André Previn
André George Previn (geboren: Andreas Ludwig Priwin) (Berlijn, 6 april 1929 - Manhattan, 28 februari 2019) was een Amerikaans pianist, componist en dirigent.
André Previn
| ||||
André Previn (2012) | ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Andreas Ludwig Priwin | |||
Geboren | Berlijn, 6 april 1929 | |||
Overleden | New York, 28 februari 2019 | |||
Land | ||||
Werk | ||||
Jaren actief | 1950-2018 | |||
Beroep | Pianist, dirigent en componist | |||
(en) IMDb-profiel (en) Allmusic-profiel | ||||
|
Voordat zijn familie in 1937 naar Parijs verhuisde, studeerde Previn al aan het Stern'sches Konservatorium van Berlijn. Na verdere studie aan het Conservatoire de Paris vluchtte de joodse familie in 1941 voor de nazi's naar de Verenigde Staten.
Carrière
Sweet Lorraine van Art Tatum inspireerde Previn om zich meer in de jazzmuziek te verdiepen. Op dertienjarige leeftijd startte zijn carrière met radio-opnamen met onder anderen Hoagy Carmichael. Op zijn vijftiende gaf hij een jazzconcert in het Philharmonic Auditorium van Los Angeles. Zijn toenmalige impresario Laguna begon een opnamestudio, waarvoor Previn in 1945/46 zijn eerste grammofoonplaatopnamen maakte, onder andere met de jazzmuzikanten Willie Smith en Red Callender. Ook een eigen compositie van Previn, Sunset in Blue, werd daar opgenomen. Hij wordt gerekend tot de beste jazzmuzikanten van Amerika en speelde samen met zowel Ray Brown en Dizzy Gillespie als Billie Holiday. Voor het trioalbum My Fair Lady met Shelly Manne en Leroy Vinnegar ontving hij in 1956 de eerste gouden plaat in de geschiedenis van de jazz.
Later werd Previn vooral bekend als chef-dirigent van symfonieorkesten:
- Houston Symphony (1967-1970)
- London Symphony Orchestra (muzikaal directeur: 1969-1979; eredirigent: sinds 1993)
- Pittsburgh Symphony Orchestra (1976-1984)
- Los Angeles Philharmonic Orchestra (1985-1989)
- Royal Philharmonic Orchestra (muzikaal directeur: 1985-1988; chef-dirigent: 1988-1991)
- Oslo Filharmoniske Orkester (chef-dirigent: 2002-2006)
Daarnaast trad hij als gastdirigent op bij vele andere orkesten, waarbij hij vaste verbintenissen had met onder meer het Boston Symphony Orchestra en het NHK-symfonieorkest in Tokio.
Hij dirigeerde ook de muziek bij verscheidene bioscoopfilms, bijvoorbeeld Kiss Me Kate (1953), Seidenstrümpfe (1957), Gigi (1958), Porgy and Bess (1959), My Fair Lady (1964), Jesus Christ Superstar (1973), Rollerball (1975) en The Elephant Man (1980).
Privéleven
Andre Previn is vijf keer getrouwd geweest. Eerst met Betty Bennett, daarna met Dory Previn, vervolgens van 1970 tot 1979 met Mia Farrow. Samen met haar heeft hij dochter Soon-Yi geadopteerd, die nu met regisseur Woody Allen is getrouwd. Na zijn vierde huwelijk met Heather Sneddon, dat eindigde in 2002, trouwde Previn de Duitse violiste Anne-Sophie Mutter. Later schreef hij een vioolconcert voor haar. Zij scheidden in 2006.
Previn schreef memoires gewijd aan zijn vroege jaren in Hollywood, genaamd: No Minor Chords. gepubliceerd in 1991.
Previn overleed op 89-jarige leeftijd in New York.
Composities (selectie)
- Sunset in Blue
- Three Little Words (1950)
- Gigi (1958)
- Four Horsemen of the Apocalyse (1960) (eigen filmmuziek)
- Concert voor gitaar, jazztrio en orkest (1971)
- Concert voor piano en orkest (1985)
- Anne-Sophie (2002) (vioolconcert)
- A Streetcar Named Desire (opera) (Duits:Endstation Sehnsucht), eerste uitvoering op 19 september 1998 in het War Memorial Opera House van San Francisco.
Filmografie (selectie)
Previn was betrokken bij de muziek (compositie, dirigeren, supervisie ...) van volgende films:
- 1948 - Act of Violence (Fred Zinnemann)
- 1949 - Border Incident (Anthony Mann)
- 1950 - Three Little Words (Richard Thorpe)
- 1950 - The Outriders (Roy Rowland)
- 1953 - Kiss Me Kate (George Sidney)
- 1953 - Give a Girl a Break (Stanley Donen)
- 1955 - Bad Day at Black Rock (John Sturges)
- 1955 - Kismet (Vincente Minnelli en Stanley Donen)
- 1955 - It's Always Fair Weather (Gene Kelly en Stanley Donen)
- 1957 - Silk Stockings (Rouben Mamoulian)
- 1957 - Designing Woman (Vincente Minnelli)
- 1957 - House of Numbers (Russell Rouse)
- 1958 - Gigi (Vincente Minnelli)
- 1959 - Porgy and Bess (Otto Preminger)
- 1960 - Elmer Gantry (Richard Brooks)
- 1960 - Pepe (George Sidney)
- 1960 - The Subterraneans (Ranald MacDougall)
- 1960 - Bells Are Ringing (Vincente Minnelli)
- 1962 - The Four Horsemen of the Apocalypse (Vincente Minnelli)
- 1963 - Irma la Douce (Billy Wilder)
- 1964 - My Fair Lady (George Cukor)
- 1965 - Daisy Clover (Robert Mulligan)
- 1969 - Paint Your Wagon (Joshua Logan)
- 1971 - The Music Lovers (Ken Russell)
- 1973 - Jesus Christ Superstar (Norman Jewison)
- 1975 - Rollerball (Norman Jewison)
Onderscheiding
Previn is in 1996 door koningin Elisabeth geridderd in de Orde van het Britse Rijk en mag zich sindsdien Sir André Previn noemen.
Prijzen
Academy Award (voor beste muziek)
- 1958 - Gigi
- 1959 - Porgy and Bess
- 1963 - Irma la Douce
- 1964 - My Fair Lady
Grammy Award
- 1958 - Gigi
- 1959 - Porgy and Bess
Externe link
- (de) (en) Officiële website