zondagsdienst

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zonĀ·dagsĀ·dienst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zondagsdienst zondagsdiensten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zondagsdienst m [1]

  1. (religie) kerkdienst op zondag
    • In veel kerken zijn er tijdens de zondagsdienst ook klasjes voor de kinderen 
  1. werk op zondag
  2. dienstregeling (van schepen, treinen etc.) op zondag

Gangbaarheid

  • Het woord zondagsdienst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.