zoutzuur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zout·zuur
Woordherkomst en -opbouw
  • Het zuur zoutzuur kan samen met de base natronloog gezien worden als de basisbestanddelen van keukenzout.
enkelvoud meervoud
naamwoord zoutzuur zoutzuren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zoutzuur o

  1. (scheikunde) een oplossing van waterstofchloride (HCl)
    • Kalksteen kan met een beetje zoutzuur opgelost worden. 
Synoniemen
  • geest van zout (arch.)
Vertalingen
stellend
onverbogen zoutzuur
verbogen zoutzure

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

zoutzuur

  1. op zoutzuur betrekking hebbend
    • Keukenzout is het zoutzure zout van natronloog. 
  1. zoutzuur bevattend
    • Je kunt deze reactie beter in een licht zoutzure oplossing uitvoeren. 

Gangbaarheid

  • Het woord zoutzuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.