zwijnenboel
Nederlands
Woordafbreking
- zwij·nen·boel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwijn en boel met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwijnenboel | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zwijnenboel m
- een bende, een vuile troep
- Wat een zwijnenboel is het in je kamer!
Gangbaarheid
- Het woord zwijnenboel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zwijnenboel' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.