wereldtitel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wereldtitel (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈʋɪːrɔɫˌtɪtɔɫ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞eːrəɫˌtɪtəɫ/
- (Limburg): /ˈweːrəlˌtɪtəl/
Woordafbreking
- we·reld·ti·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wereld en titel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wereldtitel | wereldtitels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
wereldtitel m
- (sport) het recht zich wereldkampioen te noemen
- Hij veroverde daar de wereldtitel in.
Vertalingen
1. het recht zich wereldkampioen te noemen
|
Gangbaarheid
- Het woord wereldtitel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wereldtitel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.