winkeldief
Nederlands
Woordafbreking
- win·kel·dief
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van winkel en dief
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winkeldief | winkeldieven |
verkleinwoord | winkeldiefje | winkeldiefjes |
Zelfstandig naamwoord
winkeldief m
- iemand die iets steelt in een winkel
- Winkeldieven krijgen een lik-op-stukbehandeling.
Gangbaarheid
- Het woord winkeldief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'winkeldief' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.