Anhalter Bahnhof

Het Berlijnse Anhalter Bahnhof (Anhaltstation) is een voormalig spoorwegstation in het westen van de wijk Kreuzberg, iets ten zuiden van de Potsdamer Platz. Sinds de sluiting van het kopstation in 1952 en de sloop ervan in 1960 is alleen het gelijknamige ondergrondse S-Bahnstation nog in gebruik. Een deel van de façade van het oude station bleef behouden en herinnert nog altijd aan het Anhalter Bahnhof. Zijn naam dankt het station aan de Duitse regio Anhalt, die de treinen die er vertrokken doorkruisten.

    Anhalter Bahnhof   
Anhalter Bahnhof, ansichtkaart van rond 1900
Typekopstation
Opening1841
Sluiting1952
Perronsporen4 (S-Bahn)
Lijn(en)S-Bahn van Berlijn
Coördinaten52° 30 NB, 13° 23 OL

Portaal    Openbaar vervoer

Spoorwegstation

Het eerste station (1841-1875)

Het Berlin-Anhaltischer Bahnhof opende op 1 juli 1841 als noordelijk eindpunt van de Anhalter Bahn, die vanaf 1839 werd aangelegd. Het bevond zich net buiten de toen nog bestaande Berlijnse stadsmuur, waarin speciaal voor het station een nieuwe stadspoort, de Anhalter Tor, was gebouwd. In het openingsjaar van het station voerde de spoorlijn nog tot Köthen, waar hij op de Magdeburg-Leipziger Eisenbahn aansloot. Een kleine twintig jaar later waren ook een aftakking naar Riesa (nabij Dresden) en een directe verbinding via Bitterfeld naar Halle en Leipzig in gebruik. Het stationsgebouw werd al snel te krap voor het grote aantal reizigers en in 1872 besloot men daarom een nieuw Anhalter Bahnhof te bouwen.

Nieuwbouw: het grootste station van Duitsland

Bouw van de perronoverkapping, omstreeks 1878
Interieur van de hal, 1881

Het nieuwe station werd ontworpen door de architect Franz Heinrich Schwechten. In 1874 opende een tijdelijk station, waarna men het oude Anhalter Bahnhof in 1875 afbrak. De bouw van het nieuwe station startte een jaar later, in 1876. Na een bouwtijd van vier jaar openden keizer Wilhelm I en Otto von Bismarck op 15 juni 1880 het nieuwe Anhalter Bahnhof, dat toen als grootste station van Duitsland en zelfs van Europa gold.

De voorgevel van het station aan de Askanischer Platz had een breedte van 101 meter en was versierd met twee ijzeren beelden van de Ludwig Brunow, getiteld Nacht en Dag. Achter de façade overspande een 171 meter lange en 62 meter brede constructie van glas en ijzer (ontworpen door Heinrich Seidel) de sporen en de zes perrons op een maximale hoogte van 34 meter. De 10.600 m² metende ruimte onder de overkapping kon onderdak bieden aan 40.000 reizigers.

Twee jaar na de opening van het nieuwe stationsgebouw werd de Anhalter Bahn genationaliseerd en kwamen station en spoorlijn onder het beheer van de Preußische Staatseisenbahnen. Het Anhalter Bahnhof groeide ondertussen uit tot Berlijns poort tot het zuiden en kreeg in de volksmond de bijnaam Tor in die blaue Ferne ("Poort tot de onbekende verte"). Er waren sneltreinverbindingen met onder andere Frankfurt am Main, München, Praag, Wenen, Rome en Athene. Rond 1930 vertrok er ongeveer iedere vijf minuten een trein en verwerkte het Anhalter Bahnhof dagelijks zo'n 44.000 passagiers. Sinds 1928 was het Anhalter Bahnhof ook door middel van een voetgangerstunnel met het aan de overzijde van de Askanischer Platz gelegen Hotel Excelsior verbonden.

Op 9 oktober 1939 werd voor de S-Bahn een noord-zuidtunnel onder het centrum van de stad geopend. Onder het Anhalter Bahnhof kwam een gelijknamig S-Bahnstation in gebruik.

Verval en sluiting

De in 1936 aan de macht gekomen nationaalsocialisten ontwikkelden grootse plannen voor Berlijn, waarin voor het Anhalter Bahnhof echter geen plaats was. In Albert Speers Welthauptstadt Germania zouden alle treinen gaan eindigen in het Noordstation of het Zuidstation. Deze nieuwe stations zouden verrijzen aan de uiteinden van de noord-zuidas, het pronkstuk van het project. De reeds bestaande stations zouden hun functie verliezen, het Anhalter Bahnhof zou daarna worden omgebouwd tot zwembad. Het verloop van de Tweede Wereldoorlog verhinderde de uitvoering van het Germania-plan, maar betekende alsnog het einde voor het station.

Op 3 februari 1945 werd het Anhalter Bahnhof zwaar getroffen door geallieerde bombardementen en brandde het uit. Het geruïneerde station werd na de oorlog provisorisch hersteld, zodat er weer enige treinen konden vertrekken. Het Anhalter Bahnhof zou de oorlog echter niet te boven komen. De spoorlijn voerde vanuit het West-Berlijnse station naar de Sovjet-bezettingszone (de latere DDR) en de langeafstandstreinen over de Anhalter Bahn werden daarom al snel naar het in Oost-Berlijn gelegen Ostbahnhof geleid. De in 1951 geopende S-Bahnverbinding naar Teltow verving bovendien de voorstadsdiensten van het Anhalter Bahnhof naar deze Brandenburgse stad, waardoor het station ook zijn betekenis voor het regionale spoorwegverkeer grotendeels verloor. Op 18 mei 1952 sloot het station voorgoed zijn deuren en het gebouw en de spoorlijn liet men vervolgens langzaam wegkwijnen.

Het enige overgebleven deel van de gevel, na de restauratie van 2005

In 1959 werd de bouwval die van het Anhalter Bahnhof was overgebleven opgeblazen. Het centrale deel van de voorgevel, met de voormalige stationsklok en de figuren Nacht en Dag, overleefde de explosie echter en bleef na protesten van de bevolking staan - oorspronkelijk had men ook deze Portikus willen verwijderen. Tussen 2003 en 2005 werd het gevelfragment gerestaureerd en gestabiliseerd. De twee beelden konden vanwege ernstige roest niet hersteld worden en werden in 2004 vervangen door bronzen kopieën; de originelen bevinden zich sindsdien in het nabije Deutsches Technikmuseum.

Op het voormalige stationsterrein achter het façadefragment bevinden zich nu een sportterrein, de evenementenhal Tempodrom (sinds 2002) en een klein bos- en parkgebied, waar de overwoekerde goederenperrons nog waar te nemen zijn. Aan het zuidelijke uiteinde van het terrein, waar de Anhalter Bahn ooit het Landwehrkanaal kruiste, is een voetgangersbrug aangelegd, die met zijn uiterlijk aan de voormalige spoorbrug doet denken. Deze voetgangersbrug leidt naar het Technikmuseum, dat grotendeels op het voormalige emplacement van het Anhalter Bahnhof ligt en waar een schaalmodel (1:87) van het station zoals het er in 1939 uitzag te bezichtigen is.

Goederenstation

Het goederenstation van het Anhalter Bahnhof, het Anhalter Güterbahnhof bevond zich ten zuiden van het eigenlijke station, aan de overzijde van het Landwehrkanaal, tussen de Gleisdreieck, het Potsdamer Güterbahnhof, de Yorckstraße en de Möckernstraße. Na de sluiting van het Anhalter Bahnhof bleef het goederenstation in gebruik tot in de jaren 1980, waarna het in verval raakte. Een aantal oude spoorbruggen over de Yorckstraße herinnert nog altijd aan de bedrijvigheid van het station. Op 26 augustus 2006 begonnen de werkzaamheden aan de opname van het goederenstation in het Park auf dem Gleisdreieck, dat in 2011 gereed moet zijn. Ook het terrein van het voormalige Potsdamer Güterbahnhof zal deel van dit park gaan uitmaken.

S-Bahnstation

Anhalter Bahnhof
Spoorwegstation in Duitsland
Locatie
PlaatsBerlijn
StadsdeelKreuzberg
Gegevens
DS100-codeBAHU
Stationscode525
TypeBf
Categorie4
S-Bahnlijnen
Vorig station
(richting)
Lijn Volgend station
(richting)
Potsdamer Platz
Oranienburg
Yorckstraße (Großgörschenstraße)
Wannsee
Potsdamer Platz
Bernau
Yorckstraße
Blankenfelde
Potsdamer Platz
Hennigsdorf
Yorckstraße
Teltow Stadt
Potsdamer Platz
Waidmannslust
Yorckstraße
Teltow Stadt
Deutsche Bahn - S-Bahn - U-Bahn

Op 9 oktober 1939 opende het ondergrondse S-Bahnstation Anhalter Bahnhof, als onderdeel van de noord-zuidtunnel onder het centrum van Berlijn. Het station, ontworpen door Richard Brademann, telt vier sporen langs twee eilandperrons; het meest westelijke spoor, oorspronkelijk bedoeld voor een geplande S-Bahnverbinding met het Görlitzer Bahnhof, werd echter pas in 1987 aangelegd en wordt alleen gebruikt voor extra treinen en als opstelspoor.

Het vlakke dak van de perronhal wordt ondersteund door drie rijen vierkante stalen zuilen, die zowel op de beide perrons als tussen de twee middelste sporen staan. De zijwanden zijn bekleed met grote tegels van wit ondoorschijnend glas, voor de pilaren werden groene glastegels gebruikt; in totaal is in de perronhal zo'n 4000 m² glas verwerkt. Op de tussenverdieping zijn foto's van het voormalige spoorwegstation te zien.

Geschiedenis

De eerste maand na ingebruikname deden alleen treinen van de Wannsseebahn het station aan, maar vanaf 6 november 1939 waren ook de sporen uit de richting Papestraße op de noord-zuidverbinding aangesloten. Een directe toegang vanuit het S-Bahnstation tot de stationshal van het bovenliggende Anhalter Bahnhof kwam in gebruik op 19 december 1940.

Begin mei 1945 werd de noord-zuidtunnel ter hoogte van het Landwehrkanaal opgeblazen. Tot 2 juni 1946 was het S-Bahnstation buiten gebruik - de meeste treinen werden ondertussen naar het Potsdamer Ringbahnhof geleid. In etappes werd de dienst over de noord-zuidverbinding hersteld, totdat op 15 november 1947 het doorgaande S-Bahnverkeer door de tunnel weer volledig in de vooroorlogse staat was.

Na de Tweede Wereldoorlog waren alle spoorwegen en station in Berlijn aan de Oost-Duitse Deutsche Reichsbahn (DR) toegekomen. In januari 1984 nam het West-Berlijnse stadsvervoerbedrijf BVG het S-Bahnnet in het westen van de stad echter over en werd Anhalter Bahnhof een eindstation - ten noorden van het station voerde de S-Bahntunnel namelijk door Oost-Berlijns grondgebied. Het station werd enkel aangedaan door treinen uit Lichtenrade, omdat de DR de dienst op de andere lijnen al eerder gestaakt had, zoals veelvuldig was gebeurd in het westelijke S-Bahnnet.

Na protesten van reizigers werd op 1 mei 1984 de dienst ten noorden van het Anhalter Bahnhof tot aan Gesundbrunnen hersteld. De treinen doorkruisten Oost-Berlijn ondergronds zonder op de stations aldaar te stoppen, met uitzondering van station Friedrichstraße, dat als grens- en overstapstation fungeerde. Op 1 februari 1985 werd ook de dienst op de Wannseebahn, van het Anhalter Bahnhof naar het zuidwesten tot aan Wannsee hersteld. De derde zuidelijke tak van de noord-zuid-S-Bahn, naar Lichterfelde Ost, heropende als laatste op 28 mei 1995.

Ongeval 2004

Op 10 augustus 2004 vatte een motorwagen van het type Baureihe 480 vlam aan het westelijke perron van het station en brandde volledig uit. Door het ingrijpen van het spoorwegpersoneel en een toevallig aanwezige brandweerman werd een ramp voorkomen. Volgend op het ongeval was het Anhalter Bahnhof vier en een halve maand gesloten; gedurende de sluiting passeerden de treinen het station zonder te stoppen, net als eerder bij de spookstations in Oost-Berlijn gebeurde. Vanaf 23 augustus 2004 deden de treinen in noordelijke richting weer het Anhalter Bahnhof (oostelijk perron) aan. De herstelwerkzaamheden aan het perron in zuidelijke richting duurden echter nog tot een jaar daarna en werden op 20 december 2005 beëindigd. In 2006 kreeg het station, mede als gevolg van de brand, een extra uitgang aan de zuidzijde (bij het Tempodrom). Vanwege de veiligheid (een extra vluchtweg), zal ieder ondergronds station in Berlijn een tweede uitgang krijgen voor zover niet aanwezig.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.