zakagenda

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zak·agen·da
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zakagenda zakagenda's
verkleinwoord zakagendaatje zakagendaatjes

Zelfstandig naamwoord

zakagenda m/v

  1. een klein formaat agenda
    • De zakagenda paste in mijn binnenzak. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zakagenda staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.