zoetwaren
![](../I/m/Delft_Market_03_(5199302904).jpg)
1. categorie producten die waarvan de smaak door suiker wordt bepaald
Nederlands
Uitspraak
- IPA: /ˈzutwarə(n)/
Woordafbreking
- zoet·wa·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zoet bn en waren zn , ook op te vatten als meervoudsvorm van het minder gangbare zoetwaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoetwaar | zoetwaren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zoetwaren mv
- (voeding) categorie producten die waarvan de smaak door suiker wordt bepaald
- Nederlanders aten liever zoetwaren als koekjes en chocolade tijdens de koffie- en theepauze. [1]
Gangbaarheid
- Het woord zoetwaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zoetwaren' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.