An American in Paris (film)

An American in Paris is een Amerikaanse muziekfilm uit 1951 van Vincente Minnelli met in de hoofdrollen Gene Kelly en Leslie Caron.

An American in Paris
Een Amerikaan in Parijs[1]
RegieVincente Minnelli
Gene Kelly
ProducentArthur Freed
ScenarioAlan Jay Lerner
HoofdrollenGene Kelly
Leslie Caron
Oscar Levant
Georges Guétary
Nina Foch
MuziekGeorge Gershwin (muziek)
Ira Gershwin (tekst)
MontageAdrienne Fazan
CinematografieAlfred Gilks
John Alton (balletscènes)
DistributieMetro Goldwyn Mayer
Première1951
Speelduur109 minuten (dvd)
TaalEngels
Land Verenigde Staten
Budget$ 2.700.000
(en) IMDb-profiel
MovieMeter-profiel
Portaal    Film

Het scenario voor de film van Alan Jay Lerner is geïnspireerd door de compositie An American In Paris uit 1928 van George Gershwin op tekst van Ira Gershwin.

An American in Paris was een groot succes in de bioscopen met een omzet van meer dan 8 miljoen dollar (wereldwijd). De film won zes Oscars. Bovendien won Gene Kelly in datzelfde jaar een extra Oscar voor zijn hele werk. In 1993 werd An American in Paris vanwege het cultureel, esthetisch en historisch belang opgenomen voor conservatie in het National Film Registry van het Amerikaanse Library of Congress.

Verhaal

De voormalige soldaat Jerry Mulligan, een veteraan uit de Tweede Wereldoorlog probeert een carrière als kunstschilder op te bouwen in Parijs. Hij is regelmatig te vinden bij zijn vrienden, concertpianist Adam, die ook bezig is met zijn carrière en de Franse zanger Henri Baurel. De drie hebben veel talent maar weinig geld en Jerry wordt financieel ondersteund door Milo Roberts, een eenzame dame uit de betere kringen. Milo geeft meer om Jerry dan om zijn kunst, maar Jerry is alleen geïnteresseerd in haar geld, zeker als hij verliefd raakt op de jonge Française Lise Bouvier. Hoewel Lise een relatie heeft met Henri Baurel wordt ze ook verliefd op Jerry. Maar ze voelt zich hierover schuldig omdat Henri haar door de oorlog heeft geholpen. Ze vertelt Jerry dan ook aanvankelijk niets over haar relatie met Henri. Totdat de laatste besluit met Lise te trouwen en Jerry hoort dat het meisje alleen van hem houdt. Wanhopig nodigt Jerry Milo uit voor het gemaskerd bal waar ook Henri en Lise zullen komen. Op het bal hoort Milo van Adam dat Jerry niets om haar geeft terwijl Henri ziet dat Jerry en Lise elkaar vaarwel kussen. Als Henri zijn aanstaande bruid meevoert in de auto, dagdroomt Jerry over een dans door Parijs op de muziek van George Gershwin. Maar een autotoeter doet hem ontwaken, het is Henri die Lise terugbrengt. Even later omhelzen Jerry en Lise elkaar.

Rolverdeling

Voorgeschiedenis

De droom van Freed

In 1948 was de balletfilm The Red Shoes een onverwacht kassucces. Voor producent Arthur Freed reden om zich nog eens te buigen over het idee dat hij had over een musicalfilm met een lange balletfinale. Tijdens een voorstelling van de suite "An American in Paris" van George Gershwin Parijs had hij inspiratie gekregen voor een musical rond deze compositie. Een "An American in Paris" is eigenlijk een muzikaal gedicht en Freed vond titel en muziek prachtig. Het stuk was in première gegaan op 13 december 1928 in de Carnegie Hall in New York en was een klassieker. In Freeds gedachten bouwde hij de suite uit tot een musical vol liedjes en composities van Gershwin.

De aarzeling bij MGM

Freed zocht contact met de broer van George Gershwin, Ira, om de filmrechten te kopen van de compositie. Ira had interesse, maar vroeg een grote som geld, waarna Freed het idee eerst voorlegde aan MGM voor toestemming. Hij beschreef zijn idee aan zijn bazen en haalde "The Red Shoes" er bij om uit te leggen dat de lange balletfase op het eind belangrijk was voor de film. De managers van MGM aarzelden. Op zich was het idee van lange, extravagante dansnummers niet nieuw in de musical (Yolanda and the Thief (1945) en Ziegfield Follies uit 1946 waren recente voorbeelden, maar dat waren dansnummers, An American in Paris was klassieke muziek, en de dans zou een modern ballet zijn. Ook de lengte van het balletnummer was uitzonderlijk, 17 minuten, dat was nog ongekend. Ook de kosten waren niet mis, 500.000 dollar alleen al voor het ballet. Het was het hoofd van de studio Louis B. Mayer die de knoop doorhakte en het groene licht gaf.

Filmrechten

Gelijk daarop begon Freed de onderhandelingen met Ira Gershwin, bestuursleden van de Gershwinerfenis en twee verschillende muziekuitgeverijen. Tijdens het wekelijks potje biljart tussen Freed en Ira Gershwin werd de deal gesloten. De filmrechten van "An American in Paris - A Tone Poem for Orchestra" van George Gershwin werden door MGM op 1 juni 1949 gekocht voor 158.750 dollar. Ira ontving een bonus van 56.250 dollar voor zijn diensten als consultant en de opdracht nieuwe teksten te schrijven voor de liedjes. Scenarist Alan Jay Lerner kreeg in december 1949 de opdracht om het scenario te schrijven. Hij werkte er aan in periodes van 12 uur aan tot hij op 9 maart 1950 klaar was, een avond voor zijn huwelijk met actrice Nancy Olson. Vervolgens werkte hij nog tot juni aan de laatste puntjes. Op 12 juni werd de eerste versie aan Freed gepresenteerd. Er volgden nog enige revisies maar uiteindelijk werd de film gemaakt volgens de eerste versie.

Acteurs

Jerry Mulligan

De film zou worden gedragen door een acteur die zowel kon dansen als zingen. Freed kon hiervoor kiezen uit twee topdansers uit de stal van MGM, Fred Astaire en Gene Kelly. Beide dansers hadden een verschillende stijl. Astaire behoorde meer tot de ballroomstijl van dansen en Kelly was sterk als danser in verhalende balletten. Hij had veel succes gehad met zijn hoofdrol in On the Town en stond op het toppunt van zijn roem. Freed gaf hem de rol van Jerry Mulligan. Kelly ging zich gelijk bemoeien met de audities en later ook met de regie.

Lise Bouvier

Voor de rol van Lise Bouvier, de tegenspeelster van Kelly, waren de nodige kandidaten. Net als bij de mannelijke hoofdrol moest de actrice, die Lise ging spelen, ook kunnen dansen en zingen. Freed overwoog Vera-Ellen, die in On the Town aan Kelly was gekoppeld, maar zij viel af, net als Cyd Charisse die zwanger bleek. Zelf was Freed erg gecharmeerd van danseres Marge Champion, maar zij wilde haar dansact met haar man Gower Champion niet opgeven. MGM stelde Sally Forrest voor, een van de actrices uit de eigen stal. Maar de audities met haar vielen tegen. Het was Gene Kelly die kwam met de suggestie om een Française in te huren. Hij zelf dacht aan de jonge Leslie Caron die hij in Parijs had zien dansen. Freed zag meer iets in een ervaren actrice/danseres en overwoog de Franse actrices Jeanine Charrat en Odile Versois. Kelly bleef echter bij Caron, hij vond dat de film 'vers bloed' nodig had en kreeg hiervoor steun van regisseur Vincente Minnelli. Gene Kelly had Leslie Caron in 1948 in Parijs zien dansen bij het Ballets des Champs Elysees en de toen vijftienjarige ballerina had grote indruk op hem gemaakt. Freed ging overstag en op 29 mei 1950 tekende Caron een contract met MGM.

Henri Baurel

De rol van de Franse concurrent van Jerry Muligan, Henri Baurel, zou worden ingevuld door een Franse acteur. Vincente Minnelli wilde hiervoor de legendarische Franse zanger/acteur Maurice Chevalier inhuren. Chevalier had echter geen Amerikaanse film meer gemaakt sinds 1934 en MGM was weinig ingenomen met de beschuldigingen van collaboratie van Chevalier met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog. Chevalier werd in ieder geval niet ingehuurd voor de rol, als officiële reden werd gegeven dat hij niet beschikbaar was. Nadat Chevalier was weggevallen, was Yves Montand even kandidaat, maar de linkse sympathieën van de acteur/zanger spoorden niet met de politieke keuzes van Louis B. Mayer, de baas van MGM. Nadat ook Carl Brisson niet werd uitverkoren, kreeg Georges Guétary de rol. Het zou zijn enige Amerikaanse film blijven.

Milo Roberts en Adam Cook

Nadat Sarah Churchill was afgevallen deden de actrices Celeste Holm en Nina Foch auditie voor de rol van Milo Roberts. Vincente Minnelli was onder de indruk van de manier waarop Foch haar tekst las en gaf haar de rol. Pianist Oscar Levant was eigenlijk geen acteur, maar nam de rol van Adam Cook omdat hij een persoonlijk vriend van George Gershwin was geweest.

Productie

Opnameperioden

De film werd opgenomen in drie opnameblokken. De eerste periode was tussen 1 augustus - 1 november 1950 en de tweede tussen 9 januari - 2 april 1951. Tussen deze opnames waren de repetities en de opnames voor de beroemde balletscène. Tussen 2 november - 5 december 1950 werd hiervoor gerepeteerd, terwijl tussen 6 december 1950 - 8 januari 1951 de opnamen plaatsvonden. Regisseur Vincente Minnelli was officieel de enige regisseur, maar hij had huwelijksproblemen. Zijn huwelijk met actrice Judy Garland stond op springen en de regisseur moest soms verstek laten gaan. Gene Kelly nam dan voor hem waar. Zo regisseerde Kelly de scène rond het nummer "Embraceable You" geheel alleen. Toen Kelly intensief repeteerde voor het grote eindballet (tussen 2 november - 5 december 1950) kon Minnelli zelfs tijd vinden om de film Father's Little Dividend met Elizabeth Taylor te regisseren. Het budget voor de film kwam uiteindelijk op $ 2.723.903.

Seks en waterpokken

De opnames waren niet vrij van problemen. De verfilming van de introductiescène van Leslie Caron bijvoorbeeld leverde gelijk problemen op bij de censuur. Met het nummer "Embraceable You" op de achtergrond regisseerde Gene Kelly de Franse actrice die een suggestieve dans uitvoerde met een stoel. Het rokje dat ze droeg liet ook weinig aan de verbeelding over. Te suggestief allemaal volgens de Breen Office, het kantoor van oppercensor Joseph Breen, dat als een havik waakte over de Hays Code, Hollywoods eigen zelfcensuur. Volgens de vrouwelijke censor die tijdens de opnamen aanwezig was, kon het allemaal niet door de beugel. Maar gelukkig voor de film, kwam de vrouw al snel onder de invloed van de charme van Kelly, die zijn opnamen verdedigen moest. De scène werd uiteindelijk, met kleine aanpassingen, goedgekeurd. De nog piepjonge Caron was zich niet bewust van al dit gepraat over suggestiviteit. Ze kon nauwelijks het tempo van Kelly bijhouden. Als gevolg van ondervoeding opgelopen tijdens de Tweede Wereldoorlog was ze snel moe en kon niet iedere dag dansen. Kelly was bezorgd over haar gezondheid en zorgde voor regelmatige rustpauzes en vrije dagen. Een ander probleem vormde Nina Foch. Tijdens de opnamen kreeg ze last van waterpokken. Ze was snel weer hersteld maar een team van schoonheidsspecialisten was uren bezig de littekens in haar gezicht weg te werken.

Cinematografische aantekeningen

Als voorbereiding op de namen, en met name voor de dansscènes, vroeg Gene Kelly aan MGM om de vertoning van twee films. Volgens een memo uit de MGM-archieven ging het om de Franse film L'Orange Eté en de Franse tekenfilm La Joie de Vivre uit 1934. Beide films bevatten uitgebreide dansscènes. Kelly werkte nauw samen met regisseur Minnelli en cinematograaf Alfred Gilks voor de coördinatie en uitwerking van de dansnummers. Volgens Gilks werd het nummer "Our Love Is Here to Stay" in zijn geheel opgenomen in de MGM studio. In de film speelt de scène zich af op de kades bij de Seine in de buurt van Notre Dame. Gilks gebruikte een camera die werkte volgens het rondhorizonprincipe, een cameraopstelling die een cirkelvorming panorama van dertig meter kon opnemen. Een andere scène, waarbij Caron en Kelly de trappen van de Sacre Coeur oprennen, werd gemaakt in samenwerking met de special effectsafdeling. Gilks liet de trappen gedeeltelijk nabouwen in de studio en filmde de rennende acteurs. In de nabewerking werd de achtergrond met de kerk toegevoegd.

Beroemde scènes

Naast de unieke balletscène zijn meer scènes beroemd geworden. Zo is bijvoorbeeld het nummer "Dance in the Mirror" terug te vinden in vrijwel elke documentaire over musicals. Het nummer toont Leslie Caron als Lise die steeds in nieuwe kostuums opkomt en verschillende dansstijlen laar zien. Ook de "I Got Rhythm" scène is veel geprezen. In de scène zien we Gene Kelly als de schilder Jerry die de kinderen van Parijs Engelse les geeft. "Stairway to Paradise" werd beroemd vanwege de lichteffecten. Als Guétary van een toneeltrap afdaalt springen steeds opnieuw lichten aan, doven uit en gaan weer aan. Pianist Oscar Levant kon zich uitleven in de droomscène rond het "Concerto in F". Hij droomt dat hij het klassieke nummer uitvoert in een grote concertzaal. Levant bespeelt alle instrumenten en is te zien als de dirigent. Uiteindelijk speelt hij zelfs zijn eigen publiek dat "meer" en 'bravo" roept. Levant was een persoonlijke vriend van Gershwin en wordt nog altijd gezien als een van de beste uitvoerders van diens werk.

Uit de montage geknipte scènes

Een aantal scènes verdween uit de film, zoals "Love Walked In" gezongen door Guétary. Een door Gene Kelly in pyjama gedanste en gezongen scène rond het nummer "I've Got a Crush on You" haalde ook de eindmontage niet. Belangrijker was het weghalen van een scène tussen Oscar Levant en Nina Foch. In deze scène werden een aantal belangrijke details onthuld die meer licht wierpen op de plotontwikkeling. De scène zou oorspronkelijk na de climax van de balletscène komen. Tijdens de montage vonden Kelly en Minnelli dat de scène als mosterd na de maaltijd kwam en te veel tijd innam, waarna het materiaal op de vloer van de montagekamer belandde.

Locaties en decors

Kelly en Minnelli wilden graag de hele film in Parijs opnemen, maar daar stak MGM een stokje voor. Dus werden er 44 sets gebouwd in de MGM-studio in Culver City, Californië. Wel werden enige opnamen van Parijs gemaakt door een Second Unit. Men filmde vanaf 2 september 1950 in de Lichtstad, maar moest de opnamen vrijwel gelijk onderbreken vanwege de aanhoudende regen. Na het opknappen van het weer filmde men nog tot 22 september. Uiteindelijk gebruikte de editor in de montage enige opnames van monumenten uit Parijs, sfeeropnamen van de straten en een shot van Milo's auto die naar het hotel rijdt. Gene Kelly was in geen van de opnamen te zien. De schilderijen die zijn personage, de schilder Jerry, laten zien, werden gemaakt door kunstenaar Gene Grant.

De balletscène

Achtergrond

Op 2 november 1950 begon Kelly met de repetities van de balletscène op het einde van de film. Op 6 december begonnen de opnamen die op 8 januari 1951 werden afgesloten. De hele balletsequens zou in de film 17 minuten duren en kostte uiteindelijk 500.000 dollar. Minnelli en Kelly werkten nauw samen om choreografie, muziek en verhaal op elkaar af te stemmen. Hoewel Minnelli in zijn autobiografie claimt dat het idee voor het ballet en de uitwerking van hem zijn, blijkt uit de MGM archieven dat Kelly evenveel heeft bijgedragen. Op 6 september 1950 kreeg Arthur Freed van Kelly en Minnelli een uitleg en gaf zijn goedkeuring. Hoewel Minnelli de hele scène in Parijs had willen opnemen, moest hij genoegen nemen met de studio. Onderhandelingen met de eigenaren van La Moulin de la Galette in Parijs over het gebruik van het gebouw voor interieur en exterieuropnamen werden afgebroken.

Decors

Zes weken lang zwoegden decorbouwers om de decors te bouwen. Ontwerpster Irene Sharaff ontwierp een verschillende stijl voor elk van de sets voor het ballet. Elke set weerspiegelde de stijl van een Franse impressionistische schilder:

Bij de presentatie van de plannen voor het ballet kreeg Arthur Freed te horen, dat het decor het belangrijkste onderdeel van de balletverfilming zou worden. Het ballet reflecteerde het gezichtspunt van de verschillende schilders, waarbij de decors en kostuums hun stijl weergaven.

Verhaal

Het flinterdunne verhaaltje dient alleen als kapstok voor de verbinding van de verschillende sets. De hoofdpersoon, schilder Jerry, danst met Lise door de straten van Parijs, waarbij steeds een andere schilder de achtergrond vormt. Een snelle schets van Jerry van een poort, loopt uit in een schilderij van Dufy van de Place de la Concorde, die weer overgaat in scènes rond Montmarte, gebaseerd op werk van Utrillo. We zien Kelly als de zwarte danser uit het schilderij "Chocolat dansant dans un bar" van Toulouse Lautrec met Caron als de danseres uit de Moulin Rouge, Jane Avril. Dit loopt allemaal door totdat in de climax van het ballet bij de fontein, alle figuren uit de verschillende sets weer bij elkaar komen. Elke scène kreeg eigen decor, kostuums en werd geschoten in een andere lichtsetting. De muziek vormt de enige constante, de bijna twintig minuten durende suite: "An American in Paris".

Kritiek

Het had moeite gekost om de balletscène in de film te houden. MGM had geaarzeld en het was name te danken aan studiobaas Louis B. Mayer dat het groene licht was gegeven. Maar de dagen van Mayer waren geteld. Na de productie van An American in Paris zou hij vertrekken. De andere studiobazen begonnen meer en meer te twijfelen aan het ballet en er gingen stemmen op, om de scène uit de film te schrappen. Maar Dore Schary die over het budget ging, hield Freed de hand boven het hoofd. De film mocht uitkomen met het ballet. Na de release van de film kwam er ook kritiek van beroepscritici. Men hekelde de lengte van de balletscène, de vage symboliek van de rode bloem uit de openingsopname die weer terugkeert tegen het einde en de opduikende personages bij de fonteinscène.

Muziek

Nummers

De volgende composities en liedjes zijn te horen:

  • "Embraceable You" (George Gershwin/ Ira Gershwin) - uitgevoerd door Leslie Caron
  • "Nice Work If You Can Get It" (George Gershwin/ Ira Gershwin) - uitgevoerd door Georges Guétary
  • "By Strauss" (George Gershwin/ Ira Gershwin) -uitgevoerd door Gene Kelly, Georges Guétary en Oscar Levant (ingezongen door Mack MacLean)
  • "I Got Rhythm" (George Gershwin/ Ira Gershwin) - uitgevoerd door Gene Kelly
  • "Tra-la-la (This Time It's Really Love)" (George Gershwin/ Ira Gershwin) - uitgevoerd door Gene Kelly en Oscar Levant
  • "Our Love Is Here to Stay" (George Gershwin/ Ira Gershwin) - uitgevoerd door Gene Kelly en Leslie Caron
  • "I'll Build a Stairway to Paradise" (George Gershwin/ Ira Gershwin/Buddy G. DeSylva) -uitgevoerd door Georges Guétary
  • "Third Movement from 'Concerto in F for Piano and Orchestra" (uitgevoerd door Oscar Levant en The MGM Symphony Orchestra)
  • " 'S Wonderful" (George Gershwin/ Ira Gershwin) - uitgevoerd door Gene Kelly en Georges Guétary)
  • "An American in Paris Ballet" (George Gershwin - arrangement Conrad Salinger - uitgevoerd door Gene Kelly, Leslie Caron, ensemble en het MGM Symphony Orchestra

Achtergrondmuziek

De volgende nummers zijn alleen als achtergrondmuziek te horen:

  • "Strike Up the Band" (George Gershwin)
  • "But Not for Me" (George Gershwin)
  • "How Long Has This Been Going On?" (George Gershwin)
  • "Someone to Watch Over Me" (George Gershwin)
  • "Oh, Lady Be Good" (George Gershwin)
  • "I've Got a Crush on You, Sweetie Pie" (George Gershwin)

Achtergrond

Gene Kelly maakte twee beroemde filmmusicals vlak achter elkaar. Als zodanig ligt de vergelijking voor de hand tussen An American in Paris met Singin' in the Rain, ook een MGM musical (gemaakt in het daaropvolgende jaar), op hetzelfde soort fim (Technicolor), met dezelfde producer en dezelfde hoofdpersoon. Het verhaal is vergelijkbaar in de zin dat de mannelijke hoofdrol achternagezeten wordt door een volwassen vrouw, maar zelf kiest voor een jong meisje. De mannelijke hoofdrol wordt daarbij gesteund door een leeftijdsgenoot en een al wat oudere heer. Een van de meest opvallende verschillen is dat An American in Paris puur een musical is terwijl Singing in the Rain daarnaast ook een film is, met een verhaal. Een ander belangrijk verschil is dat in An American in Paris de mannelijke leeftijdsgenoot een tegenpool is, een melancholieke en cynische pianist (Oscar Levant), die niet uit zijn stoel te branden is, terwijl in Singin' in the Rain de mannelijke leeftijdsgenoot een energieke maat is (Donald O'Connor), die niet in een stoel wil blijven zitten maar zich samen met Gene Kelly in dansnummer na dansnummer stort. Daarmee is An American in Paris een film die toch vooral door Gene Kelly alleen gedragen wordt, die dat virtuoos doet, met een breed scala aan nummers, van een spontaan ogend zang- en dansnummer met straatkinderen (op straat) tot een gestileerd ballet met een groot dansgezelschap in uitbundig gekleurde kostuums. De thematiek van An American in Paris is de schilderkunst: de hoofdrolspeler zet een kunstschilder in Parijs neer, en vele van de decors zijn geïnspireerd op Franse schilderijen. De muziek is die van Gershwin, met een uitgebreid ballet gebaseerd op diens, gelijknamige, muziekstuk An American In Paris.

Prijzen en nominaties

Academy Awards

  • Beste film (Arthur Freed)
  • Beste decors (E. Preston Ames, Cedric Gibbons, F. Keogh Gleason, en Edwin B. Willis)
  • Beste cinematografie (John Alton en Alfred Gilks)
  • Beste kostuums (Orry-Kelly, Walter Plunkett, en Irene Sharaff)
  • Beste filmmuziek (Saul Chaplin and Johnny Green)
  • Beste Scenario (Alan Jay Lerner)

Nominaties:

  • Beste regie (Vincente Minnelli)
  • Beste montage (Adrienne Fazan)

Golden Globes

  • Beste film (Arthur Freed)

Nominaties:

  • Beste regie (Vincente Minnelli)
  • Beste acteur (Gene Kelly)

Bronnen

  • Rick R. Altman, "The American Filmmusical", 1988
  • Steve Bingen e.a. "MGM: Hollywood's Greatest Backlot", 2011
  • Leslie Caron "Thank Heaven: A Memoir", 2009
  • Jane Feuer, "The Hollywood Musical" 1993
  • Hugh Fordin, "MGM's greatast musicals: the Arthur Freed Unit", 1996
  • Philip Furia, "Ira Gershwin: The Art of the Lyricist", 1996
  • Stanley Green, "Hollywood Musicals Year By Year", 1999
  • Sam Kashner en Nancy Schoenberger, "A Talent For Genius: the Life and Times of Oscar Levant"
  • Gerald Mast, "Can't help singin', the American musical on stage and screen", 1987
  • Vincente Minnelli, (met Hector Arce) "I Remember It Well", 1974.
  • James Naremore, "The Films of Vincente Minnelli", 1993
  • Deena Ruth Rosenberg, "Fascinating Rhythm: The Collaboration of George and Ira Gershwin",1991
  • Tony Thomas "The Films of Gene Kelly: Song & Dance Man", 1974.
  • Patricia Ward Kelly, "Life's Too Short: A Story of Gene Kelly", 2002
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.