zonnig
Nederlands
Woordafbreking
- zon·nig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zonnig | zonniger | zonnigst |
verbogen | zonnige | zonnigere | zonnigste |
partitief | zonnigs | zonnigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zonnig
- zonovergoten, met zonneschijn
Vertalingen
1. zonovergoten, met zonneschijn
Gangbaarheid
- Het woord zonnig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zonnig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.