Articaïne

Articaïne is een lokaal anestheticum dat wordt gebruikt in de tandheelkunde. Het wordt gemaakt door Septodont onder de merknaam Septanest, en als Ultracain D-S door Sanofi-Aventis waarbij aan de articainehydrochloride 4% adrenaline is toegevoegd.[1] Articaïne werd in 1976 toegelaten voor gebruik in Duitsland en niet lang daarna in de rest van Europa.[2] Canada volgde in 1982 terwijl in de VS de FDA pas in 2000 het middel toeliet.

Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Articaïne
Chemische structuur
Farmaceutische gegevens
Metabolisatielever, plasma
Halfwaardetijd (t1/2)30 min
Gebruik
Toedieningsubcutaan
Databanken
CAS-nummer23964-57-0
ATC-codeN01BB58
Farmacotherapeutisch KompasArticaïne/adrenaline
Chemische gegevens
MolecuulformuleC13H20N2O3S
IUPAC-naam(RS)-methyl 4-methyl-3-(2-propylaminopropanoylamino)thiophene-2-carboxylate hydrochloride
Molmassa320,836 g/mol
Portaal    Geneeskunde

Vanwege het snelwerkende effect en goede doseerbaarheid is het een vervanger voor oudere middelen als novocaïne and lidocaïne. Articaïne is vanwege de aanwezigheid van een thiofeen-groep, een ester en amide groep een bijzonder anestheticum. Vanwege die amide-groep vindt het metabolisme plaats in de lever. Daarnaast resulteert de ester-groep in plasma metabolisme middels pseudocholinesterase waarmee het middel sneller wordt afgebroken en de toxiciteit verkleind wordt. De halveringstijd is ongeveer 30 minuten in tegenstelling tot 90 minuten voor lidocaïne.

Om interacties uit te sluiten is het nodig de tandarts in te lichten over gebruik van eventuele gebruikte medicatie. De SP variant kan nog lang nawerken. Bij overdosering is de inzet van zuurstof nuttig en eventueel diazepam (i.v.) ter voorkoming en behandeling van convulsies. In enkele gevallen kan de hartslag langzamer worden (bradycardie) en is assistentie van een arts noodzakelijk.

Bij gebruik van articaïne voor een mandibulair zenuwblok treedt regelmatig lang aanhoudende tintelingen (paresthesie) op, althans veel vaker dan bij lidocaïne.

Articaïne wordt vaak toegepast bij tandartspatiënten waarbij lidocaïne onvoldoende werkt.[3] Bovendien verdient articaïne in de onderkaak als lokaal anestheticum de voorkeur boven lidocaïne, omdat de onderkaak minder spongieus is, en articaïne beter diffundeert dan lidocaïne. Met articaïne kan een groter deel bestreken worden, terwijl met lidocaïne juist ook per kies verdoofd kan worden.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.