zondigen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zondigen    (hulp, bestand)
  • IPA: /zɔndəɣə(n)/
Woordafbreking
  • zon·di·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zonde begaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
  • Afgeleid van zonde met het achtervoegsel -ig
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zondigen
zondigde
gezondigd
zwak -d volledig

Werkwoord

zondigen

  1. inergatief, (religie) het overtreden van een religieuze wet
    • Koning Achab zondigde tegen de Heer met zijn afgodendienst. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zondigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.