wespennest
![](../I/m/Wasp_March_2008-3.jpg)
[1] Een wespennest.
Nederlands
Woordafbreking
- wes·pen·nest
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wesp en nest met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wespennest | wespennesten |
verkleinwoord | wespennestje | wespennestjes |
Zelfstandig naamwoord
wespennest o
- een door wespen gebouwd nest waar zij hun broed verzorgen
- Er was een wespennest op het pad waar ik trim.
- een netelige situatie, waar men zich beter niet in begeeft
- Je hebt je daarmee aardig in een wespennest gestoken.
Vertalingen
1. een door wespen gebouwd nest waar zij hun broed verzorgen
Gangbaarheid
- Het woord wespennest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wespennest' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.