crème

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • crè·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘room’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1500 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord crème crèmes
verkleinwoord crèmepje crèmepjes

Zelfstandig naamwoord

crème v / m

  1. cosmetisch smeersel
  2. (voeding) room
  3. (voeding) schuimachtige zoete substantie
  4. (voeding) gebonden soep
  5. crème de la crème: het beste van het beste
    • Dat is werkelijk het crème de la crème van deze stad. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  • roomsaus
  • roomspuit
  • roomtaart
  • roomtoastje
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord crème -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

crème o

  1. roomkleur, iets geler dan wit
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen crèmecrèmercrèmest
verbogen crèmerecrèmeste
partitief crèmescrèmers-

Bijvoeglijk naamwoord

crème

  1. roomkleurig

Gangbaarheid

  • Het woord crème staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.