaties. Sinds 1998 is er weer sprake van een zelfstandig Hongaarstalig Lyceum: Németh László Elméleti Liceum. De school heeft circa 300 leerlingen. Verder is de basisschool nr. 11 Hongaarstalig. Er zijn 10 kinderopvangcentra met een Hongaarstalige groep. De Hongaren hebben een eigen cultureel centrum, het Teleki Magyar Ház. In de stad verschijnt verder het Hongaarstalige weekblad Bányavidéki új szó.

Bezienswaardigheden

Op het Piața Libertății is er een type monument dat in bijna alle Roemeense steden na de omwenteling van 1989 is gesloopt: een pyloon bedoeld om de "bevrijding" door de Russen in 1944 te herdenken. Achter dit plein, aan de zuidoostkant, staat de 15e-eeuwse Sint-Stefantoren, die een verweesde indruk maakt nu de kathedraal waar hij ooit onderdeel van uitmaakte niet meer bestaat. Wel is vlakbij een nieuwe kathedraal gebouwd en daarachter ligt het Muzeul de Arta (Kunstmuseum), met een grote collectie schilderijen van in de tweede helft van de 19e eeuw geboren kunstenaars, onder wie de belangrijke groep Hongaren die de kunstenaarsschool van Nagybánya vormden.

Het etnografisch museum, gevestigd in een paleisachtig gebouw met witte pilaren, waar er veel houten gebruiksvoorwerpen te zien vallen, waaronder een reusachtige wijnpers die een complete zaal vult. De uitgestalde traditionele kleding is niet alleen maar geschiedenis: deze kleren worden in Maramureș nog gedragen op zondagen en bij muziek- en dansfestivals. Rechts van het Etnografisch museum is er een spits kerktorentje dat boven het groen uitsteekt: daar ligt het Muzeul Satului (openluchtmuseum) van Baia Mare. Behalve de kerk staan er huisjes met rieten daken en bewerkte houten poorten uit de regio.

Kunstenaarskolonie

Nagybánya werd bekend door de door Simon Hollósy gestichte en naar de stad genoemde kunstenaarskolonie. De oprichters van de kunstenaarskolonie waren Simon Hollosy, István Réti, Károly Ferenczy, János Thorma en Béla Iványi-Grünwald. De grotendeels Hongaarse kunstenaarskolonie van Nagybánya (Nagybányai művésztelep) bestond vanaf ongeveer 1896 en hield op te bestaan na de Tweede Wereldoorlog, van 1896 tot 1937. De school werd gekenmerkt door naturalisme en het schilderen 'en plein air'. Naast Hollósy waren belangrijke kunstenaars János Thorma, István Réti, Béla Iványi Grünwald, István Csók, Oszkár Glatz en Károly Ferenczy. De opvallendste persoonlijke stijl had Károly Ferenczy.

Latere kunstenaars werden de "Neos" genoemd.[1]

Geboren

Zie ook

Zie de categorie Baia Mare van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.