winkelcentrum

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • win·kel·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord winkelcentrum winkelcentra
verkleinwoord winkelcentrumpje winkelcentrumpjes

Zelfstandig naamwoord

winkelcentrum o

  1. gebied of overdekte galerij waar meerdere winkels en horecazaken zijn gevestigd
    • We gingen een middagje winkelen in het plaatselijk winkelcentrum. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord winkelcentrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.