Associatie van maanvaren en vleugeltjesbloem
De associatie van maanvaren en vleugeltjesbloem (Botrychio-Polygaletum) is een associatie van het verbond van de heischrale graslanden, een zeldzame plantengemeenschap met een zeer soortenrijke kruidlaag van grassen, grasachtige planten en kleinbloemige kruiden, die vooral in duingebieden voorkomt.
Associatie van maanvaren en vleugeltjesbloem | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Associatie van maanvaren en vleugeltjesbloem | ||||||
Syntaxonomische indeling | ||||||
| ||||||
Associatie | ||||||
Botrychio-Polygaletum Preising, 1950 |
Deze associatie is door haar hoge soortendiversiteit en zeldzaamheid van bijzonder belang voor het natuurbeheer.
Naamgeving, etymologie en codering
- Synoniem: Botrychio lunariae-Polygaletum vulgaris Preising 1950
- Nederlands: Heischrale begroeiingen van de drogere duinen
- Engels: Fine-grass annual communities of fixed grey dunes
- Syntaxoncode (Nederland): 19Aa3
De naam Botrychio-Polygaletum is afgeleid van de wetenschappelijke namen van twee opvallende begeleidende soorten voor de associatie, de gelobde maanvaren (Botrychium lunaria) en de gewone vleugeltjesbloem (Polygala vulgaris).
Kenmerken
Algemeen
Deze plantengemeenschap komt vooral voor in de duinen, op de overgang tussen tussen de natte duinvalleien en de drogere duingraslanden. Bij voorkeur is er althans in het voorjaar een hoge grondwatertafel, maar de standplaatsen overstromen nooit. Enige verstoring als begrazing of betreding zijn nodig om de vegetatie open en laag te houden.
De bodem is in de regel voedselarm tot matig voedselrijk, het grondwater enigszins basisch.
Structuur
Vegetaties van de associatie van maanvaren en vleugeltjesbloem worden gekenmerkt door een dichte, laagblijvende, min of meer gesloten vegetatie met volledige afwezigheid van een boomlaag. Een beperkte struiklaag met kruipwilg kan aanwezig zijn.
Vooral de kruidlaag is zeer goed ontwikkeld, met zowel grassen als borstelgras, tandjesgras en gewoon reukgras, grasachtige planten als gewone veldbies, en kleinbloemige overblijvende kruiden als tormentil, hondsviooltje, stijve ogentroost en mannetjesereprijs.
De moslaag is weinig opvallend en evenmin divers.
Soortensamenstelling
De associatie is meestal zeer soortenrijk. Ze heeft slechts één specifieke kensoort, de veldgentiaan, die in België is uitgestorven en in Nederland zeer zeldzaam. De naamgevende soorten, gelobde maanvaren en gewone vleugeltjesbloem, zijn kensoorten voor het verbond maar komen ook in de zusterassociaties voor. Dominant in de vegetatie zijn voornamelijk tandjesgras, tormentil en hondsviooltje. Verder kunnen er in de associatie zeldzaamheden als herfstschroeforchis, gelobde maanvaren, rozenkransje en kleine schorseneer gevonden worden. Opvallend is de combinatie van soorten die indicatief zijn voor droogte- en voor vochtige bodems.
Ze onderscheidt zich van de andere associaties binnen het verbond door de aanwezigheid van zandzegge en duinriet.
De belangrijkste ken- en begeleidende soorten zijn:
- Boomlaag
- Geen soorten
- Struiklaag
Kensoort | Diff.soort | Abundantie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
A | Kruipwilg | Salix repens |
- Kruidlaag
Kensoort | Diff.soort | Abundantie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
kA | Z | Veldgentiaan | Gentianella campestris | ||
kV | A | Hondsviooltje | Viola canina | ||
kV | O | Stijve ogentroost | Euphrasia stricta | ||
kV | O | Mannetjesereprijs | Veronica officinalis | ||
kV | Z | Herfstschroeforchis | Spiranthes spiralis | ||
kV | Z | Gelobde maanvaren | Botrychium lunaria | ||
kV | Z | Rozenkransje | Antennaria dioica | ||
kV | Z | Kleine schorseneer | Scorzonera humilis | ||
kK | D | Tandjesgras | Danthonia decumbens | ||
kK | D | Tormentil | Potentilla erecta | ||
kK | Z | Borstelgras | Nardus stricta | ||
A | Gewone veldbies | Luzula campestris | |||
A | Gewoon reukgras | Anthoxanthum odoratum | |||
F | Gewone vleugeltjesbloem | Polygala vulgaris | |||
F | Gestreepte witbol | Holcus lanatus | |||
F | Gewone brunel | Prunella vulgaris | |||
F | Gewone rolklaver | Lotus corniculatus | |||
dA | F | Zandzegge | Carex arenaria | ||
F | Gewone waternavel | Hydrocotyle vulgaris | |||
F | Fijn schapengras | Festuca filiformis | |||
F | Drienervige zegge | Carex trinervis | |||
F | Blauwe zegge | Carex panicea | |||
F | Zeegroene zegge | Carex flacca | |||
O | Gewoon struisgras | Agrostis capillaris | |||
dA | O | Duinriet | Calamagrostis epigejos | ||
O | Smalle weegbree | Plantago lanceolata | |||
O | Witte klaver | Trifolium repens | |||
O | Muizenoor | Hieracium pilosella | |||
O | Veldbeemdgras | Poa pratensis | |||
O | Kleine leeuwentand | Leontodon saxatilis |
- Moslaag
Kensoort | Diff.soort | Abundantie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
F | Groot laddermos | Pseudoscleropodium purum | |||
dA | Z | Gaffeltandmos | Dicranum scoparium |
Verspreiding en voorkomen
De associatie van maanvaren en vleugeltjesbloem heeft een zeer beperkt verspreidingsgebied, in essentie de West-Europese kustgebieden. In Nederland komt deze associatie langs de hele kuststrook voor, maar slechts lokaal en beperkt tot kleine oppervlaktes. De best bekende vertegenwoordigers zijn te vinden in Texel en Goeree. In België wordt ze niet gevonden.
Bedreiging en bescherming
Deze associatie is sterk in de verdrukking , vooral ten gevolge van verdroging, ontkalking, vergrassing en verwaarlozing waardoor ze evolueert naar een struweel. Vreemd genoeg heeft dat in de duinen dikwijls te maken met een vermindering van de betreding en begrazing.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Indeling van de vegetatieklasse Nardetea (klasse van de heischrale graslanden) |
---|
Orde: Nardetalia |