worp
Nederlands
Woordafbreking
- worp
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘het werpen’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- Naamwoord van handeling van werpen. [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | worp | worpen |
verkleinwoord | worpje | worpjes |
Zelfstandig naamwoord
worp m
- de handeling van het werpen van iets
- Die worp met de dobbelstenen bracht hem de winst in het spel.
- een aantal jonge dieren die tegelijk geboren worden
- De leeuwin had een worp van drie welpjes.
Synoniemen
- [1] gooi
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord worp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'worp' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.