zethaak
Nederlands
Woordafbreking
- zet·haak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zet en haak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zethaak | zethaken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zethaak m [1]
- (geschiedenis) letterzettersgereedschap waarin bij het handzetten de letterstaafjes tot de te zetten regels verzameld worden
- (bouwkunde) stuk gereedschap om zware balken mee te versjouwen of op te richten, balkhaak, kanthaak of kenterhaak
Synoniemen
- [1] composteur
Verwante begrippen
- [1] handzetsel
Gangbaarheid
- Het woord zethaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zethaak' herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.