zalf
Nederlands
Woordafbreking
- zalf
Zelfstandig naamwoord
zalf m/v [3]
- (farmacologie) smeerbare massa om op de huid aan te brengen verkrijgbaar bij drogisterij of apotheek
- welriekend olieachtig smeersel, gebruikt bij plechtigheden
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- zalfachtig, zalfdoos, zalfgaas, zalfgezicht, zalfnoot, zalfolie, zalfpleister, zalfpot, zalfwinkel, zalving
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zalven |
zalf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zalven
- Ik zalf.
- gebiedende wijs van zalven
- Zalf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zalven
- Zalf je?
Gangbaarheid
- Het woord zalf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zalf' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.