zondagsdienst
Nederlands
Woordafbreking
- zonĀ·dagsĀ·dienst
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zondag en dienst met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zondagsdienst | zondagsdiensten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zondagsdienst m [1]
- (religie) kerkdienst op zondag
- In veel kerken zijn er tijdens de zondagsdienst ook klasjes voor de kinderen
- werk op zondag
- dienstregeling (van schepen, treinen etc.) op zondag
Gangbaarheid
- Het woord zondagsdienst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zondagsdienst' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.