zwanenzang
Nederlands
Woordafbreking
- zwa·nen·zang
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘het laatste lied van een dichter’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1630 [1]
- samenstelling van zwaan en zang met het invoegsel -en- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwanenzang | zwanenzangen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zwanenzang m
- laatste daad, laatste beweging
- Voordat het meisje overleed, zag zijn vader nog een zwanenzang bij haar.
Gangbaarheid
- Het woord zwanenzang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zwanenzang' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.