ziekenhuispredikant

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·ken·huis·pre·di·kant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenhuispredikant ziekenhuispredikanten
verkleinwoord ziekenhuispredikantje ziekenhuispredikantjes

Zelfstandig naamwoord

ziekenhuispredikant m

  1. (beroep) een predikant die zich toelegt op pastoraal werk in een ziekenhuis
    • Hij is enige tijd ziekenhuispredikant geweest, voordat hij daar beroepen werd. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'ziekenhuispredikant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.