woordafbreking

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woordafbreking    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈʋo̝ːrtˌɑvbreɪ̯kɪŋ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞oːrtˌɑvbrekɪŋ/
    • (Limburg): /ˈwoːrtˌɑvbrekɪŋ/
Woordafbreking
  • woord·af·bre·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woordafbreking woordafbrekingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

woordafbreking v

  1. een afbreking van een woord op de daartoe geëigende plaats (bijvoorbeeld aan het einde van een regel)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord woordafbreking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.