zwaarmoedig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwaar·moe·dig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘treurig gestemd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
  • Samenstellende afleiding van zwaar en gemoed met het achtervoegsel -ig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen zwaarmoedigzwaarmoedigerzwaarmoedigst
verbogen zwaarmoedigezwaarmoedigerezwaarmoedigste
partitief zwaarmoedigszwaarmoedigers-

Bijvoeglijk naamwoord

zwaarmoedig

  1. met neiging tot somberheid
    • De mijnwerker heeft een zwaarmoedig bestaan. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Bijwoord

zwaarmoedig

  1. met neiging tot somberheid
    • De mijnwerker kijkt zijn toekomst zwaarmoedig tegemoet. 

Gangbaarheid

  • Het woord zwaarmoedig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.