wouw

Een wouw (vogel)

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wouw    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ʋʌʊ̯/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /β̞ʌːβ̞/
Woordafbreking
  • wouw
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘roofvogel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord wouw wouwen
verkleinwoord wouwtje wouwtjes

Zelfstandig naamwoord

[A] wouw m

  1. (vogels) één van een aantal roofvogelsoorten van het geslacht Milvus.
    • Een wouw heeft meestal een gevorkte staart. 
Afgeleide begrippen
  • rode wouw
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

Een wouw (plant)

[B] wouw v/m

  1. (plantkunde) een plant Reseda luteola uit het Middellandse Zeegebied, die al sinds de prehistorie in Europa gekweekt wordt als verfplant voor zijn gele kleurstof.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
65 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.