zoetwaar
![](../I/m/Delft_Market_03_(5199302904).jpg)
1. categorie producten die waarvan de smaak door suiker wordt bepaald
Nederlands
Uitspraak
- IPA: /ˈzutwar/
Woordafbreking
- zoet·waar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zoet bn en waar zn , ook op te vatten als enkelvoud van het meer gangbare zoetwaren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoetwaar | zoetwaren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zoetwaar m/v
- (voeding) categorie producten die waarvan de smaak door suiker wordt bepaald
- Ik las ooit over een band die in de kleedkamer standaard een eettafel bezaaid met spekkies krijgt. Waar ook ter wereld, die zoetwaar dient aangerukt. [1]
Verwijzingen
- Vullings, J. "Over roem" in: De Gids. jrg. 170 nr. 7/8/9 boek II (juli/augustus/september 2007) Balans, Amsterdam; p.817; geraadpleegd 2016-12-07
Gangbaarheid
- Het woord 'zoetwaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.