zijbeuk
![](../I/m/Seitenschiff.svg.png)
Zijbeuken.
Nederlands
Woordafbreking
- zij·beuk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zij en beuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zijbeuk | zijbeuken |
verkleinwoord | zijbeukje | zijbeukjes |
Zelfstandig naamwoord
zijbeuk v/m
- (bouwkunde) een ruimte die evenwijdig loopt aan het middenschip van en kerk
- De zijbeuken zijn meestal smaller en lager dan het middenschip.
Gangbaarheid
- Het woord zijbeuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zijbeuk' herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.