øve

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˡøːʋə/
Woordafbreking
  • øve
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Nederduitse woord oven.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
øve
øver
øvet
øvet
Klasse 1 zwak

(zonder a-vorm)

optioneel
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
øve
øver
øvde
øvd
Klasse 3 zwak optioneel

Werkwoord

øve

  1. onovergankelijk oefenen, trainen
  1. «Læreren øver med eleven.»
    De leraar oefent met de scholieren.
  2. onovergankelijk uitvoeren, volbrengen
Synoniemen
Verwante begrippen
  • [1] bedrive, begå, foreta
  • [2] eksersere, innstudere, innøve, prøve

Werkwoord

øve seg

  1. wederkerend oefenen, trainen, leren
  1. «Hun øver seg på ski.»
    Zij leert skiën.


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˡøːʋə/
Woordafbreking
  • øve
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Nederduitse woord oven.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
øve
øver
øvde
øvd
øvt
Klasse 2 zwak

Werkwoord

øve

  1. onovergankelijk oefenen, trainen
  2. onovergankelijk uitvoeren, volbrengen
Synoniemen
Verwante begrippen
  • [1] foreta, forete
  • [2] eksersere, innstudere, prøve

Werkwoord

øve seg

  1. wederkerend oefenen, trainen, leren
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.