zanggezelschap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zang·ge·zel·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zanggezelschap zanggezelschappen
verkleinwoord zanggezelschapje zanggezelschapjes

Zelfstandig naamwoord

zanggezelschap o

  1. (muziek) een groep personen die zich toelegt op de zangkunst
    • Het hele zanggezelschap werd aangestoken door iemand die de griep had. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'zanggezelschap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.