zonnig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zonnig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzɔnəx/
Woordafbreking
  • zon·nig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van zon met het achtervoegsel -ig.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen zonnigzonnigerzonnigst
verbogen zonnigezonnigerezonnigste
partitief zonnigszonnigers-

Bijvoeglijk naamwoord

zonnig

  1. zonovergoten, met zonneschijn
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zonnig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.